metropolis m

bell hooks

Vriendschap vergt voortdurend onderhoud. Naar aanleiding van een verwaarloosde penvriendschap, beschouwt Pınar Türer wat ze kan leren van de wijze lessen van denkers als bell hooks, Michel Foucault en Aimee Carrillo Rowe.

Toen ik laatst een vriendin een ansichtkaartje wilde sturen, realiseerde ik me dat ik haar eigenlijk een lange brief zou moeten schrijven. Ik voelde de spijt van het laten doodbloeden van het briefwisselingsavontuur dat zij een aantal jaar geleden zo ruimhartig was begonnen. Ik beschouwde onze penvriendschap als een denkbeeldige boomhut die overliep van vreugde en de kracht van het uitwisselen van zwevende gedachten, subtiele (en minder subtiele) bekentenissen, en eindeloos veel vragen. Ik mis dat toevluchtsoord en zijn bedachtzame traagheid, vrij van de snelheid en verdeeldheid van de kapitalistische structuren die tot diep in onze levens doordringen. Ik mis het gewassen te worden door de golven van een krachtige geest die de mijne zo teder vormde, ik mis het gevoed te worden in mijn feminisme, mijn politiek. Het schrijven was een verkwikkende oefening in vertrouwen, openheid en toewijding, waarmee ik een ander kon laten delen in mijn diepste gevoelens, mijn gebrokenheid of stiekeme trots. Ik wist dat geen van mijn woorden door haar onopgemerkt zouden blijven. Haar aandacht was een geschenk.

Hoe nauw verweven zijn de noties van aandacht en vriendschap. Ik word aan deze verwevenheid herinnerd door het boekje 12 Theses on Attention (2022) van Friends of Attention, een collectief dat zichzelf omschrijft als ‘een zachtaardige (gentle) coalitie van activisten, kunstenaars en anderen die vormen van aandacht die bestand zijn tegen commodificatie cultiveren, theoretiseren en delen’. Er valt veel te zeggen over hoe de commodificatie van onze aandacht deel uitmaakt van ons dagelijks leven, maar een ander woord trekt hier mijn aandacht: zachtaardig. Ik reageer dusdanig op zachtaardigheid dat ik in mijn jeugd vaak werd bestempeld als overgevoelig. Het valt me op dat in sommige vriendschappen zachtaardigheid resoluut wordt afgewezen. Elkaar hardhandig of grof behandelen, wordt nog te vaak gezien als eerlijkheid. Ik zie dit vooral bij mannelijke vriendschappen, waar zachtaardigheid vaak wordt gezien als vrouwelijk, als niet stoer genoeg. Maar net als bij Friends of Attention zijn er gelukkig veel mensen die zachtaardigheid reclaimen en andere vormen van oprechtheid en zorgzaamheid nastreven, op een rustiger en langzamer tempo. Want zachtaardigheid is trager dan grofheid, en traagheid is misschien datgene waar velen in deze tijd naar hunkeren.

Zachtaardigheid is er niet in één maat; het ziet er niet op een bepaalde manier uit. Het kan voelen als zachte adem op een verbrande huid, een hoognodig kneepje in een schouder alvorens door elkaar geschud te worden. Vriendschap bestaat bovenal uit een wederzijdse (zij het onuitgesproken) afspraak om samen te leren, samen na te denken. De intimiteit van al pratend iemands innerlijke wereld verkennen, roept een gonzende zachtaardigheid op, als wanneer je met open mond naar een vriend luistert en zucht of opveert bij de woorden die uit hun lippen stromen. De schittering, de oprechtheid die je in hun ogen ziet en de warmte die je voelt in je buik wanneer je bedenkt hoeveel geluk je met ze hebt.

Bij sommige vrienden voel je een zeker gemak, een zekere troost. Alsof de omstandigheden voor die intimiteit gewoon perfect waren (de juiste plaats en het juiste moment), of alsof een goddelijke kracht er iets mee te maken had (het klikte gewoon). En het is waar, soms klikt het gewoon, en stroomt onze intimiteit als een heldere rivier. Maar vriendschappen die lang duren, vriendschappen die voeden en koesteren, daar komt werk bij kijken. bell hooks noemt vijf basiselementen van liefde: zorg, verantwoordelijkheid, respect, vertrouwen en toewijding. Al deze elementen vragen van ons dat we werk verzetten: het werk van het creëren en onderhouden van betekenisvolle, transformerende relaties. Het werk van verantwoordelijkheid nemen om aandachtig te luisteren en de drang te voelen om met zorg te reageren. ‘Verantwoordelijkheid is onlosmakelijk verbonden met onze gevoeligheid; we worden blootgesteld aan de buitenwereld op zo’n manier dat we verplicht zijn er verantwoording voor af te leggen’, schrijft filosoof Alphonso Lingis.1

