Curator Adam Szymczyk over de berlin biennale
Curator Adam Szymczyk
over de berlin biennale
Kun je ter introductie iets vertellen over je achtergrond? Ik weet dat je op de curatorenopleiding van De Appel hebt gezeten en tegenwoordig directeur bent van de Kunsthalle Basel, maar waar en wanneer is je interesse in kunst ontstaan?
‘Ik ben opgegroeid in Lodz in Polen, waar het plaatselijke museum met zijn wereldberoemde collectie avant-gardekunst enorme aantrekkingskracht op me had. Ik zag daar voor het eerst het werk van Edward Krasinski en Alina Szapocznikow. Ik ben opgeleid als kunsthistoricus, maar mijn belangstelling gaat vooral uit naar hoe een werk wordt gemaakt, de discussie met de kunstenaar en de presentatie van het werk in een tentoonstelling. Als curator probeer ik te begrijpen hoe de achterliggende immateriële kwesties ingebed zijn in het kunstwerk en de presentatie ervan. Dat zal te maken hebben met mijn vroegere interesse in conceptuele kunst en haar vraag naar het contextuele kader (context is de helft van het werk, zoals John Latham verklaarde).’
Waarom heb je ja gezegd op het verzoek de berlin biennale samen te stellen, en wat maakt deze manifestatie speciaal voor jou?
‘De berlin bienniale is een van de meer gevestigde Europese biënnales, zo niet de meest gevestigde onder de nieuwkomers. Ze voltrekt zich middenin een levendige kunstscene die voortdurend van sfeer verandert. Uiteraard is het een fantastische uitnodiging om hier een grote tentoonstelling te mogen organiseren, in deze stad die in historisch opzicht tot de meest belaagde van de wereld behoort, een stad bovendien die in verschillende tijden grote invloed heeft gehad op de ontwikkeling van kunst. De biënnale, die ik samen met Elena Filipovic samenstel, probeert zich te verhouden tot die geschiedenis, via de selectie van de tentoonstellingslocaties, maar ook speciaal in opdracht geproduceerd werk. Het ligt misschien voor de hand maar ook het feit dat de tentoonstelling zich elke twee jaar voltrekt is deel van de fascinatie die ervan uitgaat. We worden aangetrokken door de regelmatige herhaling, alsof de biënnales deel zijn van de natuur. Het is aan de kunst er inhoud aan te geven, en het kader zo als het ware te ontstijgen.’
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de tentoonstelling? Ik lees in het persbericht over een dag en nachtprogramma?
‘De titel luidt When Things cast No Shadow – een verwijzing naar het moment dat dingen het sterkst in het zicht zijn geplaatst, of uit zicht dreigen te verdwijnen, in een verblindend licht of juist diepe duisternis. De titel geeft gelijke kansen aan de dag en de nacht. Het nachtprogramma is zo samengesteld dat het eraan bijdraagt het dagprogramma beter te begrijpen. Het functioneert als het stapje terug, waardoor de kijkers gelegenheid krijgen een perspectief te ontwikkelen op de tentoonstellingen. Het nachtprogramma is expliciet gericht op lokaal publiek, dat in de gelegenheid wordt gesteld meerdere evenementen te bezoeken. Uiteraard is elke avond anders, er zijn geen thematische series, en het is ook mogelijk een glimp op te vangen van, zoals men zegt, “mes nuits sont plus belles que vos jours”, al mocht je slechts een nacht in de stad verblijven.’
De berlin biennale heeft een geschiedenis van ups en downs, had zelfs bijna niet meer bestaan. In welke fase verkeert het evenement nu?
‘De financiering is nu degelijk, en wordt gedragen door Kulturstiftung des Bundes, althans voor de vorige en de huidige editie. De reputatie van het evenement is enorm gegroeid, wat uiteraard vooral komt door het succes van vorige afleveringen. We proberen van de komende editie een gelaagd, niet spectaculair evenement te maken, waarvoor we gebruik maken van alle mogelijke vormen van presentatie die er zijn. Ik kan me bijvoorbeeld niet herinneren ooit een site-specific groepstentoonstelling te hebben gezien in de hal van de Neue Nationalgalerie.’
