metropolis m

Nana Oforiatta-Ayim is een schrijver, filmmaker en kunsthistoricus uit Accra, de hoofdstad van Ghana. In 2002 richtte ze een cultureel onderzoeksplatform op genaamd ANO, dat zich vorig jaar transformeerde in een tentoonstellingsruimte in Accra. Aangetrokken door Oforiatta-Ayims initiatief van een encyclopedie die zowel historische als hedendaagse kunst en cultuur uit Afrika in kaart brengt en archiveert, sprak Jelle Bouwhuis met haar tijdens een recent bezoek aan Amsterdam.

In augustus 2016 vond een project plaats dat kan worden beschouwd als de start van Oforiatta-Ayims idee om een encyclopedie van de Afrikaanse cultuur samen te stellen. Op het Chale Wote Street Art Festival, een jaarlijks kunstfestival in de historische wijk Jamestown van Accra, lanceerde ANO het Kiosk Museum; een museum van het formaat van de doorsnee Afrikaanse straatkiosk, met een tentoonstelling over Ghanese festivals van fotograaf Ofoe Amegavie. Het feit dat het museum als een kiosk in het straatbeeld werd gevoegd, is ook op te vatten als een kritiek op de institutionele cultuur. Op de website van ANO staat: ‘Het museum als instituut is in de Ghanese context een problematische bemiddelaar van cultureel erfgoed en kennis.’ Het is ontoegankelijk, omdat ‘publieke vertoningen niet relevant en niet representatief zijn voor de culturele rijkdom van het land.’ Met andere woorden, het traditionele museum richt zich enkel op bepaalde soorten cultuur, op een manier die meer in dienst staat van de instelling zelf dan van de volkeren in het land. Dit onderscheidingsmechanisme is kenmerkend voor het museum in zijn algemeenheid en inherent aan de wortels van het instituut in het koloniale tijdperk, toen het belangrijk werd gevonden om een onderscheid te maken tussen een dominante, hoge cultuur en een ondergeschikte, lage cultuur: de ene cultuur werd gepresenteerd als een verheven, modern ideaal, de andere als ouderwets en traditioneel. Het project van Nana Oforiatta-Ayim druist in tegen de kern van een dergelijke hiërarchische structuur die voortkomt uit de koloniale epistemologie.

Jelle Bouwhuis

Het is misschien een erg voor de hand liggende vraag, maar wat is het doel van deze aan Afrikaanse kunst en cultuur gewijde encyclopedie? Wat is de meerwaarde ervan ten opzichte van wat er bijvoorbeeld al op internet is te vinden?

Nana Oforiatta-Ayim

‘Veel belangrijke informatie over Afrikaanse culturen vind je niet terug op het web en veel ervan is nog niet eens op schrift gesteld. Het project richt zich niet alleen op beeldende kunst, het omvat allerlei soorten culturele uitingen, hedendaags en uit het verleden. We willen 54 Afrikaanse landen beslaan en dat doen we in 54 afzonderlijke delen die uiteindelijk samen de encyclopedie vormen. Ik geef je Ghana als voorbeeld van hoe we te werk gaan. We delen het onderzoek op in de tien verschillende regio’s waaruit het land bestaat en we gaan op roadtrip door al deze regio’s met ons mobiele museum, opnieuw een kioskachtige, transparante structuur; dit keer naar ontwerp van Latifah Iddriss, een jonge architect uit Accra. Vanuit dit mobiele museum verzamelen we informatie over belangrijke culturele uitingen uit heden en verleden, via mondelinge bronnen en visuele documentatie. Het onderwerp kan van alles zijn, of het nu om poëzie, festivals, muziek, design of kunst gaat. Dergelijke informatie komt in de encyclopedie. Uiteindelijk streven we naar een gedrukt deel voor elk Afrikaans land, maar het project gaat verder op internet als een open sourcemodel. Het zal nooit voltooid zijn.’

Jelle Bouwhuis

Met wie werk je aan dit project?

