metropolis m

Herbeleving is een beproefde therapeutische methode om pijn en verlies de baas te worden. onderzoekt hoe beelden uit het verleden het huidige Zuid-Afrika kunnen helpen bij het genezen van trauma. Ter gelegenheid van de toekenning van de Foam Paul Huf Award 2022 presenteert Foam een overzicht van haar werk. Op ons verzoek staat Mariama Attah, die Kganye goed kent, stil bij de belangrijkste thema’s uit haar werk.

Voor de Zuid-Afrikaanse Lebohang Kganye (1990) kan kunst ertoe bijdragen om moeilijke, soms onuitsprekelijke gebeurtenissen aan anderen te vertellen en zo ruimte te creëren om buiten traditionele oplossingen na te denken over het verleden en de trauma’s die er verband mee houden. Ze is al jaren geïnteresseerd in processen van rouw, die ze documenteert in soms experimenteel vormgegeven tentoonstellingen, waarin wordt onderzocht hoe anders om te gaan met het verlies van mensen, herinneringen en identiteiten. In haar werk combineert ze fotografie, performance en beeldhouwkunst, waarmee ze vensters opent die even vertrouwd als nieuw kunnen aanvoelen. Ze geeft daarbij blijk van een diepgaande empathie voor de mensen en hun worsteling met het verleden, van wie ze de soms pijnlijke verhalen met grote behendigheid weet uit te werken.

Voor de projecten die op dit moment te zien zijn in Foam heeft Kganye zich gericht op intergenerationeel geheugen en de handeling van het herinneren. Ze is op zoek gegaan naar mechanismen om herinneringen opnieuw te kunnen herbeleven. Het werk voert langs familiearchieven en volgt de contouren van een gedeeld geheugen die soms op ongrijpbare punten met elkaar verbonden zijn.

In haar praktijk werkt Kganye vooral met fotografie, waarmee ze de contouren van eerder geleefde levens, van verre herinneringen, van de vormen van mensen die er niet meer zijn, tracht vast te leggen. De hiaten die achterblijven worden vervolgens opgevuld met een een variëteit aan persoonlijke verhalen en bijschriften die helpen de beelden in een breder verhaal te plaatsen. Dit zijn verhalen over apartheid, de reikwijdte van segregatie, vaak door de generaties heen, over wederopbouw, het creëren van een erfenis, en uiteindelijk het verwerken van verdriet. Verhalen worden in het levensritme gedrumd door middel van ritueel, herhaling en herinneringen. De vertellers eisen hun verleden op, verheffen zich uit de bewuste obscuriteit en nemen bij elke voordracht opnieuw de controle over hun verhalen over.

Over moeders schouder

In de fotoserie Ke Lafa-Kaka: Her Story (2013) tracht Kganye de ruimte tussen haar moeder en haarzelf te onderzoeken, dwars door de tijd heen. Op de beelden uit deze reeks zweeft een half zichtbare beeltenis van Kganye boven haar moeder, gekleed in identieke kleding. Ze glimlacht over haar schouder, of staat een stap achter haar en kijkt peinzend in de camera. De overlappende vrouwen nemen meer fysieke en chronologische ruimte in dan in de echte wereld, en in de ruimte die zij delen strekt het verstrijken van de tijd zich in vele richtingen uit.

De sfeer van de foto’s die Kganye uit haar familiearchief heeft gehaald verwijst duidelijk naar het verleden; de kleuren zijn gedempt, de kleding, gebouwen en achtergronden ogen nostalgisch. De oorspronkelijke laag van de beelden toont Kganye’s moeder op verschillende locaties, vaak alleen, de blik gericht op iets of iemand buiten het kader. Buiten wordt ze vaak omringd door woekerende planten, zoals in Habo Patience ka Bokhathe. De scènes hebben iets artistieks, met kleding die te gestileerd lijkt voor dit soort nonchalante snapshots. De lange roze geplooide jurk in Ka 2phisi yaka e pinky, bijvoorbeeld, steekt net iets te mooi af tegen de grote groene aloë veraplant, terwijl ook Ka Mose wa Malomo Kwana 44 geposeerd overkomt, alsof de foto genomen is vlak voor een dansfeest of een andere sociale aangelegenheid. In Re Shapa Setepe sa Lenyalo wordt de kijker frontaal geconfronteerd met een groep mensen die in formele kleding, met hoeden op en paraplu’s in de hand, richting de camera loopt. De hitte is voelbaar en lijkt op te stijgen uit de stoffige grond, maar de groep blijft opgepoetst en onberispelijk.

Door deze serie heen ontstaat een gedeelde ruimte waarin moeder en dochter met elkaar in interactie staan, en waar de kijker heen en weer wordt geslingerd tussen verschillende tijdlijnen, herinneringen en perspectieven. Geleidelijk aan ontstaat een dialoog tussen het verleden en het heden. Door steeds één scène vanuit twee gezichtspunten te bekijken, tilt Kganye de herinnering uit het platte vlak en geeft het de diepte van een meer tastbare, grijpbare gebeurtenis. Ergens doet het ook denken aan een verkleedpartijtje, het aantrekken van de te grote schoenen van je moeder, waarbij je jezelf projecteert in je toekomstige volwassen leven gebaseerd op de sjablonen van de volwassenen om je heen. In veel opzichten kan de dood gezien worden als het einde van een gesprek, maar Kganye laat zien hoe de monoloog van de rouw zich toch kan ontwikkelen tot een nieuwe en actieve herlezing van het verleden.

