metropolis m

David Diao

Architectuur, China en moderne schilderkunst: je kunt ze beschouwen als de drie grote thema’s in het werk van David Diao (1943). De Chinees-Amerikaanse kunstenaar brengt ze op een uiterst subtiele manier samen, waarbij een conceptuele benadering van de schilderkunst steeds de boventoon voert. In de tentoonstelling in Office Baroque Gallery wordt een relevante selectie uit zijn werk vanaf de jaren tachtig tot nu getoond.

Hoewel de schilderijen uitgepuurd en streng ogen, bevatten ze verrassend veel autobiografische elementen. Er is bijvoorbeeld Sales 2 uit 1991, een roomwit doek met grote en kleine rode stippen. Onder de stippen staan minuscule jaartallen genoteerd, van 1968 tot 1985. De grootte verwijst naar het aantal verkochte schilderijen. Veel verkocht: grote stip. Weinig verkocht: bescheiden stip. Ook het cleane The Board of Trustees uit 1994 schetst Diao’s ambivalente houding tegenover de schilderkunst en de kunstwereld. ‘The Board of Trustees of the Museum of Modern Art requests the pleasure of your company at the opening of the exhibition David Diao: 25 years of his art on Tuesday, August 7 from nine o’clock until midnight’, staat er te lezen. De naar schilderij getransponeerde uitnodiging van het MoMA is totaal fictief; er was zelfs nooit een retrospectief van Diao gepland. Het verzinsel is tekenend voor de in New York wonende kunstenaar. Ondanks zijn afgemeten, minimalistische stijl is er steeds plaats voor ironie, zelfs voor autobiografische details met een beschaafd streepje zelfspot.

De 67-jarige kunstenaar stond zelden in de schijnwerpers, hoewel zijn carrière een snelle aanvang nam. In het New York van de late jaren zestig sprong hij mee op de kar van het late (abstracte) modernisme. Al snel bleken minimalisme en conceptualisme het te winnen van Op Art en andere, meer barokke stromingen in de schilderkunst. Sterker begaan met het medium dan met zijn eigen signatuur, legde Diao zich sindsdien toe op het weerspiegelen van deze theoretische discussiepunten uit de moderne en hedendaagse schilderkunst.

Diao verwijst naar de monochrome werken van Barnett Newman, naar Malevich, Warhol, Pollock en Matisse. In Geo and Non-geo (M&M) (2010) bijvoorbeeld brengt hij de strepen van Malevich samen met de ronde, organische uitsneden van Matisse. De titel verwijst naar de term Neo Geo die in 1986 door de New Yorkse criticus Donald Kuspit werd gegeven aan het neo-abstractionisme, een -isme dat in de vroege jaren negentig in de mode was en waardoor ook Diao’s carrière even een vlucht nam. ‘Non-geo’ slaat hier op Matisse, maar in hetzelfde flitsende roze en even groot naast elkaar zijn de strepen van Malevich en de krullen van Matisse natuurlijk niet fundamenteel verschillend. Zo reageert Diao op een modernisme dat strikt en al te zeer aan regels gebonden was en dat daarom wellicht gedesintegreerd raakte.

Door de talloze referenties in zijn werk riskeert Diao de academische kant op te zweven. Desondanks is wat hij schildert zelden geforceerd en past het ook goed bij zijn rol van docent bij het Whitney Independent Studio Program in New York. Naar verluidt kreeg hij mede door zijn lessen een cultstatus die vanuit New York naar hier overwaait. En die mede verklaart waarom hij tegenwoordig door verscheidene curatoren en verzamelaars wordt omarmd.

In het monochroom groene Open/Surrender uit 2009 schetst Diao de lijnen van een tennisveld naast een wit, in het beeld glijdend vlak. Het doek refereert aan zijn vader die twintig jaar geleden overleed op een tennisveld, en het knoopt aan bij het huis uit Diao’s jeugd. Het Da Hen Li Huis, waar hij tot zijn zesde woonde, bestond uit verschillende gebouwen en buitenruimten, waaronder ook een tennisveld. Op zijn zesde verliet Diao het geboortehuis in Chengdu. Het was 1949, het jaar waarin Mao de Chinese Volksrepubliek in het leven riep. Na een verblijf van een paar jaar in Hongkong gingen Diao en zijn vader weg uit China. Zijn moeder en zus hadden ook op de afspraak moeten zijn, maar zij raakten niet tijdig bij het vliegtuig. Vervolgens duurde het dertig jaar vooraleer Diao ze, op bezoek in China, weer zag.

In verschillende van Diao’s doeken vind je het tennisveld van het Da Hen Li Huis terug. Omdat er geen bouwkaarten of foto’s zijn overgebleven, is het voor de kunstenaar het enige vaste punt in een poging om het verleden te reconstrueren. In de tentoonstelling dient het huis ook als referentie voor ander werk over architectuur, zoals The Rug, It Shrank! (2004-5), dat verschillende versies van de plattegrond van het beroemde minimalistische Glass House van Philip Johnson biedt. Diao schilderde het grondplan van het Glass House als een tapijt met uitsnijdingen. In de verschillende versies krimpt het tapijt en komen de door Johnson op vaste plek geplaatste meubeltjes steeds dichter bij elkaar tot ze onhandig tegen elkaar kleven.

Misschien begrijpelijk voor iemand met zijn achtergrond, suggereert Diao in zijn werk dat strenge regels en principes botsen met de chaos van de werkelijkheid. Deze zin voor relativering, gecombineerd met intelligentie en een milde humor, levert conceptuele schilderkunst op die zeer weet te overtuigen.

Els Fiers is kunsthistoricus, criticus en schrijver, Gent

Els Fiers

Recente artikelen