metropolis m

De nieuwe kaart van Tbilisi

In de zomer van 2010 verbleef Fucking Good Art (Rob Hamelijnck en Nienke Terpsma) enkele maanden in Tbilisi, de hoofdstad van het sinds de val van de Sovjet-Unie veel geplaagde Georgië. Ze doen verslag van een ambitieuze kunstscene die zich opricht uit de resten van het verleden.

A

Tbilisi is niet Berlijn.

B

Nee. Maar hoezo?

A

In Tbilisi zijn geen driehonderd commerciële galeries, geen zestig onafhankelijke off spaces, en ook geen 20.000 kunstenaars en curatoren die een carrière in de kunst ambiëren.

B

Gelukkig niet. Nathaniel McBride vraagt zich in zijn artikel ‘Aperto Georgia’ in Flash Art af of de grote afstand tot de kunstwereld en het ontbreken van een markt ook voordelen kan hebben.[1]

A

Ik denk dat curator Magda Guruli, die al jaren op zoek is naar aansluiting met de internationale kunstwereld, het daar niet mee eens zal zijn. In haar artikel ‘Georgia’s Quest for a Place on the Contemporary Art Map’ in Artloop schrijft zij dat Georgië niet voorkomt op de kunstkaart van de 20e en 21ste eeuw.[2]

B

Ik heb moeite met die ondernemerstaal: ‘op de kaart zetten.’ Het doet me denken aan wat wij in Nederland in de jaren negentig moesten leren van de toenmalige staatssecretaris van Cultuur Rick van der Ploeg. Misschien is het compensatie van het verbod op initiatief in de Sovjettijd. Maar ga verder.

A

Ze geeft een aantal redenen. In de post-Sovjet en post-oorlog chaos en de totale privatisering van het publieke leven is er in Georgië gebrek aan onderwijs en informatie. De overheid ziet geen noodzaak om hedendaagse kunst te financieren. Er is geen infrastructuur, er zijn geen internationale galeries, de musea zijn al vijf jaar gesloten en het kunstonderwijs is conservatief en hiërarchisch georganiseerd.

B

Het is logisch dat kunst geen prioriteit heeft. Zeventig procent van de bevolking is straatarm. Karaman Kutateladze, de oprichter van Art Villa Garikula, zei: ‘Twintig jaar na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie bevinden we ons nog steeds in de tijdruimte van het post-socialistisch realisme.’[3]

A

Maar ondertussen wordt wel geïnvesteerd in nieuwe wegen, politiebureaus en een enorm residentieel paleis. In de kunst komt alles nog steeds neer op eigen initiatief. Alles in Georgië is een ngo.[4]

B

Misschien heeft Magda Guruli wel gelijk.[5] Maar ik was juist benieuwd of er in Georgië misschien een ander denkkader mogelijk was om het over de kunstpraktijk te hebben dan de gebruikelijke cultural producers, die bezig zijn met ‘projecten’. In een artikel in NRC Handelsblad over de tentoonstelling Les Promesses du Passé in Centre Pompidou wordt de dissidente kunstenaar Mladen Stilinovi? uit Belgrado geciteerd, die stelt dat kunstenaars in het Westen geen kunstenaars meer zijn. Ze zijn te druk met ‘onbelangrijke dingen als productie, promotie, het galeriesysteem, het museale systeem, het competitiesysteem. Dat alles weerhoudt ze van luiheid en dus van kunst’.[6]

A

In Georgië was een tekort aan van alles, behalve aan tijd.

B

De Russische avant-gardist Malevich schreef ooit: ‘Werken is een vloek, zoals ook de legendes over het aardse paradijs ons leren, en luiheid dient het doel te zijn waarnaar de mens moet streven.’[7]

A

Ken je de video Der Geringste Widerstand van Fischli & Weiss? In die fabel willen een beer en een rat veel geld verdienen met kunst. Tijdens hun zoektocht vinden ze een lijk in een galerie. Ze nemen het mee, omdat ze geloven dat het hun toegang zal geven tot de culturele wereld en het geld. Vervolgens raken ze verwikkeld in een discussie over kunst en criminaliteit, waar ze niet goed uitkomen. In hun wanhoop ontdekken ze een systeem in de chaos, via de filosofie, die hen nieuwe inzichten geeft.

B

Interessant dat je een link legt tussen de vlucht uit de corrupte wereld van markt en competitie en de vlucht uit het repressieve bestaan van de Sovjetkunstenaar. In de jaren tachtig was de eerste echt avant-gardistische beweging in Georgië de groep The 10th Floor, die experimenteerde met conceptuele kunst.[8] Ook was er het semi-illegale atelier van Alexander Bandzeladze, die zich bezighield met een vorm van abstract expressionisme, wat in het Westen niet nieuw was, maar in Georgië geladen werd met nieuwe betekenis.[9] Het ging om onderwerpen als individualisme, abstractie en spiritualiteit, allemaal verboden kwesties in die dagen.[10] De enige kunst die was toegestaan was het socialistisch realisme. In 1934 was die per decreet verplicht gesteld in de hele Sovjet-Unie.[11]

A

Utopische, populistische inhoud in een realistische, traditionele vorm. Het is moeilijk je voor te stellen dat dit bijna zeventig jaar lang de enige toegestane kunstvorm was.

