De lenige geest van Gabriel Lester
Gabriel Lester is een speelse provocateur en commentator, die volkomen thuis is in de wereld van het make-believe. De geschoolde cineast die zijn heil zocht in de beeldende kunst is recentelijk weer gaan filmen. Museum Boijmans Van Beuningen presenteert zijn eerste grote overzichtstentoonstelling.
Daar staat hij: de con-artist, de kunstenaar-bedrieger die van niets iets maakt en er vervolgens geld uit weet te slaan. Keurig in pak is hij druk in gesprek met de galeriehoudster, glaasje wijn in de hand. Zijn soepele manier van bewegen en losse handgebaren bewijzen dat hij zich volkomen op zijn gemak voelt in de wereld van de kunst. Hij is een professional, charmant en zelfbewust.
Ik herken de man in de film Untitled Incident (2007) van Gabriel Lester (1972) aan zijn kleine zwarte snorretje. Het is de kunstenaar zelf, maker van korte en langere films, performances, installaties in kunstinstellingen en werken in de openbare ruimte. Lester is een kunstenaar die uitblinkt in het doen alsof, in het scheppen van illusies. In de film blijkt de charmante verleider zijn gedrag uiteindelijk minder onder controle te hebben dan hij voorwendt. Met de snelle handgebaren, het ontbreken van dialoog en het luchtige pianomuziekje op de achtergrond heeft de film het aanzien van slapstick. Waarmee hij als vanzelf terugslaat op Lester zelf. Welke rol speelt hij als kunstenaar?
Mime
De eerste keer dat ik een werk zag van Gabriel Lester was in 1999 op de Rijksakademie in Amsterdam. Deze installatie, getiteld How to Act, was ook de eerste installatie die hij als kunstenaar maakte – daarvoor had hij al een bescheiden carrière achter de rug als muziekproducent, schrijver en regisseur van videoclips. Lester had in de eenvoudige witte ruimte een plafond aangebracht met tientallen gekleurde lampen. Hij zette er een soundtrack met filmmuziek onder en liet de lichtbundels bewegen op de maat, of beter gezegd, op de sfeer van de muziek. Bij een romantisch deuntje dansten de lampen in het rozerood, bij aanzwellende, dreigende muziek bewogen ze als onweersflitsen, en zo toverden de lichtbundels allerlei imaginaire filmscènes tevoorschijn. Lester zegt dat de eenvoud waarmee een illusie kan worden opgeroepen hem fascineert. Daarom houdt hij ook zo van oude filmgenres, van slapstick en mime. In deze genres of technieken is het vaak volstrekt doorzichtig hoe we om de tuin worden geleid en toch geloven we het. Dat is de magie.
Als ik Lester bezoek om met hem te spreken over zijn solotentoonstelling in het Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam beschrijft Lester een veelzeggende jeugdherinnering aan een toneelscène: in een provisorisch theatertje staan twee mannen (een van hen is zijn vader), die een pantomimeact opvoeren met een imaginaire appel. De mannen wachten bij een bushalte en terwijl de een zich naar voren buigt om te kijken of de bus al komt, haalt de ander een appel tevoorschijn uit z’n broekzak, neemt stiekem een grote hap en kauwt hem zo onverdacht mogelijk op. Natuurlijk wist Lester als kind ook wel dat de appel niet echt was, maar hij liet zich maar al te graag verleiden door de kracht van de suggestie. Deze ambiguïteit, dit verwarrende spel met perceptie, verbeelding en verlangen, riep bij hem al vroeg een fascinatie op voor de mechanismen waarmee onze geest kan worden gemanipuleerd. Hij zegt dat de vroege installatie bij de Rijksakademie het best begrepen kan worden ‘als een film in mime’. Ze illustreert hoe iets dat onmiskenbaar incompleet is, wordt gecompleteerd in het hoofd van de toeschouwer.[1]
Wishful thinking
In zijn solotentoonstelling in Boijmans zal hij How to Act voor het eerst weer
laten zien. Er is hem vaak gevraagd het werk opnieuw te tonen, maar hij aarzelde altijd. Het is gevaarlijk om te blijven hangen in het succes van je eerste werk, zegt hij. Nu durft hij het aan, maar dan wel in een nieuwe, uitgebreide uitvoering.
De tentoonstelling zal verder een groot aantal nieuwe werken bevatten. Een van de nieuwe werken is een film over loterijen, met als titel The Big One. Lester haalt een stapel boeken over de geschiedenis van de loterij tevoorschijn en toont me een oud zwart-witfilmpje van een loterijtrekking in Oostende. Loterijen zijn van oudsher ware volksspektakels. Mensen uit alle lagen van de bevolking stroomden samen in een grote arena en keken, net als bij een theatervoorstelling, ademloos naar de grote tombola’s in het midden. Lakeien in pak bedienden de ronddraaiende trommels vol genummerde balletjes, een orkestje speelde wat toepasselijke muziek op de achtergrond en enkele uitverkoren kinderen mochten de trekking verrichten.