Reconstructies en herzieningen

De serie Tell Tale (2018) speelt ook met fotografie, het vertellen van verhalen en tijdskwesties. De fotografische werken in deze reeks zijn driedimensionale diorama’s die de kijker uitnodigen om de werelden die erin worden weergegeven te betreden. De zwarte contouren van mensen en rekwisieten zijn uitgeknipt en in een effen wit kader geplaatst van 90 bij 64 cm, als een soort grote kijkdozen. De papieren figuren en gebouwen zijn nauwkeurig op schaal uitgesneden, waardoor ze in perspectief aan de toeschouwer verschijnen. De straatnaambordjes, de borden op de gebouwen, de aparte gebouwen op de achtergrond, het zijn allemaal tekens die aangeven waar de afgebeelde verhalen zich afspelen, wat zowel buiten- als binnenshuis kan zijn. In sommige scènes verdwijnen treinen in de verte terwijl mensen op de voorgrond rondlopen, in andere scènes doen mensen allerhande klusjes terwijl ze met elkaar kletsen. De zwart-witte decors in deze serie zijn statisch, maar op de een of andere manier ook levendig en geladen. Alsof alles op het punt staan te bewegen.

Als we binnenstappen in deze ruimtes, kunnen we ons voorstellen wie de hoofdpersonen zijn en hoe ze in de verhaalstructuur passen. Tell Tale vertelt de verhalen van de bewoners van Nieu-Bethesda in de Oostkaap, die hun herinneringen aan de apartheid met Kganye deelden tijdens de artistieke residentie die ze er deed. Tussen deze reconstructies, herzieningen en veranderlijke momenten heeft Kganye een vast punt genomen van waaruit ze deze herinnerde momenten kon onderzoeken. Vragen die ze zichzelf hierbij stelde waren: wat is het nut van het kunnen ‘resetten’ van een herinnering? Wat kan bereikt worden door herinneringen te herhalen? Zowel Kganye als de mensen die ze verbeeldde in deze miniatuurwerelden krijgen middels deze bevroren scènes achteraf afstand en inzicht tot de herinnering die wordt weergegeven. De vertellers en hun gedachten worden in perspectief geplaatst. Het geheugen is op deze schaal gemakkelijker te hanteren en te inspecteren. De gepauzeerde interacties maken het mogelijk relaties, hoofdrolspelers en kleine details te bestuderen op een manier die in het echte leven onmogelijk is.

Herzieningen zijn een natuurlijk element van het vertellen van verhalen. Verhalen krijgen opnieuw vorm, worden ingekort, aangedikt of uitgebreidt bij elk nieuw publiek, gelegenheid of ruimte. Net als identiteiten zijn verhalen flexibel en kunnen ze gemakkelijk veranderen in reactie op het ontdekken en verwerken van nieuwe waarheden. De onderdrukking die plaatsvond onder de apartheid loopt als een rode draad door Kganye’s beeldtaal. De gedwongen verhuizing van gemeenschappen, van het opstellen van hiërarchieën en het met geweld handhaven daarvan, van het zorgen voor sociale, politieke, economische en geografische ontwrichting en verwoesting: het zijn allemaal factoren die bijdragen aan het opzettelijk wissen van herinnering. Processen als deze worden ingezet ter belemmering van het culturele geheugen van gemeenschappen, om blinde vlekken te creëren in hoe culturen zichzelf zien en herinneren, om een soort blindheid voor de eigen geschiedenis op te wekken. In Kganye’s beeldende verslagen wordt opnieuw zichtbaar gemaakt hoe elk aspect van het leven werd geraakt door apartheid en kolonialisme, maar ook hoe dit nog altijd even voelbaar is in het heden.

In haar werk roept Kganye schrikbeelden op van dood, rouw en herinnering met een verfijnde beeldtaal die ruimte geeft aan de evolutie van verhalen en identiteit door de tijd heen. Het is een creatief antwoord op de last en de erfenis van trauma, waarmee ze laat zien hoe verhalen kunnen worden overgeërfd, maar ook hoe ze vervolgens in het heden opnieuw verbeeld kunnen worden. Met naadloze combinaties van fotografie, performance en het vertellen van verhalen creëert ze ruimtes waarin het mogelijk wordt om met steeds nieuwe hervertellingen te oefenen voor het verwerken en het scheppen van nieuwe ideeën in de wereld. Er zit een element van fantasie in deze lezing. Door projecten te ontwikkelen waarin personages kunnen terugkeren naar de verhalen die ze vertellen en verloren geliefden steeds opnieuw te kunnen bezoeken, worden nieuwe werelden en nieuwe manieren van kijken gecreëerd. Met het trekken van zulke tijdlijnen probeert Kganye juist niet alle moeilijke momenten uit te wissen of de openlijke en gewelddadige gevolgen van de apartheid glad te strijken. Eerder plaatst ze de kijker actief in een geschiedenis die anders aan deze mogelijkheden voorbij zou zijn gegaan. De fictie die Kganye biedt is een vorm van genezing dwars over tijd en locatie heen, waarin we ons kunnen leren verhouden tot gemis en kunnen oefenen met het vormgeven van nieuwe verhalen in het heden.

Deze tekst is uit het Engels vertaald door de redactie

Lebohang Kganye
Paul Huf Award 2022
16.2 t/m 21.5.2023
Foam, Amsterdam

Mariama Attah

is curator, schrijver en docent fotografie. Ze is curator van Open Eye Gallery, Liverpool.

Recente artikelen