B

Wie zich er aan hield en lid was van de Georgian Artists Union had een bevoorrechte positie in de maatschappij.

A

De kunstenaar Levan Chogoshvili vertelde dat hij zich nooit bij de Artists Union heeft aangesloten en daarom geen atelier en geen geld had. Hij kon zijn werk niet in officiële galeries laten zien, alleen in huiskamers van vrienden.

B

Het officiële kunstenaarschap was destijds toch een soort baan, lijkt het, met een carrière en een atelier bij de Artists Union, conformistisch en in zekere zin ook marktgericht. Er was alleen maar één klant en opdrachtgever: de staat.

A

Socialistisch realisme is niet hetzelfde als sociaal realisme, toch? Dat heeft voor mij meer van doen met een kritische houding, met antropologie, documentaire film, onderzoek en journalistieke invloeden in de kunst.[12] Socialistisch realisme is direct verbonden met propaganda en het totalitaire regime van Stalin. Hij noemde kunstenaars de ingenieurs van de ziel.

B

Volgens Boris Groys kun je maar op twee manieren kunst maken: als handelswaar of als politieke propaganda.[13]

A

Realisme, socialistisch realisme, sociaal realisme, neorealisme. Geert Wilders noemt zijn partijideologie Nieuw Realisme en wil alle gesubsidieerde kunst afschaffen. Ik moet denken aan onze ontmoeting met de jonge schilder Dato Kvantaliani die een master volgt aan de kunstacademie van Tbilisi. Het schilderij met zijn atelier en uitzicht op het Radisson Hotel is geschilderd in realistische stijl, maar ik ervaar het als journalistiek of documentair, gelaagd en kritisch. [14]

B

Het is een ruimte in een ruimte in een ruimte, knap geschilderd zoals ze dat daar op de academie nog leren, maar echt verontrustend en intelligent ingezet. Je ziet het interieur van een atelier met een romantisch landschap op een ezel, en door het raam zie je de stad met het hotel. Het is nacht, en in de spiegeling zie je dat er geen mens in het atelier is. Het schilderij heet Room 303. Dat is de kamer waar de speciale studenten van de academiedirecteur hun atelier hebben.

A

Ik weet zeker dat Dato Gustav Courbets schilderij L’Atelier du peintre kent! In dat schilderij, waarin Courbet aan een landschap werkt, staan om hem heen verschillende belangwekkende figuren, symbolen voor verschillende invloeden op zijn leven als schilder. Een naaktmodel, dat de academische kunst representeert, keert hij de rug toe. Dato is een vluchteling uit Abchazië en vanuit zijn atelierraam ziet hij het chique Radisson Hotel waar jarenlang Abchazische vluchtelingen woonden.[15]

B

Wist je dat Brad Pitt opdrachtgever voor de renovatie van het Radisson Hotel was?

A

Nee.

B

De renovatie was omstreden, omdat de vluchtelingen uitgekocht werden – het heette voorheen Hotel Iveria en Abchazië was nog een provincie van Georgië, terwijl Georgië nog een deelrepubliek van de Sovjet-Unie was. Alles in Georgië is ingewikkeld, om te beginnen het alfabet. Elk woord kan in het Latijnse alfabet op verschillende manieren geschreven worden, volgens een fonetische improvisatie. Georgië heet in Georgië Sak’art’velo. De inwoners heten Kartvelebi, hun taal Kartuli. Elke straat heeft een officiële Georgische naam, maar daarnaast ook nog de oude Sovjetnaam. Die Sovjetnaam staat op de minibussen, maar dan in het Georgisch. Op de huizen staat die straatnaam vaak nog in Russisch alfabet. Alles kan bij verschillende namen en woorden genoemd worden. Op Google Maps is Tbilisi een witte vlek. Elke kaart die er van Georgië te vinden is, is een politieke uitspraak. Niet vreemd dat veel kunstenaars subjectieve of alternatieve kaarten van de stad hebben gemaakt.[16] Als je in Georgië iets duidelijk wordt, is het dat elke kaart subjectief is, en politiek.

A

Twintig jaar onafhankelijkheid lijkt lang, maar zegt niet zoveel, met vier oorlogen ertussen. Eigenlijk moeten we 2004 als beginpunt nemen, en niet 1991.

B

Hoezo 2004?

A

Omdat toen Michael Saakashvili aan de macht kwam en iedereen er ineens weer in geloofde. Hij riep Georgiërs op terug te keren om het land dat ooit zo welvarend was mee te helpen opbouwen tot een moderne westerse democratie. Veel kunstenaars hebben er gehoor aan gegeven. Kunstenaar Patricia London Ante Paris was lyrisch over de artscene van Tbilisi in die jaren in haar portretten van de Mandarins of Tiflis.[17]

B

In 2008 kreeg dat nieuwe vertrouwen een flinke klap door de oorlog met Rusland om Zuid-Ossetië.

