Daniel Roth interview
Daniel Roth interview
Ondergronds verbonden
We kennen elkaar nu een aantal jaar, hebben samen gefietst, tentoonstellingen bekeken en ik heb zelfs je geboortestad in het Schwarzwald bezocht. Ik heb jouw werk door de jaren heen steeds gevolgd, toch hebben we het er nooit écht over gehad. Jouw installaties werden ooit in een tekst vergeleken met films (Being John Malkovich), boeken (The House of Leaves) en videospelletjes (Halo). Ik zou het om te beginnen willen hebben over de verhalen in je werk: waar begint een verhaal, en waar wordt het kunst?
‘De verhalen dienen zich aan op een onverwachts moment en beginnen dan te groeien. Soms hoor ik een gerucht over een gebouw, of er spreekt iets magisch uit een ansichtkaart waardoor ik er meerdere keren naar kijk en langzaam de sporen van een verhaal zichtbaar worden.’
Vinden die momenten jou, of probeer jij de momenten te vinden, zoals bij het gebruik van de Mont Ventoux in het werk Lost Arms in a Crystal World?
‘Op de fiets op de Mont Ventoux had ik na het bereiken van de top van de berg een ontzettende dorst en kwam terecht in een restaurant om een cola te drinken. Binnen zag ik een prachtige zwart-witfoto van een gebouw, bedekt met sneeuw. ‘s Avonds moest ik terugdenken aan dat moment en realiseerde ik me opeens dat er bij die foto goed een scenario, een verhaal te bedenken was. Zo’n moment komt denk ik tot stand door de combinatie van verschillende locaties en hoe je je daar mentaal doorheen beweegt: de sfeer van een onwerkelijk maanlandschap op de laatste meters voor de top van de Mont Ventoux, de foto van het besneeuwde gebouw, de terugtocht naar het beginpunt beneden aan de berg. Dat alles bij elkaar maakte dat die ene foto zo’n indruk op me maakte. In dit geval was het dus het moment dat mij vond. Het is eigenlijk heel moeilijk zo’n moment opzettelijk af te dwingen.’
Nadat je zo’n ‘moment’ gevonden hebt, of misschien is inspiratie een beter woord om het te beschrijven, wat is dan de volgende stap?
‘Ik maak er schetsen over, verzamel achtergrondmateriaal en zoek naar meer originele foto’s die iets vertellen over de geschiedenis van zo’n plek. Een deel van dat materiaal kan het uitgangspunt vormen voor een storyboard. De elementen, of beter gezegd fragmenten, die ik creëer of vind, komen bij elkaar en vormen een losse structuur. Het werkproces kent geen vast verloop, het is meer een intuïtieve zoektocht.’
Is het belangrijk voor een verhaal om verteld te worden, of is het verhaal meer bedoeld voor jezelf, als een soort gids of plattegrond tijdens de zoektocht?
‘Het gaat me niet om een lineair verhaal. Ik ben geïnteresseerd in plaatsen die op een meer cryptische manier de belofte in zich dragen dat er een wereld achter zit die je kunt ontdekken. De locaties zijn de inspiratie voor het vertellen van een aantal open verhalen door middel van verschillende media. Of de fragmenten tot een geheel te voeren zijn in het hoofd van de toeschouwer op exact dezelfde manier als bij mij, is niet van belang. Er zijn verscheidene valkuilen waar je in kunt lopen. Voor mij voelt dat als een uitbreiding van de ruimte.’
Over valkuilen gesproken, ik moet denken aan een e-mail die ik een paar maanden geleden kreeg waarin een foto te zien is van John Baldessari, gemaakt door de fotograaf Albrecht Fuchs. Als ik me niet vergis, is er op de achtergrond van die foto een werk van jou te zien. Misschien was het mijn eigen Being John Malkovich-momentje, maar het leek alsof ik een van je werken betrad en mezelf onverwacht terugvond in het Baldessariportret.
