metropolis m

De herontdekking van de Balkan

Er is waarschijnlijk geen gebied in Europa waar zoveel vooroordelen over bestaan als de Balkan. Met het oog op de nabije toetreding van landen uit de regio tot de Europese Gemeenschap wordt het tijd voor een culturele bijscholing. Een drietal grote tentoonstellingen doen een poging de regio in een ander daglicht te stellen.

Na jaren waarin de Noord-Zuid dialoog van het postkoloniale discours de aloude Oost-West verhouding reduceerde tot het bijprogramma van grote kunstmanifestaties, krijgt Zuidoost-Europa eindelijk de aandacht die het verdient. Dankzij de op handen zijnde toetreding van landen uit die regio tot de Europese gemeenschap zijn er in het afgelopen jaar drie tentoonstellingen georganiseerd die zich met kunst uit de Balkan hebben beziggehouden: In Search of Balkania (Neue Galerie Graz), Blut & Honig ¬- Zukunft ist am Balkan (Sammlung Essl in Klosterneuburg bij Wenen) en In de Schluchten des Balkan – Eine reportage (Kunsthalle Fridericianum, Kassel). In de tentoonstellingen klinkt het besef door dat de aloude Oost-West confrontatie door de val van de Muur niet automatisch voorbij is gegaan, zoals men jarenlang tegen beter weten in heeft gehoopt. Het wordt hoog tijd ons eens serieus op de Balkan te richten.

In de geografische ruimte waarnaar het woord Balkan verwijst, bevinden zich tal van groeperingenen, staten en staatsvormen die in taal, religie en cultuur van elkaar verschillen. De regio is het product van een eeuwenlang geworstel van politieke invloed en macht, van een gevecht tussen wereldreligies en ideologieën in de kleinst denkbare ruimte: christendom tegenover islam, communisme tegenover kapitalisme, etnisch nationalisme tegenover globalisering. ‘Balkan’ is misschien wel het best te typeren als een culturele chimaera, die als aanvankelijke puur discursieve constructie een werkzame realiteit geworden is. Precies daar schuilt ook het probleem. Westelijke vooroordelen, ressentimenten, racisme en fundamentalistisch katholicisme hebben in de loop van de eeuwen een politieke en culturele agenda laten ontstaan die kritiekloos tot uitgangspunt van de beschaving is geworden.

Het besmette discours functioneert als dubbelagent. Het structureert het denken maar ook het onderbewuste. Culturele stereotypen overleven vele generaties en de daarbij horende politieke systemen. Ze leggen de basis voor waardevoorstellingen en overtuigingen die niet zomaar zijn uit te wissen. Zo is de discussie over de Balkan in eerste instantie een westerse aangelegenheid, die echter na verloop van tijd deel is geworden van het onderbewuste van mensen en bevolkingsgroepen uit Zuidoost-Europa, met als gevolg dat hun zelfbeeld er sterk door is gekleurd.

Sinds enige tijd weren kritische kunstenaars en auteurs uit de Balkan (onder wie Sanja Ivekovic, Andreja Kuluncic en Dan Perjovschi, Boris Buden, Bojana Pejic en Rastko Mocnik) zich tegen het westerse beeld van de regio door er met veel overtuigingskracht een eigen politieke en culturele definitie tegenover te stellen. Op het moment dat het modernisme, waarop de westerse kunstwaarden grotendeels gebaseerd zijn, begint af te brokkelen, blijkt de eigen politieke identiteit een welkome artistieke hulpbron, zoals bijvoorbeeld de kunstenaars in René Blocks tentoonstelling In Schluchten des Balkans – Eine Reportage hebben laten zien. Veel van de interessantste werken van de laatste decennia, of die nu in het Westen of het Oosten ontstaan zijn, houden zich daarmee bezig.

Imagoprobleem

Dwars door de disciplines heen, van antropologie via filosofie tot geschiedenis, is een nieuwe discipline ontstaan, de ‘imagologie’, die zich letterlijk met de beelden van het andere en het probleem van de representatie van het andersoortige bezighoudt. Vertegenwoordigers van die discipline zijn onder andere Edward Said en Maria Todorova. Doel is bijvoorbeeld het hardnekkige beeld van de Balkan als een politieke en culturele bufferzone tussen Europa en Azië, zeg maar tussen beschaving en barbarij, tegen te gaan met beelden en begrippen die een veel positiever begrip uitdragen. De Balkan wordt in die visie voorgesteld als een regio waar veeltaligheid, cultureel pluralisme, etnische gelijkwaardigheid, religieuze tolerantie zorgen voor het opheffen van grenzen en het scheppen van ruimte.