A

Gio Sumbadze vertelde ons dat hij op dat moment niet wist of hij het dak van zijn huis op moest klimmen met het geweer van zijn opa, of proberen het land uit te vluchten.[18] Kote Jincharadze gaf als antwoord op onze onnozele vragen: ‘Nobody knows’. (lacht) [19]

B

Toch zijn er best veel kunstenaars terug naar Tbilisi gegaan, en gebleven. Wato Tseretelli kwam terug uit België na zijn studie, en zette een nieuw foto-instituut op.[20] Afgelopen oktober opende hij het eerste Centre for Contemporary Art in Georgië, een privé-initiatief, met tentoonstellingsruimtes, een postacademische opleiding, een kunsthistorische onderzoeksafdeling en residenties. Gio Sumbadze is een van de docenten, Kote Jincharadze geeft er les, en ook Koka Ramishvili, een Georgische kunstenaar die in Zwitserland woont. Dat begint een infrastructuur te worden. Architect Levan Asabashvili,[21] die in Delft studeerde, werkt weer in Tbilisi, en de studenten van kunstenaarsgroep Lott die, volgens afspraak, elk op een andere Europese academie hebben gestudeerd, doen nu samen hun laatste jaar in Berlijn.[22] En je weet het natuurlijk niet zeker, maar ze zijn van plan daarna weer in Tbilisi verder te gaan.

B

Kunstenaar en dichter Zurab Rtveliashvili vluchtte in 2009 het land juist uit, en kreeg politiek asiel in Zweden.

A

Waarom eigenlijk precies?

B

Nobody knows… Maar je krijgt niet zomaar politiek asiel. Google maar ‘Egalitarian Institute’ en ‘Human Rights in Georgia’.

A

Sinds 2005 zijn de landen van de Kaukasus aangesloten bij het Bologna Proces en kunnen studenten in andere landen studeren. Wat goed is, omdat directeur Gia Bughadze van de kunstacademie in Tbilisi hervormingen tegenhoudt. De hele kunstscene van Tbilisi is daarover gefrustreerd. Deze zomer gaf de directeur alle studenten bij hun afstuderen het maximaal aantal te behalen punten, en hij nodigde iedereen uit om de master te volgen, met de woorden: ‘Lang leve de academie!’

B

Iedereen vond dat vreselijk. De conceptuele afdeling Multi-Media Studio waar kunstenaars als George Kevle en Luiza Laferadze lesgaven is alweer opgeheven. Luiza Laferadze runt nu Tbilisi Studio,[23] ondersteund door de Zwitserse curator Daniel Baumann.[24] Toch is al die strijd op die academie wel goed, denk ik. Iedereen vindt het een te belangrijke publieke plek om op te geven. De Artists Union, daar vecht niemand voor. Die is afgeschreven.

A

Het gebouw tegenover het parlement, het ‘huis van de schilders’, is in de burgeroorlog afgebrand. Het gerucht gaat dat dissidente kunstenaars het in brand hebben gestoken. Zeventig jaar Sovjetkunst is weg. De plek waar het gebouw heeft gestaan ligt nog steeds open. Dat gat is het gat in de geschiedenis!

B

Een jonge kunstenaar zei ironisch: ‘Sommige problemen lossen zich vanzelf op in Georgië!’ Malevich zou het met haar eens geweest zijn, tabula rasa![25]

A

Volgens die logica zijn in Tbilisi de omstandigheden perfect voor een nieuwe kunst: alle musea zijn gesloten, er is geen collectie te zien! Om iets van een overzicht te zien moesten we naar Jerevan in Armenië.

B

Claude Lévi-Strauss zegt juist het tegenovergestelde. Hij noemt culturen zonder musea ’koude culturen’, die, om hun culturele identiteit te beschermen en uit angst voor totaal geheugenverlies, hun geschiedenis juist steeds moeten reproduceren. Als de geschiedenis is veiliggesteld, wordt die herhaling onnodig.[26]

A

Kunnen we nu zeggen dat er de laatste zeven jaar een nieuwe ruimte voor kunst is ontstaan, voor kunst die niet, zoals Boris Groys stelde, propagandistisch is of commercieel, en ook niet op westerse leest geschoeid is?

B

Dat is moeilijk. Veel mensen in Georgië zijn bezig met researchprojecten waarbij de geschiedenis en de post-Sovjet situatie en de relatie Oost-West het onderwerp zijn. CCA Tbilisi heeft een researchafdeling om de gaten in de geschiedschrijving te onderzoeken en verdiept zich in het modernisme. Ook kunsthistorica Nana Kipiani en AIRL (Arts Interdisciplinary Research Laboratory) onderzoeken de avant-garde van de jaren twintig.

A

Kunstenaar en curator Ruben Arevshatyan uit Jerevan houdt zich bezig met het bestuderen en beschrijven van ‘andere modernismes’, en met het project Sweet 60s, dat de geschiedschrijving vanuit andere geografische centra heroverweegt.[27]

B

The New Map of Tbilisi voegt verhalen bij plekken van de stad, en kunsthistoricus en curator Khatuna Khabuliani is bezig met haar PhD over de jaren negentig: Transformation of visual signs: artistic forms and concepts in postmodern Georgian art.[28]

A

Lali Pertenava bestudeert naast de fotografiegeschiedenis de generatie 20/20 in de kunst.[29] Dat is de generatie die nu veertig is en twintig jaar voor en twintig jaar na de val van het communisme heeft ervaren. GeoAIR/Archidrome legt een database aan van kunstenaars in de Kaukasus, en organiseert al sinds 2003 internationale uitwisselingen met kunstenaars en curatoren.