‘Interessant om te horen, dat je door in mijn werk te duiken, in de woonkamer van Baldessari terechtkomt. Ik heb inderdaad weleens gebruik gemaakt van het idee van een getekende portal naar een andere wereld. In Cabrini Green Forest bijvoorbeeld, was het Chicago Correctional Center verbonden met een woonwijk, en men kon “heen en weer reizen” door gebruik te maken van een op de vloer liggend inktvlak. Dat inzicht dat je had moet een kort moment zijn geweest. Het is vergelijkbaar met een déjà vu: een split second dat je contact maakt met iets dat even snel weer verdwijnt. Dat ervaar ik ook als ik een moment vind waaruit zich een verhaal kan ontvouwen. Een slow motion uitvoering van die hersenflits: je volgt een spoor waarbij zich een zware atmosfeer ontwikkelt, net als bij gas dat naar buiten stroomt. Na enige tijd lost het beeld op. Misschien willen de elementen in mijn installaties dat soort momenten fixeren.’
Wat ik interessant vind, is hoe je van de plaatsen/ruimtes die je in je werk gebruikt bevroren momenten maakt, een soort site specific projecten. The Well, bijvoorbeeld, is een installatie gemaakt voor de South London Gallery, die gebaseerd was op het watersysteem daar. Hoewel de installatie geïnspireerd was op de lokale geschiedenis van Zuid-Londen en de architectuur van de ruimte, heb je een verbinding gelegd met Karlsruhe – of misschien is het beter te spreken van vertaling. Beïnvloedt de verandering van context het effect van de ervaring, of de betekenis van het werk?
‘Ik heb The Well voor het eerst getoond in de South London Gallery. Het was geïnspireerd op een plattegrond getiteld ‘The lost rivers and wells in London’, waar ik op stuitte tijdens mijn onderzoek voor de tentoonstelling. Ik was geïntrigeerd door het idee van verloren rivieren en bronnen die oorspronkelijk in de wijk lagen waar de Gallery gevestigd is. Het werk is voor de tentoonstelling ontwikkeld en daarmee in zekere zin site specific. Maar meer in algemene zin gaat het werk over de verbeelding van ondergrondse rivieren in een stad, als de levensader van de architectuur net zoals het vatenstelsel van het menselijk lichaam. Als je de installatie naar een andere plek verplaatst, gaat het nog steeds over die verbeelding en niet om het te doen lijken alsof er werkelijk een bron te vinden is onder South London Gallery of onder de vloer van de galerie in Karlsruhe. Het is een denkraam.’
Heb je ooit overwogen een van je storyboards werkelijk te gaan verfilmen? Of zou dat te veel het nabootsen van de werkelijkheid zijn?
‘Hmmm, interessant. Denk aan missing links, zwarte gaten in een filmsequentie. Het klinkt als een goed project!’
Als je het gaat doen, krijg ik dan wat credits ervoor?
‘Uiteraard.’
Zijn je muurtekeningen, met hun vervlochten, efemere lijnen die architecturale ruimtes aanduiden, een moderne update van Giovanni Piranesi? Maken ze deel van dit denkraam, of dienen ze ertoe jou of het publiek via de ruimte te leiden naar een mogelijk verhaal?
‘Ik vind je interpretatie van mijn muurtekeningen als een update van Giovanni Piranesi leuk, ze kunnen onderdaad wel zo gezien worden. De tekeningen in The Well bijvoorbeeld verschijnen en verdwijnen, afhankelijk van de kijkafstand, als een soort eczeem op de huid van de architectuur. De pijpen die door de architectuur gevlochten zitten, zijn de vaten van de muurtekening en tonen de beelden verborgen zitten in de die muren. Je wordt in staat gesteld het werk te lezen door verschillende lagen heen, als een rhizome.’
