metropolis m

Kunst weet zich meer en meer ingekapseld in een web van informatie. David Jablonowski spiegelt in zijn werk de chaos van de informatiemaatschappij, overtuigd als hij is van haar meerwaarde. Hij heeft geen andere keus, vindt hij.

Met zijn sculpturen verbindt David Jablonowski (Bochum, 1982) verschillende invalshoeken en denkniveaus tot een web van vorm en betekenis. In de tentoonstelling Hello Prediction! / Still Life with Turkey Pie (2014) bij Max Wigram Gallery in Londen, is Stilleven met kalkoenpastei (1627) van Pieter Claesz. uit de collectie van het Rijksmuseum afgedrukt op behang en opgenomen in een installatie van leddisplays, filmvertoningen, een overheadprojector, een vergrootglas, gedroogde sinaasappel, appel, kaneel, chilipepers, bamboebladeren, placemats, servetten, prints en metalen sculpturen.

David Jablonowski

(gekscherend) ‘Ben ik nu gek, of is alles om mij heen gek? Mijn onderzoek gaat over het opnemen van informatie. Over de complexiteit om me heen, hoe ik me daartoe verhoud en me er niet aan kan onttrekken. Informatie wordt op een bepaalde manier aangeleverd, het dwingt een manier van denken af.
Toen Doug Engelbart (1925-2013) met hyperlinks begon te werken begreep niemand waar hij mee bezig was. De “godfather of interface” vond tevens de computermuis uit, als hulpstuk voor het gebruik van zijn uitvinding. In een interview – Engelbart is dan al grijs – spreekt hij over “veranderingen van paradigma”. Mensen begonnen langzaamaan te begrijpen wat hij vijftig jaar geleden had uitgevonden. Het toont aan dat we nog maar aan het begin staan van een nieuw soort denken, een cultuurverandering, beïnvloed door zijn uitvindingen.’

Laura van Grinsven

Het is bekend dat Google de zoekopdrachten ordent aan de hand van het aantal verbindingen dat een resultaat geeft, waardoor niet de meest inhoudelijke of recente informatie, maar de meest gelinkte, bovenaan de pagina verschijnt. Het feit dat informatie ons zonder hiërarchie wordt aangeboden, en het idee dat er daardoor in onze cultuur een verlies aan waarde optreedt, is een veel bediscussieerd onderwerp. Betekenis wordt oppervlakkig: in installaties combineer je de druïde uit Asterix net zo gemakkelijk met een Assyrisch kleitablet als het kleurenschema van Flickr.

David Jablonowski

‘Het gaat me niet zozeer om het postmoderne vrijdenken, waarbij alles kan en mag. Ik ga een stap verder: “The medium is the message”, zoals McLuhan zei. Het is niet wat we denken maar hoe we dat doen. Ons denken is gestimuleerd door het fenomeen van de hypertekst en de mogelijkheid om te springen tussen betekenissen, interpretaties en associaties. Als gevolg daarvan wordt onduidelijk wat hoofd- en bijzaak is. Dat vind ik spannend.’

Laura van Grinsven

In jouw werk bepaalt de toeschouwer zelf de route en zwaartepunten.

David Jablonowski

Hello Prediction! / Data Mining (2014) bij Galerie Fons Welters op de beurs in Keulen, ging over informatie, desinformatie, verwijzingen en doodlopende wegen. Door de mogelijkheid van hypertekst, kunnen we surfen. Ik zoek het ene en vind het andere: “You may also like…” Door het samenvoegen van al die informatie rondom bepaalde onderwerpen creëer ik verwarring. Er is geen juiste interpretatie van het werk.
Een van de termen die ik graag gebruik is prosumer. Het betekent dat iedere gebruiker (consumer) ook producent (producer) is. De fabrikant gebruikt “reviews” van gebruikers om zijn product aan te passen. De herkomst van onze producten is diffuus. Het is zoals als Beuys al zei: “Iedereen is kunstenaar”, waarmee hij bedoelde dat iedereen een onderdeel is van de sociale plastiek die de maatschappij vormt. De maatschappij wordt een soort werknemer. In Hello Prediction! / Data Mining toon ik deze productieverstrengeling, door video’s te gebruiken van consumenten die camera’s testen, zoals een jongen in Egypte die voor een camera poseert, alleen om te laten zien hoe deze werkt.
Er bestaan bedrijven die gespecialiseerd zijn in social sentiment analysis. Ze kunnen met programma’s real-time analyses uitvoeren. Obama houdt een speech en onderwijl worden sociale media gescand op bepaalde woorden in een bepaalde samenhang. Aan de hand van abstracte gegevens, zoals diagrammen, kan gekeken worden hoe het sociale sentiment eruit ziet. Tijdens de speech kunnen er al aanpassingen worden gemaakt. De gegevens kunnen ook worden ingezet ten behoeve van toekomstanalyses, zoals de Hype Cycle-diagrammen in de installatie Prediction Towers (2014) in Keulen, afkomstig van het bedrijf Gartner. De toren zelf bestond uit marmeren platen met een patroon dat digitaal leek. Daarop stond een ledpaneel met erboven twee meter hoge glazen platen, daarop kubussen van acryllaat. Het licht scheen overal doorheen.’