B

Misschien gaat het met de vernieuwing toch zoals de Braziliaanse modernist Mário de Andrade dat zag met zijn begrip ‘antropofagia’, een soort kannibalisme. We kunnen niets foutloos reproduceren, we muteren, eten op en poepen het weer uit. Het nieuwe komt vanzelf, en we weten van tevoren nooit wat het nieuwe zal zijn.

A

Het is in elk geval wel duidelijk dat mensen ook kunst maken als er geen markt is, noch iets om propaganda voor te maken.

Fucking Good Art wordt gepubliceerd door Rob Hamelijnck & Nienke Terpsma, sinds 2003

Fucking Good Art wordt gepubliceerd door Rob Hamelijnck & Nienke Terpsma, sinds 2003

1

1

Nathaniel McBride, ‘Aperto Georgia’, in: Flash Art, november-december 2006. McBride is journalist en sinds het begin van de jaren negentig geregeld in Tbilisi.

Nathaniel McBride, ‘Aperto Georgia’, in: Flash Art, november-december 2006. McBride is journalist en sinds het begin van de jaren negentig geregeld in Tbilisi.

[2]

[2]

Magda Guruli, ‘Georgia’s Quest for a Place on the Contemporary Art Map’, in: Artloop, nr. 4, 2009. Op dit moment is er geen kunsttijdschrift in Georgië. loop’A–The international magazine werd opgericht in 2005, onder redactie van Iliko Zautashvili en Magda Guruli. Na twee jaar veranderde de naam in Art Loop–Contemporary Art and Culture magazine, onder dezelfde redactie, nu uitgegeven door Artisterium (zie noot 5). Het tijdschrift werd financieel ondersteund door de British Council, de Art Caucasus Association en het Goethe-Institut. Het laatste nummer verscheen in 2009.

Magda Guruli, ‘Georgia’s Quest for a Place on the Contemporary Art Map’, in: Artloop, nr. 4, 2009. Op dit moment is er geen kunsttijdschrift in Georgië. loop’A–The international magazine werd opgericht in 2005, onder redactie van Iliko Zautashvili en Magda Guruli. Na twee jaar veranderde de naam in Art Loop–Contemporary Art and Culture magazine, onder dezelfde redactie, nu uitgegeven door Artisterium (zie noot 5). Het tijdschrift werd financieel ondersteund door de British Council, de Art Caucasus Association en het Goethe-Institut. Het laatste nummer verscheen in 2009.

[3]

[3]

Sinds tien jaar runt Karaman Kutateladze Art Villa Garikula, een informele residency in een enorme Villa Kakelbont, aan de rand van Akhalkalaki, ongeveer een uur rijden van Tbilisi. Vlakbij is de plek waar tijdens de Sovjettijd de studenten van de kunstacademie van Tbilisi en plein air zomerschool hadden. Karaman is kleinzoon van de beroemde, later dissident verklaarde modernistische kunstenaar/typograaf Iliazd, en zoon van de directeur van de academie in Sovjettijd.

Sinds tien jaar runt Karaman Kutateladze Art Villa Garikula, een informele residency in een enorme Villa Kakelbont, aan de rand van Akhalkalaki, ongeveer een uur rijden van Tbilisi. Vlakbij is de plek waar tijdens de Sovjettijd de studenten van de kunstacademie van Tbilisi en plein air zomerschool hadden. Karaman is kleinzoon van de beroemde, later dissident verklaarde modernistische kunstenaar/typograaf Iliazd, en zoon van de directeur van de academie in Sovjettijd.

[4]

[4]

Er zijn heel veel niet-gouvernementele organisaties in Tbilisi, want door de staat wordt niets geïnitieerd. In Georgië is elk kunstenaarsinitiatief een ngo. Het Open Society Institute van de Hongaars-Amerikaanse biljonair en filantropist George Soros is de grootse ngo, die naar verluidt 42 miljoen dollar bijdroeg aan de Rozenrevolutie die Michael Saakashvili aan de macht bracht.

Er zijn heel veel niet-gouvernementele organisaties in Tbilisi, want door de staat wordt niets geïnitieerd. In Georgië is elk kunstenaarsinitiatief een ngo. Het Open Society Institute van de Hongaars-Amerikaanse biljonair en filantropist George Soros is de grootse ngo, die naar verluidt 42 miljoen dollar bijdroeg aan de Rozenrevolutie die Michael Saakashvili aan de macht bracht.

[5]

[5]

Magda Guruli en Iliko Zautashvili organiseren sinds 2008 Artisterium, een jaarlijkse internationale kunstmanifestatie die begon als kunstbeurs. Voor de opening komen veel geëmigreerde Georgische kunstenaars en andere vaste buitenlandse gasten even in Tbilisi, en rondom die drukte clusteren zich weer andere evenementen. Dit jaar vond tijdens Artisterium ook de opening van het nieuwe CCA Tbilisi plaats, en een symposium rond de vraag: ‘Heeft Tbilisi een biënnale nodig?’, georganiseerd door kunsthistoricus Nino Chogoshvili.