De Franse filosoof Jean-Luc Nancy heeft het in zijn opstel Lof van de Vermenging – Voor Sarajevo als volgt samengevat: ‘Elke cultuur is in zichzelf “multicultureel”, niet alleen omdat er altijd een proces van assimilatie plaatsvindt en er geen sprake kan zijn van een eenvoudige en zuivere herkomst, maar ook om meer fundamentele redenen, omdat de geste van de cultuur zelf uit is op vermenging. Deze geste leidt tot competitie, onderlinge vergelijkingen, er wordt veranderd en geïnterpreteerd, afgewezen en opnieuw samengesteld, gecombineerd en in elkaar geknutseld.’ Edward Said gaat in zijn standaardwerk Cultuur en Imperialisme nog een stap verder met de these dat de eigen cultuur als ‘het andere’ te denken is. Het wezenlijke van het zelf vindt niet zijn basis in een etnische en culturele homogeniteit, maar in de onreinheid, de onscherpte en de interferentie.

De ‘cultuur van de vermenging’ produceert trans- en interculturele fenomenen in de sociale levenswereld zoals de populaire cultuur. De daaruit voortkomende interculturele samenleving betekent een verzwakking van het denken over de nationale staat, wat de aanhangers van een bloedbepaalde, nationale culturele identiteit een gruwel is. In politiek opzicht is de voorstelling een cultuur van de vermenging diametraal tegengesteld aan de ‘botsing van beschavingen’, zoals Samuel Huntington in zijn beroemde gelijknamige boek de wereld ziet.

Wie aan de rand van een samenleving leeft en er geen eenduidige identiteit op nahoudt, verkeert in de voordelige situatie door een veelzijdige culturele toe-eigening een meervoudige identiteit te kunnen ontwikkelen, die het mogelijk maakt het andere zonder problemen te erkennen en zich ermee in te laten. Het positieve gevolg ervan is dat dit proces van zelfverwerkelijking op den duur de starre grenzen tussen de culturen en naties aflost. Het nadelige gevolg is de opkomst van een nieuw stel problemen: migratie, marginaliteit en een bestaan aan de grens die als bevallig ornament in een concept van radical chic geïmplementeerd kunnen worden, om zo in een kapitalistisch scenario nieuwe markten te doen ontsluiten die op de uitbuiting van deze anderen berusten.

Maar de bereidheid, ‘de eigen cultuur als ander te denken’, is zeer gering. In het Westen volhardt men in het idee van de Balkan als een van de moderniteit en Europa geïsoleerde ruimte, waar tribalisme en etnisch nationalisme welig tieren. De erkenning van de geschiedenis van Zuid-Europa als een gecompliceerd uitzonderingsgeval van de gemeenschappelijke Europese geschiedenis zou ook een herziening en een nieuwe definitie van de westerse blik inhouden. Eenvoudiger en wezenlijk aangenamer is het de Balkan verder als raadselachtige ondoordringbare grillige en ongedomesticeerde psychogeografie aan de rand van de civilisatie te definiëren. Terwijl de Balkan in werkelijkheid niets anders is dan de verdrongen keerzijde van de eigen Europese identiteit.

Rijk en arm

Dat de Balkan niet als het model van een grens en etniciteit overschrijdende transculturaliteit wordt beschouwd, ontkracht de leugenachtige neoliberale belofte van een wereldmarkt zonder grenzen waarin huidskleur en culturele identiteit geen rol meer zouden spelen. In de jaren negentig presenteerden rechtse theoretici hun afkeer van een cultuur van de vermenging tegen de achtergrond van de oorlog in Joegoslavië. Het gemoderniseerde culturele racisme van extreem rechts, zoals dat zich het eerst in Frankrijk ontwikkelde, lanceerde het schijnbaar tolerante begrip etnisch pluralisme.

Weliswaar erkent etnisch pluralisme het onderscheid tussen de etniciteit (volkeren), maar in feite leeft in dit model het oude Europese koloniale racisme voort. En dat niet alleen aan de rechterkant van de samenleving, maar ook in het midden, vooral daar waar het aankomt op het vraagstuk van de omgang met migranten en voorstellingen van een toekomstig Europa. Het concept van het etnisch pluralisme speelt ook een rol in Samuel Huntingtons boek The Clash of Civilizations, dat vooral in samenhang met de aanslagen op het World Trade Center in New York hevig bediscussieerd is.

De Amerikaanse historicus verdedigt de these dat het culturele onderscheid tussen beschavingen de grond vormt voor toekomstige conflicten en oorlogen. Huntington voorziet een nachtmerrie. De verscherpte tegenstellingen tussen beschavingen, christendom tegenover islam, katholicisme en protestantisme tegenover orthodoxie, ontladen zich als natuurgeweld in een open oorlog. Huntingtons politiek van de culturele apartheid levert een uiterst aantrekkelijk interpretatiekader, waarvan conservatieve politici in de Verenigde Staten zich lichtvaardig bedienen om hun preventieve oorlog te legitimeren. De culturele deling van de Balkan dient daarmee in werkelijkheid om een veel fundamentelere deling te verbloemen: die tussen rijk en arm.