Laura van Grinsven

Is jouw werk een archeologie van de informatiesamenleving?

David Jablonowski

‘Ik probeer te ontrafelen hoe de complexiteit in ons denken ontstaat. Ik gebruik ook hedendaagse fenomenen die ik opvallend vind, zoals Pret à Manger en Eat., winkelketens waar verantwoord eten wordt aangeboden en waar uitgebreid wordt uitgelegd waar het desbetreffende product vandaan komt. Het hele proces van productie is zichtbaar gemaakt. Mij interesseert vooral de wijze van communicatie die ontsloten wordt. Het is ook interessant te zien hoe het Rijksmuseum met cultureel erfgoed omgaat. Het koos voor laagdrempeligheid door de collectie online beschikbaar te stellen. Zelfs voor commerciële producten, bijvoorbeeld scooters waar je een afbeelding uit de collectie, zoals Het stilleven met kalkoenpastei, op kan laten printen. Ik koos ervoor om het beeld op een behang van 3 x 6 meter uit te smeren. Mijn werk bevraagt het kapitaliseren van erfgoed. En tevens is het een verdubbeling van de verleidingen en de overvloed op het tableau van Pieter Claesz. Je kunt nu kiezen voor een bureaublad, een jurk, een scooter of een behang met het nationaal erfgoed erop gedrukt.’

Laura van Grinsven

In de tentoonstelling User (2012) in Galerie Fons Welters werd een video getoond waarin we Doug Engelbart hoorden spreken. In Londen gebruikte je de social sentiment analysis-diagrammen. Dit soort letterlijke referenties gebruik je veel.

David Jablonowski

‘Ik vind het spannend dergelijke tijdsgebonden fenomenen letterlijk in mijn werk op te nemen. In reclames en zelfs op het beeldscherm van je computer zijn vaak spiegelingen of schaduwvlakken aan het product toegevoegd. Dat gaat simpelweg over het beleven van een object: hoe genereer je diepte? Aan de ene kant wordt alles platter (digitaal), anderzijds wordt nog steeds vastgehouden aan het fysieke object in tijd en ruimte. Daar speel ik op in.
Het “memento mori” dat in elk object aanwezig is, wil ik juist in ere houden. Ik maak het de toeschouwer niet makkelijk; ik reduceer het product niet tot slechts een mooi object en leg er niet dik bovenop waar het vandaan komt. Het gaat mij om de complexiteit. Het kunstwerk niet als antwoord te zien maar als opeenstapeling van vragen. Tegelijk is het de vraag in hoeverre er nog sprake is van communicatie. Wanneer krijgt het denken (paradigma) een zelfstandige vorm?’

Laura van Grinsven

Het ontrafelen en weer opbouwen van al die netwerken zorgt ervoor dat je op den duur de draad kan kwijtraken.

David Jablonowski

‘Ik denk dat er gelijktijdig behoefte ontstaat aan simpliciteit. De puur sculpturale werken vormen een adempauze. Ik heb een object gemaakt van geschaafde keramiek. Op de boerderij waar ik werk was alles wit van de slijpsporen. Men denkt dat het CNC (computergestuurd) gefreesd is, toch is het handmatig geslepen. Dat brutale is cruciaal. Er zit een directe logica in. Daarom bestaan die verschillende werken ook naast elkaar, als test en onvermijdelijke consequentie van elkaar.’