Magda Guruli en Iliko Zautashvili organiseren sinds 2008 Artisterium, een jaarlijkse internationale kunstmanifestatie die begon als kunstbeurs. Voor de opening komen veel geëmigreerde Georgische kunstenaars en andere vaste buitenlandse gasten even in Tbilisi, en rondom die drukte clusteren zich weer andere evenementen. Dit jaar vond tijdens Artisterium ook de opening van het nieuwe CCA Tbilisi plaats, en een symposium rond de vraag: ‘Heeft Tbilisi een biënnale nodig?’, georganiseerd door kunsthistoricus Nino Chogoshvili.

[6]

[6]

Janneke Wesseling, ‘Lof der Luiheid’, in: NRC Handelsblad, 18 juni 2010.

Janneke Wesseling, ‘Lof der Luiheid’, in: NRC Handelsblad, 18 juni 2010.

[7]

[7]

Kazimir Malevitsj, Luiheid als levensdoel (1921), Uitgeverij Voltaire, ‘s-Hertogenbosch, 2009. Malevich schreef zijn analyse over de verhouding tussen arbeid en luiheid in 1921, maar het werd pas in 1978 gepubliceerd (in het Russisch). In zijn essay stelt Malevich dat luiheid niet de moeder der ondeugden is, maar de moeder der volmaaktheid.

Kazimir Malevitsj, Luiheid als levensdoel (1921), Uitgeverij Voltaire, ‘s-Hertogenbosch, 2009. Malevich schreef zijn analyse over de verhouding tussen arbeid en luiheid in 1921, maar het werd pas in 1978 gepubliceerd (in het Russisch). In zijn essay stelt Malevich dat luiheid niet de moeder der ondeugden is, maar de moeder der volmaaktheid.

[8]

[8]

The 10th Floor was een kunstenaarsgroep met onder anderen Carlo Kacharava, Mamuka Tsetskhladze, Oleg Timchenko, Mamuka Japharidze, Niko Tsetskhladze en Koka Ramishvili. Het heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van onafhankelijke kunst in Georgië.

The 10th Floor was een kunstenaarsgroep met onder anderen Carlo Kacharava, Mamuka Tsetskhladze, Oleg Timchenko, Mamuka Japharidze, Niko Tsetskhladze en Koka Ramishvili. Het heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van onafhankelijke kunst in Georgië.

[9]

[9]

Dat er in de laatste decennia van de Sovjet-Unie dissidente kunstenaars gingen werken in de stijl van het abstract expressionisme is ironisch, omdat abstract expressionisme door de VS actief werd ingezet als Koude Oorlog propaganda van het individualisme en het vrije Westen.

Dat er in de laatste decennia van de Sovjet-Unie dissidente kunstenaars gingen werken in de stijl van het abstract expressionisme is ironisch, omdat abstract expressionisme door de VS actief werd ingezet als Koude Oorlog propaganda van het individualisme en het vrije Westen.

[10]

[10]

Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie verloren kunstenaars hun identiteit en rol in de maatschappij. De kunstenaars die lid waren van de Georgian Artist Union hadden een status van ‘profeet’ en ‘wijze’, en werden door de staat ondersteund. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie ging niet alleen die rol verloren, ook de non-conformisten en dissidenten verloren hun rol als oppositie.

Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie verloren kunstenaars hun identiteit en rol in de maatschappij. De kunstenaars die lid waren van de Georgian Artist Union hadden een status van ‘profeet’ en ‘wijze’, en werden door de staat ondersteund. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie ging niet alleen die rol verloren, ook de non-conformisten en dissidenten verloren hun rol als oppositie.

[11]

[11]

‘The State, after the Congress of 1934, laid down four rules for what became known as “Socialist Realism”. That the work be: 1. Proletarian – art relevant to the workers and understandable to them. 2. Typical – scenes of every day life of the people. 3. Realistic – in the representational sense. 4. Partisan – supportive of the aims of the State and the Party.’

‘The State, after the Congress of 1934, laid down four rules for what became known as “Socialist Realism”. That the work be: 1. Proletarian – art relevant to the workers and understandable to them. 2. Typical – scenes of every day life of the people. 3. Realistic – in the representational sense. 4. Partisan – supportive of the aims of the State and the Party.’

Bron: Wikipedia

Bron: Wikipedia

[12]

[12]

Sociaal realisme is een bekende stroming tijdens de Great Depression in de Verenigde Staten in de jaren dertig. De kunstenaars die zich verbonden aan deze stroming hadden een socialistische en soms marxistische politieke voorkeur. Socialistisch realisme was de officiële kunst van de Sovjet-Unie die door Stalin werd geïnstitutionaliseerd (zie noot 11).

Sociaal realisme is een bekende stroming tijdens de Great Depression in de Verenigde Staten in de jaren dertig. De kunstenaars die zich verbonden aan deze stroming hadden een socialistische en soms marxistische politieke voorkeur. Socialistisch realisme was de officiële kunst van de Sovjet-Unie die door Stalin werd geïnstitutionaliseerd (zie noot 11).

[13]

[13]

‘Under the conditions of modernity the artwork can be produced and brought to the public in two ways: as a commodity or as a tool of political propaganda. The amounts of art produced under these two regimes can be seen as roughly equal. But under the conditions of the contemporary art scene, much more attention is devoted to the history of art as a commodity and much less to art as political propaganda. The official as well as unofficial art of Soviet Union and of other former Socialist States remains almost completely out of focus for the contemporary art history and museum system.’ Boris Groys, Art Power, MIT Press, Cambridge MA, 2008, p. 4.