Nana Oforiatta-Ayim

‘Ik doe dit uiteraard niet alleen. Als je een kijkje neemt op de website van de encyclopedie zul je zien dat er enkel aan het Ghanese deel heel veel mensen meewerken. Het zijn allemaal experts op een bepaald gebied. Het is de bedoeling dat in elk land iemand zoals ik verantwoordelijk wordt voor het bij elkaar brengen van redacties die grote gebieden, allerlei disciplines en een groot aantal culturele geschiedenissen beslaan. De redacties zullen op zichzelf staan, maar wel de blauwdruk volgen die we momenteel aan het opstellen zijn op grond van onze ervaringen in Ghana. Ik denk dat tien landen snel van start zullen gaan met hun delen van de encyclopedie en ik heb er alle vertrouwen in dat ik uiteindelijk redacties voor alle 54 landen op kan zetten. Het is een langetermijnproject.’

Jelle Bouwhuis

Is een encyclopedie niet ook een residu van het kolonialisme, van de dominante Verlichtingsfictie, omdat het de mogelijkheid van een alomvattende kennis, een panoptische controle van de geest over natuur en cultuur propageert?

Nana Oforiatta-Ayim

‘Ik heb het niet over een encyclopedie in die “witte” traditie. Deze versie is open source en evolueert in de loop van de tijd. Ik pretendeer niet het laatste woord te hebben of een etnografisch geïnformeerd onderzoek te doen dat in een overvloedige hoeveelheid wordt verspreid. Deze encyclopedie is veel breder en is tegelijkertijd opzettelijk subjectief in haar selecties. Het is eigenlijk meer een kunstwerk dan een encyclopedie; ik gebruik die term op een subversieve manier. Het gaat me beslist niet om het creëren van een nieuwe culturele canon.’

Jelle Bouwhuis

Over westerse etnografen gesproken, ben jij niet zelf een relatieve buitenstaander in Ghana? Je bent geboren en getogen in Duitsland en hebt in Londen gewoond en gestudeerd.

Nana Oforiatta-Ayim

‘Nee, zo voelt dat niet. Mijn moeder woonde in Ghana toen ik jong was en ik heb hier een grote familie waarvan ik altijd onderdeel ben geweest. Toen ik me vijf jaar geleden permanent in Accra vestigde, voelde het alsof ik naar huis terugkeerde. Ik plaats mezelf ook niet in hokjes als die van etnograaf of curator. Ik zie mezelf als kunsthistoricus, filmmaker en schrijver, als iemand met brede interesses, zoals blijkt uit de encyclopedie. Ik werk momenteel ook aan een roman die volgend jaar verschijnt bij Bloomsbury Publishers.’

Jelle Bouwhuis

Heeft ANO commerciële banden? Je hebt eerder gewerkt bij Gallery 1957 in het Kempinski Hotel.

Nana Oforiatta-Ayim

‘Ja, ik was de eerste artistiek-directeur van de galerie. Maar wat mij betreft had die ruimte speculatieve en commerciële belangen die ver uitstegen boven mijn activiteit als kunstprofessional. De galerie heeft nu een sfeer gecreëerd met een neoliberale mantra die ongekend is in de Ghanese kunstscene en die ik als ongezond beschouw. Sommige kunstenaars met wie ik werk of heb gewerkt, voelen zich aangetrokken tot die commercie, maar serieuzere kunstenaars keren zich ervan af, zoals Ibrahim Mahama. ANO is altijd actief gebleven, zelfs tijdens mijn jaar als artistiek-directeur bij Gallery 1957, en toen ik er wegging, heropende ik ANO als platform voor interessante projecten die ik altijd deed en nog steeds doe. De meeste daarvan gaan niet over het maken van winst. Ik werk met kunstenaars als Mahama, maar ook met fotografen als Nii Obodai, Felicia Abban en anderen om de fotografische geschiedenis van Ghana in kaart te brengen. Er zijn hier zoveel schatten te vinden die interessant zijn voor een groter publiek. Ik richt me liever op samenwerkingen met bestaande instellingen in Ghana, zoals Nubuke Foundation, de Foundation for Contemporary Art en de kunstopleiding van de Kwame Nkrumah University, dan op de kortzichtigheid van de kunstspeculatie. Alternatieve modellen van samenwerking en de culturele projecten waar we op dit moment mee bezig zijn, die zijn pas echt interessant.’

Uit het Engels vertaald door Loes van Beuningen

Meer info: www.anoghana.org

Jelle Bouwhuis

PhD onderzoeker Moderne Kunstmusea, Globalisering en Diversiteit, VU Amsterdam

Gerelateerd

Recente artikelen