De titel The Big One is een verwijzing naar de naam die in Spanje wordt gegeven aan de jaarlijkse, immens populaire loterij rond kerst: El Gordo, ‘de Dikke’, de vette hoofdprijs. Anders dan in Nederland, waar staatsloten vaststaande nummers hebben en je hooguit een favoriet eindcijfer kan kiezen, mag je in Spanje je eigen cijfercombinatie samenstellen, zoals astrologische getallen, de eigen geboortedatum, de geboortedag van je kind, je trouwdag. Volgens Lester is het kopen van een lot een vorm van wishful thinking, niet in de negatieve betekenis van een tot mislukken gedoemde droomwens, maar juist als een hoopvolle en zeer krachtige vorm van denken. We kopen een lot omdat we oprecht geloven dat dit ons ticket is naar een zorgeloos, zonnig bestaan. Het is geen spelletje, we gokken niet zomaar, nee, door het kiezen van de juiste getallen, het juiste verkooppunt, de juiste dag, de juiste kleren, denken we invloed uit te oefenen op de uitkomst. Het kopen van een lot is in die zin een symbolische poging het lot in eigen hand te nemen en het noodlot te bezweren.
Eerlijk liegen
Wie een beetje bekend is met zijn spoken word performances weet dat Gabriel Lester een snelle, gladde en overtuigende spreker is. Hij treedt regelmatig op als MC tijdens performanceavonden en speelt dan als een volleerd showmaster met de verwachtingen van het publiek. Vorige zomer zag ik hem samen met de kunstenaar Michael Portnoy nog de clown uithangen tijdens de Nacht van Duivenvoorde (26 juni 2010). Tijdens het diner rende Lester langs de lange tafels en klom er nu en dan op om het publiek te trakteren op een tamelijk onbegrijpelijke speech en zat ondertussen de in een narrenpak gehesen Portnoy achter de broek. Een andere figuur waar Lester veelvuldig mee samenwerkt is Raimundas Malasauskas, de curator die inmiddels een internationale carrière heeft opgebouwd met tentoonstellingen rondom concepten als illusie, magie, dubbelgangers, poseurs, fakes en tricksters. Het consequent in twijfel trekken van elke aanspraak op de realiteit wasemt door elk van hun projecten.
Erg kritisch of maatschappelijk betrokken is het allemaal niet, werp ik Lester voorzichtig voor de voeten. Hij is de eerste om dit beamen. Opgegroeid in de jaren zeventig in een linkse commune in Groningen heeft hij zijn portie politiek engagement wel gehad. Het is niet dat hij zich afwendt van de maatschappij, maar zijn affiniteit en competentie liggen op een ander niveau. In zijn ruimtelijke installaties bijvoorbeeld, waarbij hij met lange dunne latten ons zicht op een interieur belemmert, speelt hij nadrukkelijk met ons bewustzijn van de realiteit en ons geloof in de illusie. We kunnen de ruimte nooit in zijn geheel zien, tussen de latjes door zien we slechts uitsneden, en toch maken wij er in ons hoofd een geheel van, als de opeenvolgende scènes van een film. Ook hier is het de eenvoud die hem zo bekoort.
Je zou zijn manier van werken ‘eerlijk liegen’ kunnen noemen. Of zoals hij zelf zegt: ‘Het is als een simpele magische truc die je eerst te zien krijgt en die vervolgens wordt uitgelegd. In het geval van mijn installaties en films blijven zowel de illusie als het mechanisme overeind en dat is een van de dingen die ik interessant vind. Wanneer je het mechanisme begrijpt en toch de smaak, de aanvankelijke charme, van de magie en de illusie niet uit je hoofd kan krijgen.’[2]
Suspension of Disbelief
In Boijmans zal Lester naast de nieuwe film The Big One ook een nieuwe serie werken tonen over meteorieten. De afgelopen maanden verzamelde hij honderden beelden van het internet van mensen die een stuk meteoriet hebben gevonden, of er soms zelfs letterlijk door zijn getroffen. Hoe groot is de kans dat je geraakt wordt door een meteoriet, een vallende ster? En is dat dan een teken van geluk, of het noodlot?
Lester stelt zich zijn tentoonstelling voor als een totaalinstallatie, met interventies, films, sculpturen en losse objecten, waarin alle werken om elkaar heen cirkelen en losjes naar elkaar verwijzen. Hij heeft zijn tentoonstelling de toepasselijke titel Suspension of Disbelief gegeven. Letterlijk vertaald betekent het ‘uitstel van ongeloof’. De term wordt vooral in de cinema gebruikt en verwijst naar de bereidheid van het publiek om de werkelijkheid, zoals die in een film wordt geschetst, te aanvaarden, ook al is het allemaal niet echt en worden alle wetten van de logica getart. Dat is natuurlijk precies wat Lester van zijn publiek verlangt. Maar zijn we er daarmee?
Het blijft lastig om Gabriel Lester vast te pinnen op een duidelijke positie. Is hij de illusionist, de charmante misleider, de entertainer met de vlotte babbel of de filosofische kunstenaar die ons denken over de werkelijkheid prikkelt? Er zit veel pose in zijn werk. En niets is zo ingewikkeld als pose. Het bevindt zich altijd tussen echt en illusie, tussen waarlijk weten en doen alsof. Het werk van Lester vereist een grote flexibiliteit van onze menselijke geest. Gaat het daar misschien om, opper ik, om het trainen van de lenigheid van de geest? ‘Lenigheid van de geest’, zegt Lester, ‘dat klinkt goed, die term heb ik lang niet gehoord. Gebruik dat maar als titel voor je stuk.’
Nina Folkersma is zelfstandig curator en criticus, Amsterdam
– Gabriel Lester. Suspension of DisbeliefMuseum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam
12 februari t/m 8 mei- Gabriel LesterGalerie Fons Welters, Amsterdam
9 april t/m 7 mei
[2] Idem.
Nina Folkersma