‘Under the conditions of modernity the artwork can be produced and brought to the public in two ways: as a commodity or as a tool of political propaganda. The amounts of art produced under these two regimes can be seen as roughly equal. But under the conditions of the contemporary art scene, much more attention is devoted to the history of art as a commodity and much less to art as political propaganda. The official as well as unofficial art of Soviet Union and of other former Socialist States remains almost completely out of focus for the contemporary art history and museum system.’ Boris Groys, Art Power, MIT Press, Cambridge MA, 2008, p. 4.

[14]

[14]

Het Radisson Hotel werd in 1967 als luxe Sovjethotel gebouwd en heette toen Hotel Iveria. Na de oorlog in Abchazië deed het dienst als vluchtelingenkamp voor achthonderd vluchtelingen. In 2004 werd het ontruimd, de vluchtelingen kregen een uitkoopsom van 7.000 dollar per kamer. Na renovatie werd het hotel in 2009 heropend onder de naam Radisson Blu Iveria Hotel. Zie ook: www.newmapoftbilisi.org

Het Radisson Hotel werd in 1967 als luxe Sovjethotel gebouwd en heette toen Hotel Iveria. Na de oorlog in Abchazië deed het dienst als vluchtelingenkamp voor achthonderd vluchtelingen. In 2004 werd het ontruimd, de vluchtelingen kregen een uitkoopsom van 7.000 dollar per kamer. Na renovatie werd het hotel in 2009 heropend onder de naam Radisson Blu Iveria Hotel. Zie ook: www.newmapoftbilisi.org

Bron: Wikipedia

Bron: Wikipedia

[15]

[15]

Georgië heeft 4,5 miljoen inwoners. Sinds de onafhankelijkheid in 1991 hebben ongeveer één miljoen mensen het land verlaten. In Georgië leven ongeveer 250.000 binnenlandse vluchtelingen uit Abchazië en Zuid-Ossetië.

Georgië heeft 4,5 miljoen inwoners. Sinds de onafhankelijkheid in 1991 hebben ongeveer één miljoen mensen het land verlaten. In Georgië leven ongeveer 250.000 binnenlandse vluchtelingen uit Abchazië en Zuid-Ossetië.

Bronnen: Wikipedia en landenweb.net

Bronnen: Wikipedia en landenweb.net

[16]

[16]

The New Map of Tbilisi (www.newmapoftbilisi.org) is een project van FAST en One Architecture. Het geeft historische en politieke achtergronden bij plekken in Tbilisi, met als doel informatie te geven over stadsplanning en de effecten daarvan op de ontwikkeling van de stad. Mashrutka Map, een kaart voor mashrutka’s ofwel minibussen, werd gemaakt door kunstenaars Lado Darakhvelidze en Rosell Heijmen in 2006. De minibussen zijn een eigen initiatief van Georgiërs; met de kaart is deze vorm van openbaar vervoer toegankelijk gemaakt. De nummers van de bussen, de oude en nieuwe namen, en de straten waar de mashrutka’s om esthetische redenen niet meer mogen rijden, staan erop vermeld. Cultural map/agenda of Tbilisi van de kunstenaar Onno Dirker brengt huismusea en ander culturele initiatieven in kaart. Het is een eenmalige kaart gemaakt in 2007. Zie: http://geoair.blogspot.com

The New Map of Tbilisi (www.newmapoftbilisi.org) is een project van FAST en One Architecture. Het geeft historische en politieke achtergronden bij plekken in Tbilisi, met als doel informatie te geven over stadsplanning en de effecten daarvan op de ontwikkeling van de stad. Mashrutka Map, een kaart voor mashrutka’s ofwel minibussen, werd gemaakt door kunstenaars Lado Darakhvelidze en Rosell Heijmen in 2006. De minibussen zijn een eigen initiatief van Georgiërs; met de kaart is deze vorm van openbaar vervoer toegankelijk gemaakt. De nummers van de bussen, de oude en nieuwe namen, en de straten waar de mashrutka’s om esthetische redenen niet meer mogen rijden, staan erop vermeld. Cultural map/agenda of Tbilisi van de kunstenaar Onno Dirker brengt huismusea en ander culturele initiatieven in kaart. Het is een eenmalige kaart gemaakt in 2007. Zie: http://geoair.blogspot.com

[17]

[17]

In haar magazineproject Tbilisi Deep Art (2008) schrijft de kunstenaar Patricia London Ante Paris uit München: ‘Is it in the thin earth of metaphysic Tiflis, that makes people focus more on the beautiful concepts of human inventions? Or is it the long ago past of socialist education, where […] the aim towards art was less star-oriented than in the west?’

In haar magazineproject Tbilisi Deep Art (2008) schrijft de kunstenaar Patricia London Ante Paris uit München: ‘Is it in the thin earth of metaphysic Tiflis, that makes people focus more on the beautiful concepts of human inventions? Or is it the long ago past of socialist education, where […] the aim towards art was less star-oriented than in the west?’