De keuze van de locatie is een belangrijk onderdeel geworden van deze biënnale. Wat is het verhaal achter jullie keuze?
‘Het zijn allemaal kunstlocaties. Er is geen enkel gewoon gebouw bij – ook het gebied nabij de Berlijnse muur dat in zeker opzicht wordt gekoloniseerd door een groep kunstenaars onder de titel Skulturenpark Berlin_Zentrum, is al eerder gebruikt. KW is het centrum van de tentoonstelling en representeert de typische, gedistingeerde kwaliteiten van de postindustriële tentoonstellingsruimte die typerend is voor het Berlijn van de jaren negentig. De Neue Nationalgalerie is het ultieme statement van internationaal modernisme en pusht het idee van het museum zonder muren tot zijn uiterste grens. Schinkel Pavillion is een historiserende fantasie van een aan het Bauhaus opgeleide DDR-architect, die gespecialiseerd was reconstructies van historische gebouwen en ontworpen masterplannen voor nieuwe Oost-Duitse steden als Halle Neustadt. Schinkel Pavillion is een gril. We gebruiken het voor vijf wisselende tentoonstellingen die worden gemaakt door jongere kunstenaars, die een soort tentoonstellingsarchitectuur ontwerpen voor het werk van oudere, soms gerenommeerde kunstenaars en vormgevers.’
Wie nemen deel aan de tentoonstelling?
‘Er zijn zo’n vijftig kunstenaars in de dagtentoonstelling en zeventig in het nachtprogramma. Het meeste werk is speciaal voor de gelegenheid gemaakt. We hebben geen algemeen thema, zoals de vorige biënnale. De meeste kunstenaars delen met ons hun interesse in de taal van de recente kunst, die je in het algemeen kunt betitelen als een modificatie van de status-quo in plaats van een dappere poging iets compleets nieuws te doen. Ik ben ervan overtuigd dat de biënnale juist door dit historische besef veel boeiende en complexe verhalen te vertellen heeft, in plaats van te focussen op een onderwerp als “de mensheid” [thema van bb4,red] of de verondersteld universele aspecten van ons bestaan.’
Dreigen biënnales, zoals die van Berlijn, niet te veel een marketing tool te worden van city branding?
‘Helaas loop je onvermijdelijk het risico gemanipuleerd te worden. Dat is nu eenmaal een consequentie van het werken in de “echte” wereld. De biënnale is geen abstract idee, er zit veel economie en politiek omheen, alsmede de eigen politieke ambities van het instituut zelf. Maar ik heb het misschien ietwat naïeve idee dat de kunst die wij brengen een ingebouwd immuniteitssysteem heeft, die ervoor zorgt dat ze niet snel misbruikt kan worden. Bovendien geloof ik dat de tentoonstelling die we maken in z’n geheel ook niet bepaald het type “product” is waar marketeers brood in zien.’
En nu de lastige vraag: is er iets waar je speciaal naar uitkijkt?
‘Ik kijk naar zoveel uit: de Roemeense kunstenaar Daniel Knorr zal vlaggen van Berlijnse broederschappen ophangen rond het iconische dak van de Neue Nationalgalerie; Cyprien Galliard zal stadionlichten plaatsen op het terrein van het Skulpturenpark; de nieuwe film van Manon de Boer staat stil bij John Cages beroemde compositie 4.33min, bestaande uit 4.33 minuten stilte; op dezelfde locatie zal Luciana Lamothe een sculptuur bouwen ter herinnering aan het inmiddels onttakelde Palast der Republik. In het bijzonder verheug ik me op schilderijen van Jacob Mishori – The Human League meets Supermatism on canvas.’
berlin biennale 5, centrale locatie KW, Berlijn, 5 april -15 juni 2008
berlin biennale 5, centrale locatie KW, Berlijn, 5 april -15 juni 2008
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M