Laura van Grinsven

Hoewel het sculpturale in je werk een belangrijke plek inneemt, zijn je sculpturen nooit louter formeel. Voor je tentoonstelling Material Kontingenz (2010) in het SMBA reisde je naar Iran. Je beeldhouwde de vormen van Assyrische kleitabletten, en plaatste gipsen boekrollen op reproducties van pagina’s uit de Codex Manesse (Imposition, 2010). De boekrollen als zodanig waren niet letterlijk meer te herleiden in de sculptuur zelf. Een begeleidende video, afbeelding of tekst legde de verbinding. Toch was de gebeeldhouwde vorm monumentaal op zich. Het leken oervormen, die wilden spreken maar dat niet meer kunnen, een verloren taal. Het doet mij denken aan klassieke filosofische kunsttheorieën, die de ultieme balans tussen vorm en inhoud zien als voorwaarde voor een geslaagd kunstwerk. Volgens denkers als Hegel is ons denken zo ontwikkeld dat deze balans niet meer te bereiken is. Wij kunnen ons niet geheel meer uitdrukken in vorm. Ons denken is aan de vorm voorbij gegaan. Jij laat juist zien dat de vorm, behalve drager van informatie, zelf ook een denkwijze behelst.

David Jablonowski

‘Er is meer communicatie aanwezig in een medium dan alleen informatieoverdracht, vandaar de titel Material Kontingenz, aaneenschakeling van materialen. Daar begint de complexiteit: waar komt een begrip vandaan, hoe ontvouwt het zich in de materialiteit. De monumentaliteit is slechts één aspect van mijn werk. De codexwerken heten niet voor niets Imposition. Ik zocht naar het communicatieve dat een sculptuur heeft, of had. Daarbij komen formele aspecten aan bod: stabiliteit, opvattingen over materiaal, over de huid, wanneer is iets zwaar? Ik legde de nadruk op het fysieke, de ervaring van het object, onder een sculptuur staan, op een locatie zijn. Ik maakte ook een wandsculptuur dat verwarmd werd, Still, 2.39:1 (2010). Ik maak gebruik van aspecten die teruggaan tot de Egyptenaren, zoals het idee van positieve en negatieve ruimte, de niet-tastbare ruimte die een beeld inneemt, bijvoorbeeld tussen de benen van een figuur. Het werk Disposition (2009) mocht aangeraakt worden waardoor het instabiel werd. Het fysieke benadrukken betekent alle lettelrijke communicatie uit een beeld halen, zoals narratief en symboliek. Zo wordt de ruimte gelaten voor de communicatie van het medium zelf. In mijn andere werk doe ik in feite het tegenovergestelde, door de toeschouwer een overdaad aan informatie voor te schotelen zodat deze niet langer in staat is de afzonderlijke lagen te onderscheiden. Je kunt slechts een deel ervan vatten. Als toeschouwer moet je selecteren, omdat je anders te veel informatie binnenkrijgt. Ik speel bewust het sculpturale uit tegen de andere werken, die juist die oppervlakte bevatten, de verwachting scheppen gelezen te worden.’

Laura van Grinsven

De elementen uit je werk kunnen heel verschillend begrepen worden. Zo is de scanner een sokkel voor het keramiek en ook zelf deel van de sculptuur. De scanner is tevens een modern medium, iets heel anders dan klassieke sculptuur. Hij maakt de interpretatie van het werk mogelijk, sluit ook mogelijke referenties uit. En tevens is hij een ‘memento mori’, een overblijfsel uit een bepaalde tijd, een die snel veroudert, terwijl het tegelijkertijd bijdraagt aan de digitalisering.

David Jablonowski

‘Ja dat klopt. Neem het werk Multiple, Heidelberg, 2.39; 1.78; 1.33:1 Hardcopy (Desktop) (2011) in de vijver tijdens Lustwarande 11. Ik zag het later terugkomen op Flickr. In het werk gebruik ik de kleurencodes van Flickr, die verdubbeld werden in de weergave ervan op de website. De hele opbouw in de vijver was een referentie aan de computer, de interface inclusief de carrouselweergave van de afbeeldingen op een Mac, inclusief de spiegeling op het beeldscherm (door het water). Deze trendgevoeligheid plaats ik bewust letterlijk in mijn werk. Dat super actuele contrasteert in dit werk met de grote drukpers, ook een tijdelijk monster dat nu geschiedenis is.’

David JablonowskiGalerie Fons Welters, Amsterdam
22.11.2014 – 24.01.2015

Laura van Grinsven

is kunsthistoricus en filosoof

Recente artikelen