[18]

[18]

Gio Sumbadze is als kunstenaar verbonden aan het onderzoeksproject The New Map of Tbilisi. In 2001 werd hij uitgenodigd door Jan Hoet om deel te nemen aan de Sonsbeek tentoonstelling LocusFocus.

Gio Sumbadze is als kunstenaar verbonden aan het onderzoeksproject The New Map of Tbilisi. In 2001 werd hij uitgenodigd door Jan Hoet om deel te nemen aan de Sonsbeek tentoonstelling LocusFocus.

[19]

[19]

Kote Jincharadze is kunstenaar en organiseert Arteli Racha, een residency in de bergen van Racha, zeven uur rijden van Tbilisi. Het is een zeer informele residency, die wordt georganiseerd in het oude familiehuis, en alleen in de zomer. In de herfst van 2010 werd het vijfjarig bestaan gevierd. Fucking Good Art was er een week, samen met twee studenten van Kote en een zeer getalenteerde buurjongen van zes jaar.

Kote Jincharadze is kunstenaar en organiseert Arteli Racha, een residency in de bergen van Racha, zeven uur rijden van Tbilisi. Het is een zeer informele residency, die wordt georganiseerd in het oude familiehuis, en alleen in de zomer. In de herfst van 2010 werd het vijfjarig bestaan gevierd. Fucking Good Art was er een week, samen met twee studenten van Kote en een zeer getalenteerde buurjongen van zes jaar.

[20]

[20]

MAF (Media Art Farm), voorheen Center for Cultural Development, is een ngo. MAF heeft als doel het ontwikkelen van fotografie, nieuwe media en hedendaagse kunst, en heeft een bibliotheek met meer dan 3500 boeken geschonken door instituten uit Europa en een dvd- en videocollectie. MAF is nu als Institute for Optical Imaging afdeling geworden van de Tbilisi State Academy of Art.

MAF (Media Art Farm), voorheen Center for Cultural Development, is een ngo. MAF heeft als doel het ontwikkelen van fotografie, nieuwe media en hedendaagse kunst, en heeft een bibliotheek met meer dan 3500 boeken geschonken door instituten uit Europa en een dvd- en videocollectie. MAF is nu als Institute for Optical Imaging afdeling geworden van de Tbilisi State Academy of Art.

[21]

[21]

Levan Asabashvili is een Georgische architect die zich bezighoudt met stedelijke leefomstandigheden. Hij is ook lid van Urban Reactor, een zelfverklaarde groep activisten die kritisch staan tegenover het architectenvak en de socio-ruimtelijke realiteit waarin we leven. Zie: http://urbanreactor.blogspot.com

Levan Asabashvili is een Georgische architect die zich bezighoudt met stedelijke leefomstandigheden. Hij is ook lid van Urban Reactor, een zelfverklaarde groep activisten die kritisch staan tegenover het architectenvak en de socio-ruimtelijke realiteit waarin we leven. Zie: http://urbanreactor.blogspot.com

Bron: casco.nl

Bron: casco.nl

[22]

[22]

Lott vindt zijn oorsprong in de Multi-Media Studio van de kunstacademie in Tbilisi, een afdeling die niet meer bestaat. Lott is in Tbilisi bekend om hun controversiële spuugperformance tijdens een academietentoonstelling. Leden van Lott publiceerden in september 2009 het manifest ‘New Communist Alternative’. Zie: http://someoneistyping.blogspot.com.

Lott vindt zijn oorsprong in de Multi-Media Studio van de kunstacademie in Tbilisi, een afdeling die niet meer bestaat. Lott is in Tbilisi bekend om hun controversiële spuugperformance tijdens een academietentoonstelling. Leden van Lott publiceerden in september 2009 het manifest ‘New Communist Alternative’. Zie: http://someoneistyping.blogspot.com.

[23]

[23]

Tbilisi Studio is een open atelier opgericht door Luiza Laperadze, Gela Patashuri en Daniel Baumann en heeft een belangrijke rol in de emancipatie van jonge kunstenaars. Zij hebben als missie jonge kunstenaars in contact te brengen met ideeën over experimentele en conceptuele kunst, dragen kennis over, en geven kunstenaars de mogelijkheid projecten te realiseren. Zie: www.tbilisistudio.org

Tbilisi Studio is een open atelier opgericht door Luiza Laperadze, Gela Patashuri en Daniel Baumann en heeft een belangrijke rol in de emancipatie van jonge kunstenaars. Zij hebben als missie jonge kunstenaars in contact te brengen met ideeën over experimentele en conceptuele kunst, dragen kennis over, en geven kunstenaars de mogelijkheid projecten te realiseren. Zie: www.tbilisistudio.org

[24]

[24]

Daniel Baumann is curator van de Adolf Wölfli Foundation bij Kunstmuseum Bern. In Bazel heeft hij de kunstruimte New Jerseyy opgericht, hij is een freelance curator en schrijft voor verschillende kunsttijdschriften. Sinds 2004 organiseert hij jaarlijks op uitnodiging van AIRL een tentoonstelling in Tbilisi met Zwitserse kunstenaars. Zie: www.denver.cx

Daniel Baumann is curator van de Adolf Wölfli Foundation bij Kunstmuseum Bern. In Bazel heeft hij de kunstruimte New Jerseyy opgericht, hij is een freelance curator en schrijft voor verschillende kunsttijdschriften. Sinds 2004 organiseert hij jaarlijks op uitnodiging van AIRL een tentoonstelling in Tbilisi met Zwitserse kunstenaars. Zie: www.denver.cx

[25]

[25]

Na de revolutie in 1917 dreigden in Moskou de musea bestormd en geplunderd te worden. De nieuwe machthebbers verdedigden de musea met leger en politie. Malevich was daar fel tegen en schreef in On the Museum (1919) dat het beter was alle oude kunst in de musea te laten verbranden, dat hun destructie de weg naar een levende nieuwe kunst zou zijn. Boris Groys, Art Power, MIT Press, Cambridge MA, 2008, p. 26.