De globalisering, waarvan de val van de Berlijnse muur het startschot vormde, heeft in mum van tijd een nieuwe sociale apartheid laten ontstaan, als gevolg van de desintegratie van politiek-economische systemen in het Zuiden en het Oosten. Het heeft geleid tot massa-immigratie, die het Westen angst inboezemt, mede omdat ze de grensconflicten tussen het centrum en de periferie naar binnen verplaatsen. Het gevolg is dat de grensbewaking meer en meer als afweer van immigranten dan voor militaire doeleinden dient. De globalisering heeft zo een overschot aan bevolkingsgroepen gecreëerd voor wie geen plek meer is in het kapitalistische systeem. Deze nieuwe wereld van gemarginaliseerden, die niet alleen in het Zuiden en Zuidoosten van Europa leven, maar ook in de metropolen in het Noorden, staan buiten de samenleving staat. De EU-integratie politiek dient er in feite tioe ze te isoleren buiten der welvaartoase die de Europese Gemeenschap biedt.

Hoe kan in dit perspectief de Balkan opnieuw uitgevonden worden? Hoe kunnen met inachtneming van toekomstige zelfdefinities nieuwe politieke landschappen, bevrijde identiteiten en handelingsperspectieven worden ontworpen, die kunnen dienen voor zelfontplooiing? Zo’n perspectief kan in veld van de cultuur liggen, maar alleen dan, wanneer cultuur een radicaal ander begrip uitdraagt, namelijk een cultuur als het slagveld van de politiek, die tot een politiek van de representatie voert. Politiek van de representatie betekent: de opbouw van een radicaal-democratische cultuur van onderaf, die de autoritaire staat verzwakt en de ideologie van het etnisch nationalisme aanvalt: politiek van de representatie betekent ook een gecodificeerde inspraak in het Europese statenverbond en zijn instituties.

Als de Balkan als keerzijde van een verdrongen Europese psychogeografie begrepen wordt, kan wellicht ook een politiek van de representatie op gang komen. Een nieuw politiek landschap, een bevrijde identiteit en handelingsperspectieven kunnen echter niet van buitenaf opgelegd worden, maar alleen van binnenuit. De Balkan zelf moet zich bezighouden de definitie van zichzelf. Wanneer dat niet lukt dreigt een Europese klassenmaatschappij te ontstaan waarbij de Balkan helemaal onderaan staat.

De tentoonstellingen

Zozeer het te verwelkomen is dat een jaar na Documenta11 gelijk maar liefst drie grote tentoonstellingen zich met de kunst en de cultuur uit Zuidoost Europa bezig hielden, zozeer verschillen zij qya aannames en cultuurpolitieke doelstellingen. Terwijl in Search of Balkania in Graz de politieke achtergrond van de geopolitieke veranderingen in Europa worden belicht, wist Harald Szeemans Blut und Honig. Zukunft ist am Balkan deze achtergrond uit, in die zin dat de curator zijn selectie baseert op het obsessieve potentieel van de werken en zo noodgedwongen ook enige Balkan-stereotiepen reproduceert, zoals de verheerlijking van geweld en de mystificatie van natuur. Het Kasselse project In den Schluchten des Balkans. Eine Reportage zet daarentegen in op een langlopend effect. De tentoonstelling wordt in 2004 gecontinueerd door activiteiten in steden in de Balkan alsmede een bijzondere presentatie van Marjetica Potrc.

Wordt Kassel daarmee het centrum van de Zuid-Europese kunst? Worden de verhoudingen van centrum en periferie wellicht omgekeerd? Zeker is dat in 2007 de gehele regio deel moet gaan uitmaken van het verenigde Europa. Als In den Schluchten des Balkans er daadwerkelijk in is geslaagd de nieuw opgekomen interesse voor kunst uit de Balkan te verbinden met het politieke proces van de Europese integratie, onderscheidt het zich nadrukkelijk van de andere presentaties en zet een duidelijk signaal. In zo’n context verschijnt de Balkan niet als modeverschijnsel, die uit de dynamiek van de kunstmarkt voortspruit, maar als een zaak van de culturele acceptatie van een regio, die eeuwenlang gemarginaliseerd is.

Marius Babias

In Search of BalkaniaNeue Galerie, Graz

5 oktober tot en met 1 december 2002

Blut & Honig ¬- Zukunft ist am BalkanSammlung Essl in Klosterneuburg, Wenen

16 mei tot en met 28 september 2003

In den Schluchten des Balkan – Eine ReportageKunsthalle Fridericianum, Kassel

30 augustus tot en met 23 november 2003

Marius Babias

Recente artikelen