Ik ben altijd geïntrigeerd geweest door het feit dat jouw tekeningen zo trefzeker zijn, omdat ze uit één simpele grafische lijn bestaan. Maar het feit dat ze kunnen verschijnen en verdwijnen terwijl je ernaar kijkt, zoals jij vertelt, geeft ook aan dat ze ongrijpbaar zijn.
‘Klopt. De dunne lijn heeft een aantal fotografen zenuwen bezorgd. Ze zijn inderdaad erg moeilijk te documenteren. Ik houd van de muurtekening die na de tentoonstelling verdwijnt.’
Dit doet me denken aan de muurtekening Blau/Gelb/Weiss/Rot van Blinky Palermo, die hij maakte voor Edinburgh College of Art in het kader van de tentoonstelling Strategy: Get Arts in 1970. Kort na de tentoonstelling is hij overgeschilderd. Hoewel vergeten door het instituut, werd het een lokale mythe. Bezoekers die ervan wisten wezen naar het trappenhuis en vertelde je over de Palermo die was weg geschilderd. Uiteindelijk, een paar jaar geleden, is er onderzoek naar gedaan, een conferentie aan gewijd, gevolgd door de reconstructie van de originele tekening, die, om eerlijk te zijn, niet zo interessant was als het idee van de tekening onder de verf. Ik weet dat er in het huis van je ouders een aantal permanente muurtekeningen van je te vinden zijn, zou je dat concept ook vaker toe willen passen of gaat het jou juist om de tijdelijkheid?
‘In 1998 was ik op weg naar Gabriele D’Annunzio’s Vitoriale; de villa en het park van de Italiaanse dichter die een kabinet vol rariteiten creëerde. Ik verbleef in een pension dat ik bij toeval ontdekte: Pension Hohl aan het Gardameer, gerund door een oude dame. Pension Hohl was, de naam geeft het al aan, een pension dat gevuld diende te worden met ideeën. Twee jaar later creëerde ik een scenario uit de verbinding van Vitoriale en Pension Hohl: de installatie Pension Hohl/D’Annunzio. Ik heb er altijd van gedroomd de eigenaar te worden Pension Hohl zodat ik het hele gebouw zou kunnen veranderen in een stichting en het geheel een kunstwerk werd, een visioen. Een paar jaar later kwam een vriend van me terug van vakantie en toonde me een ansichtkaart van een nouveau-riche-hotel, na een tijdje zag ik het het voormalige Pension Hohl was. Wat een verlies. Ken je Richard Prince’s tweede huis? Het was de jachthut van een voormalige politieagent in New York. Prince toonde daar een aantal van zijn werken in, het was een heel bijzondere plek. Niet lang nadat Guggenheim de hut had aangekocht werd hij verwoest door een bliksemschicht. Heel tragisch.’
Een laatste vraag in meer algemene zin gerelateerd aan je werk. Is het waar dat je de jongen uit het Schwarzwald kan halen, maar dat je het Schwarzwald niet uit de jongen kunt halen?
‘Kun je je herinneren dat we fietsten in clubje tussen Amsterdam en Utrecht? We reden in een groep van tien. Voor mij was het onmogelijk om het verschil te voelen tussen de verschillende en draaiende winden, terwijl de Hollanders zich zonder erbij na te denken perfect reorganiseerde ten opzichte van de wind. Ik verloor mijn oriëntatie in de wind en al de lucht om ons heen onmiddellijk, gewend als ik ben aan een ander landschap, met een ander karakter, een andere sfeer. Dat is wat er gebeurt als je de jongen uit het land haalt. En het bewijst dat je het land niet uit de jongen kun halen.’
Vertrautes TerrainZKM, Karlsrhe
Vertrautes TerrainZKM, Karlsrhe
22 mei t/m 21 spetmeber
22 mei t/m 21 spetmeber
Daniel Roth
Daniel Roth
Kunstmuseum Bon
Kunstmuseum Bon
27 november 2008 t/m 1 maart 2009
27 november 2008 t/m 1 maart 2009
Otto Berchem