Na de revolutie in 1917 dreigden in Moskou de musea bestormd en geplunderd te worden. De nieuwe machthebbers verdedigden de musea met leger en politie. Malevich was daar fel tegen en schreef in On the Museum (1919) dat het beter was alle oude kunst in de musea te laten verbranden, dat hun destructie de weg naar een levende nieuwe kunst zou zijn. Boris Groys, Art Power, MIT Press, Cambridge MA, 2008, p. 26.

[26]

[26]

‘Only if the past is not collected, if the art of the museum is not secured by the museum, does it make sense – and even become a kind of moral obligation – to remain faithful to the old, to follow the traditions and resist the destructive work of time. Cultures without museums are the “cold cultures” as Lévi-Strauss defined them, and these cultures try to keep their cultural identity intact by constantly reproducing the past. They do this because they feel the threat of oblivion, of a complete loss of historical memory. Yet if the past is collected and preserved in museums, the replication of old styles, forms, conventions, and traditions becomes unnecessary. Even more, the repetition of the old and traditional becomes a socially forbidden, or at least unrewarding, practice.’ Boris Groys, Art Power, MIT Press, Cambridge MA, 2008, p. 27.

‘Only if the past is not collected, if the art of the museum is not secured by the museum, does it make sense – and even become a kind of moral obligation – to remain faithful to the old, to follow the traditions and resist the destructive work of time. Cultures without museums are the “cold cultures” as Lévi-Strauss defined them, and these cultures try to keep their cultural identity intact by constantly reproducing the past. They do this because they feel the threat of oblivion, of a complete loss of historical memory. Yet if the past is collected and preserved in museums, the replication of old styles, forms, conventions, and traditions becomes unnecessary. Even more, the repetition of the old and traditional becomes a socially forbidden, or at least unrewarding, practice.’ Boris Groys, Art Power, MIT Press, Cambridge MA, 2008, p. 27.

[27]

[27]

Ruben Arevshatyan is kunstenaar en curator in Jerevan. Hij is ook een van de redacteuren van Red Thread, een e-journal dat de westerse kunstgeschiedenis bevraagt door uitwisselen van kennis en samenwerking tussen kunstenaars, theoretici en curatoren uit de Kaukasus, de Balkan, het Midden-Oosten, Noord-Afrika, en verder. Sweet 60s is een langlopend experimenteel en educatief onderzoeksproject gesteund door Red Thread. Sweet 60s onderzoekt door middel van het hedendaagse theoretische perspectief de verborgen gebieden van de revolutionaire periode van de jaren zestig. Zie: www.red-thread.org

Ruben Arevshatyan is kunstenaar en curator in Jerevan. Hij is ook een van de redacteuren van Red Thread, een e-journal dat de westerse kunstgeschiedenis bevraagt door uitwisselen van kennis en samenwerking tussen kunstenaars, theoretici en curatoren uit de Kaukasus, de Balkan, het Midden-Oosten, Noord-Afrika, en verder. Sweet 60s is een langlopend experimenteel en educatief onderzoeksproject gesteund door Red Thread. Sweet 60s onderzoekt door middel van het hedendaagse theoretische perspectief de verborgen gebieden van de revolutionaire periode van de jaren zestig. Zie: www.red-thread.org

[28]

[28]

Khatuna Khabuliani is kunsthistoricus, hoofd van de afdeling Optical Imaging op de kunstacademie en onderzoeker bij CCA Tbilisi. In 2009 was zij de curator van het Georgische paviljoen tijdens de 53ste Biënnale van Venetië.

Khatuna Khabuliani is kunsthistoricus, hoofd van de afdeling Optical Imaging op de kunstacademie en onderzoeker bij CCA Tbilisi. In 2009 was zij de curator van het Georgische paviljoen tijdens de 53ste Biënnale van Venetië.

[29]

[29]

Lali Pertenava is kunsthistoricus en criticus. Zij is als assistent-professor Theorie en Geschiedenis van de Fotografie verbonden aan het Instituut voor Fotografie en Nieuwe Media in Tbilisi. In 2002-2003 was zij visiting research professor bij de George Washington University, Washington D.C.

Lali Pertenava is kunsthistoricus en criticus. Zij is als assistent-professor Theorie en Geschiedenis van de Fotografie verbonden aan het Instituut voor Fotografie en Nieuwe Media in Tbilisi. In 2002-2003 was zij visiting research professor bij de George Washington University, Washington D.C.

Fucking Good Art

Recente artikelen