De visionair – Janelle Monáe
Janelle Monáe brak dit jaar in Nederland door met een door een Nederlandse kunstenaar verzorgde muziekclip. Momenteel heeft ze zich teruggetrokken op een andere, veraf gelegen planeet, waar ze haar dagen slijt als tarotkaartlezer. Fiep van Bodegom kreeg de gelegenheid kort met haar te spreken over haar leven en werk, haar twijfels en overtuigingen.
Ik ontmoette Janelle Monáe deze zomer op een onverwachte locatie. Ze is wereldberoemd, maar heeft zich momenteel teruggetrokken als tarotkaartlezer bij een reizend circus op de afgelegen planeet Tatooine. Monáe heeft een indrukwekkende lijst van werkzaamheden: zanger, songwriter, rapper, producent, actrice en model. Een vrouw die nergens haar hand voor omdraait. Bovendien wordt ze ook geprezen om de eigentijdse en eigenzinnige vormgeving van haar clips. Tijdens onze ontmoeting droeg ze een messcherp gesneden double-breasted pak en torenhoge hakken. Haar make-up zat perfect ondanks de aanhoudende hitte van de twee zonnen die genadeloos neerschenen op het tentzeil. In het verloop van enkele middagen sprak ik met haar over leven, muziek, liefde, politiek, seksualiteit, feminisme, racisme, de toekomst, het heelal en tarotkaarten. Alleen de klimaatproblematiek van onze gezamenlijke thuisplaneet kwam niet ter sprake. Monáe en ik werden echt vrienden.
Er wordt gezegd dat je iets met de tijdgeest te maken hebt. Je muziek, de verwijzingen naar het afrofuturisme, de expliciet feministische inslag en natuurlijk publiekelijk een mooie, succesvolle zwarte vrouw zijn; het lijkt allemaal tegenwoordig ‘iets met de tijdgeest’ te maken te hebben. Ook als je niet mooi was, trouwens. Wat zijn jouw gedachte daarover?
‘Wil je een blik in de toekomst van mij? Ik kan natuurlijk de kaarten voor je lezen. Maar je wilt dat ik voor van alles sta, niet? Voor emancipatie en optimisme en “kijk hoe ver we zijn gekomen”. Op die tijdgeest wil ik even geen commentaar geven.’
Nu zal ik je een vraag stellen die eigenlijk een wollige constellatie is van mijn gedachte over je werk en verlangen naar jou en die niet zal eindigen met een vraagteken en waarvan ik als antwoord eigenlijk alleen bevestiging wil dat ik inderdaad iets van je werk begrijp dat al die andere luisteraars niet begrijpen. Wat heb je daarop te zeggen?
‘Wat een mooie vraag. Die heb ik nog niet eerder gehad. Ja.’
Dromen androïden van elektrische schapen?
‘Nee, ze dromen van warm mensenvlees.’
Oh, echt?
‘Maar androïden kunnen natuurlijk ook voor zichzelf spreken. We zijn er nog lang niet, maar ook zij beginnen gerepresenteerd te worden in films en de media, en zich succesvol politiek te organiseren. Misschien moet je deze vragen aan hen stellen. Ik wil niet voor een ander spreken.’
Dat brengt me meteen op mijn volgende vraag. Het is misschien nogal persoonlijk, maar fans hebben toch echt recht op de waarheid. Er gaan geruchten dat je zelf een androïde bent na het verschijnen van je albums The ArchAndroid en Dirty Computer. De afgelopen jaren bleken meerdere megasuccesvolle popsterren uitsluitend virtueel te zijn. En we hebben net natuurlijk het schandaal achter de rug van de eerste president die is ontmaskerd als een door een financieel consortium bestuurde androïde, een robot die op een mens lijkt en geprogrammeerd is om versluierd, maar direct te appelleren aan ons onderbewustzijn. Wat ben jij eigenlijk?
‘Ik snap dat mensen denken dat ik een androïde ben. Heel lang wilde ik dat ook zijn: een perfect wezen zonder al die slordige menselijke emoties, een gestroomlijnde robot zonder zelftwijfel. Een “alien from outer space. The cybergirl without a face”, zoals ik zelf zong. Uiteindelijk ben ik toch een gemankeerd, rommelig, 32 jaar oud menselijk wezen van vlees en bloed.’
Over de tijdgeest wil je momenteel niets zeggen, maar hoe denk je over het collectieve onderbewustzijn dat als een woekerend onkruid onze politiek weer lijkt over te nemen?
‘Weer? Nog steeds, zou ik zeggen. Ik kan deze vraag alleen maar beantwoorden met een citaat uit Carl Jungs Archetypen over de archetypen van het collectieve onderbewustzijn. De eerste versie van dat werk verscheen in de jaren dertig van de negentiende eeuw nota bene. “De juiste vraag stellen, is al het halve antwoord. We weten nu in ieder geval dat het grootse gevaar dat ons bedreigt, komt van de onvoorspelbaarheid van de psyche’s reactie. Slimme mensen hebben zich al een poosje geleden gerealiseerd dat externe historische condities, in welke vorm dan ook, slechts bijkomstigheden zijn, springplanken voor de werkelijke gevaren die ons leven bedreigen. Dat zijn namelijk de huidige politiek-sociale waansystemen. Die zouden we niet te licht moeten opvatten als slechts noodzakelijke consequenties van de externe omstandigheden, maar juist als de neerslag van beslissing van het collectieve onderbewustzijn. Dit is een nieuw probleem. In alle tijdperken voor de onze geloofden men in goden in een of andere vorm. Alleen een ongeëvenaarde verschraling van symbolisme heeft ons in staat gesteld de goden te herontdekken als psychische factoren, dat wil zeggen, als archetypes van het onderbewustzijn. Ongetwijfeld is deze ontdekking momenteel moeilijk te geloven. (…) Sinds de sterren uit de hemel zijn gevallen en onze hoogste symbolen zijn verbleekt, is ons onderbewustzijn een geheim leven geworden.” En juist omdat het onderbewustzijn een geheim leven is geworden en gebleven, is het ook zo invloedrijk.’
Zitten er in jouw muziek subliminale boodschappen?
‘Natuurlijk! In alle muziek zitten subliminale boodschappen. In mijn muziek ben ik de figuur van de Hogepriesteres uit de tarotkaarten. De Hogepriesteres is de hoedster van het onderbewustzijn. Ze zit voor de dunne sluier van onwetendheid, het enige dat ons scheidt van ons innerlijke landschap. Ze bevat het geheim van deze sferen in zich en biedt ons de stille uitnodiging. “Wees stil en weet dat ik God ben.”’
Oh wow! Dat is best wel heftig. Heb je nog een afsluitende opmerking?
‘Het publiek, ook jij, wil van mij een symbool maken en tegelijkertijd een stukje van mijn menselijkheid consumeren. Ik snap dat wel, hoor. Ik ben religieus opgevoed, dus ik ken dat probleem. Toch wil ik benadrukken dat ik ook een mens ben, maar die mens ken je niet. De mens bestaat voorbij de consumptie, verborgen door of achter het symbool, de persona, het archetype, de popster.’
Fiep van Bodegom
is recensent bij weekblad De Groene Amsterdammer en redacteur bij de literair tijdschrift De Gids
Fiep van Bodegom
is schrijver bij De Groene Amsterdammer en De Gids