metropolis m

Dak’Art 2006
Biennale de l’Art Africain Contemporain

Dak’Art 2006 herdenkt in deze zevende editie van de biënnale, met de welluidende titel Africa agreements, Allusions and Misunderstandings, de eerste president van het onafhankelijke Senegal, Leopold Senghor, dichter, staatsman en initiator van Festival Mondial des Arts Nègres (1966), een verre voorouder van de biënnale. Een internationale jury, met nadruk curatoren genoemd, bepaalde de selectie van kunstenaars. Inschrijving of deelname is alleen mogelijk voor Afrikaanse kunstenaars of kunstenaars uit de diaspora, maar wie daartoe behoort blijft vaag. In deze editie is er opvallend veel aandacht voor de geschiedenis van het continent waarin de slavenhandel en koloniale overheersing een belangrijke rol vervullen.

Het streven van de initiatiefnemers van de eerste editie van Dak’Art was het maken van een bruisende manifestatie waarin internationale uitwisseling centraal stond. Maar inmiddels kun je de vraag stellen of Dak’Art zich niet heeft ontwikkeld tot een shopping mall voor Afrikaanse kunst? De kans dat een deelnemer aan Dak’Art internationaal doorbreekt is bijzonder groot. Met trots wordt vermeld dat de jonge, vrouwelijke Congolese kunstenaar Kouelany Bill zal deelnemen aan de komende documenta in 2007. In dat opzicht heeft de biënnale zeker betekenis voor veel kunstenaars, al gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat ze vaak alleen worden uitgenodigd als exotisch ingrediënt in grote internationale tentoonstellingen of exposities waarin Afrika centraal staat. De vraag is of er bij de bezoeker werkelijk interesse bestaat voor de ontwikkeling van de hedendaagse kunst in Afrika. Bovendien lijkt het alsof de meesten nogal gemakzuchtig aannemen dat Dak’art de ontwikkeling van de Afrikaanse kunst in al zijn facetten toont. Dat is niet echt het geval. Het gevaar is dat het uitgangspunt van Dak’art zich tegen de ontwikkeling en zelfstandige positie van de kunst in Afrika keert.

‘Afrikaanse kunstenaar’ is op deze biënnale een rekbaar begrip. Het merendeel van de geselecteerde kunstenaars woont en/of werkt in Europa en is vaak in het bezit van meerdere paspoorten. Het hele begrip nationale identiteit mag wat mij betreft dan ook op de schop. Vanaf je geboorte, ook in Afrika, ben je in deze wereld waarin globalisering het toverwoord is, onderhevig aan verschillende invloeden. Door de geografische selectie (waarbij land van herkomst bepalend was) is de biënnale per definitie gepolitiseerd. Hoe actueel het bewustzijn van deze problematiek is, blijkt uit de werken van de prijswinnaars van deze biënnale: Fatmi Mounir, Lo Ndary en Claudia Cristovao. Fatmi Mounir is in Marokko geboren en woont en werkt al geruime tijd in Europa (Parijs en Amsterdam). Zijn werk getiteld Getting out of history, dat onder andere bestaat uit archiefbeelden met interviews met leden van de Black Panther beweging, verhoudt zich tot historische processen met vragen als: welke beelden, ideologieën en opvattingen (collectief of individueel) zijn in ons bewustzijn gegrift en bepalen ons dagelijks handelen? Hoe verhouden het postkolonialisme, migratie en racisme zich tot de hedendaagse werkelijkheid?

Claudia Cristovao, geboren in Angola (woont en werkt in Amsterdam) onderzoekt in haar werk de herinneringen aan Angola, een persoonlijke geschiedschrijving waarin thema’s als migratie, verwantschap en verlies een belangrijke plaats innemen.

Verschillende werken zetten een vraagteken bij een territoriaal bepaalde, historische continuïteit. Het uitgangspunt van Lo Ndary’s werk (Senegal) is Rosa Park, de vrouw die weigerde plaats te nemen op de ‘only for blacks’ gereserveerde plaatsen en die het voorbeeld werd voor de burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten. Lo Ndary vertelde: ‘Ik wil mijn eigen geschiedenis schrijven, mijn persoonlijke helden een plaats geven in de subjectieve geschiedschrijving en dit in een kunstwerk objectiveren.’

Het werk kan gezien worden als een reactie op de stelling van Frantz Franon dat de wereldgeschiedenis per definitie wordt geschreven door de blanke kolonisator, maar het beperkt zich niet tot het postkoloniale discours. Opmerkelijk is de plaats die Lo Ndary inruimt voor zijn geestelijke leiders Cheick Bamba en El Hadj Malick en de curatoren Okwui Enwezor, Youma Fall en Yacouba Konate, naast Lumumba (eerste president van Congo – vermoord), Sankara (president van Burkina Faso – vermoord), Sekou Toure (Guinee-Bissau) en Nelson Mandela. Picasso is de enige Europeaan aan zijn muur van persoonlijke iconen. Een groot aantal politiek geladen werken voegt echter weinig toe aan het beeld zoals wij dit in de ‘westerse media’ al van Afrika kennen en ik vraag met soms af voor welke publiek deze werken zijn gemaakt. Die kunstenaars hebben heel goed begrepen dat exotisme is ingeruild voor politiek engagement waarvan Africa Remix de laatste exponent is.

Een verschil ten aanzien van vorige edities van Dak’Art is dat curatoren dit jaar ieder een gebied, grof gezegd noord, oost, zuid en west, aangewezen kregen. Een gevolg daarvan was dat elke coherentie ontbrak. Door de tentoonstelling lopend herken je vooral de individuele voorkeuren van de curatoren, zonder een helder overkoepelend tentoonstellingsconcept. Maar moet ik bekennen, misschien is dit ook wel de charme van de tentoonstelling. Een van de verrassende, jonge kunstenaars was Guy Bertrand Wouete Lotchouang met een poëtische video. Opvallend ook was de aandacht voor schilderkunst. Yacouba Konate, de hoofdcurator, heeft in zijn keuze ‘oude’ meesters als Abdoulaye Konate (Mali), Bouabre Federic Bruly (Ivoorkust) en El Anatsui Brahim (Ghana –Nigeria) op de voorgrond geplaatst, zonder enige hiërarchie. Het zijn stuk voor stuk ingetogen werken waarin de verbeelding centraal staat.

Ook in de catalogus – een grote vooruitgang vergeleken met de voorgaande edities – blijkt dat de discours over het hoe en het wat over de kunst in Afrika volop in beweging is en niet wordt beperkt door geografische en historisch bepaalde grenzen van het continent. Het gevaar is wel dat met het accent op het werk van Afrikaanse kunstenaars die in Europa of de VS wonen, er te weinig aandacht is voor de ontwikkelingen in Afrika en de ‘universele’ beeldtaal overheerst.

www.dakart.org

Alite Thijsen

Recente artikelen