Het werk van zorgzaamheid ─ de complexe verbanden tussen zorgen over en zorgen voor; zorgzaam en voorzichtig zijn in onze nieuwsgierigheid, en nieuwsgierig in onze zorgzaamheid; het (soms rommelige) onderhouden van relaties, van vertrouwen en betrokkenheid. hooks schrijft: ‘We worden niet geboren wetend hoe we moeten liefhebben, noch van onszelf, noch van iemand anders. We worden echter wel geboren met het vermogen om te reageren op zorgzaamheid. Naarmate we groeien kunnen we aandacht, genegenheid en vreugde geven en ontvangen. Of we leren van onszelf en anderen te houden, hangt af van de aanwezigheid van een liefdevolle omgeving.’2

Het werk van toewijding, er niet alleen in het heden voor elkaar zijn maar de geruststelling ervaren van continuïteit, vertrouwen in bestendigheid. Verbinding brengt een gevoel van toekomst met zich mee, misschien zelfs een gevoel van het gezamenlijk voorstellen van een toekomst. Vriendschappen zijn werkplaatsen in de zin dat werk een ethiek van relaties is, zoals Kevin Quashie het formuleert in Black Aliveness, or A Poetics of Being (2021). Werk dat het potentieel in zich draagt van een transformatie die groter kan zijn dan iemands individuele ik.

Net zoals hooks’ definitie van liefde nauw verbonden is met haar feministische politiek, onderstreept ook schrijver Aimee Carrillo Rowe in haar feministische teksten de hechte relatie tussen onze alledaagse, intieme relaties en onze politiek. Carrillo Rowe’s ‘relatiepolitiek’ is gericht op een ‘meer duurzame feministische praxis die voortbouwt op vertrouwen en in stand wordt gehouden door eerlijkheid, verantwoordelijkheid en toewijding.’3 Net als bij hooks’ begrip van liefde, benadrukt Carrillo Rowe’s begrip van relaties des te meer wat er allemaal komt kijken bij verbintenissen in alle vormen, waaronder vriendschappen, en hun potentie voor sociale en politieke transformatie.

Onze intieme relaties geven vorm aan hoe we onszelf zien, hoe we de mensen om ons heen zien, zowel in onze naaste kringen als daarbuiten, hoe we de wereld zien en hoe we er doorheen bewegen. Zoals liefde geen magische remedie is tegen alle wonden, zijn vriendschappen niet neutraal in de zin dat ze vrij zijn van macht of van de effecten van de complexe systemen waarin we leven. Met intimiteit brengt vriendschap ook kwetsbaarheid met zich mee, en kan het evengoed geweld en onderdrukking voortbrengen, als dat het voeding, steun en inspiratie kan bieden. ‘De lijnen die ons verbinden met anderen zijn niet natuurlijk noch onschuldig,’ zegt Carrillo Rowe. ‘Soms kunnen verbintenissen, net als elektriciteitsdraden, gaan rafelen op de plekken waar ze slijten. Soms smelten de draden door hun plastic omhulsels heen en komen ze bloot te liggen. Soms raken we die hete draden aan en verbranden we ons. Wanneer het gemakkelijker wordt ons af te wenden dan om ons te branden aan het beschadigde raakvlak dat tussen ons is ontstaan, staan isolatie, woede, pijn en defensiviteit in de weg van onze eigen genezing.’4 Dit is de andere kant van het werk dat vriendschap en liefde opeisen: het werk van aandacht voor de complexe, soms pijnlijke, soms vermoeiende, soms verwarrende aspecten van een intieme, kwetsbare relatie met iemand; beslissen hoe zorgzaam te zijn, wanneer jezelf te verdedigen en wanneer iemand toe te laten.

Meer dan twintig jaar later, kort na hooks hartverscheurende dood, word ik opnieuw geconfronteerd met mijn verwaarlozing van deze krachtige lijnen die ons kunnen verbinden, deze niet-zuivere liefdesethiek die continu werk vraagt en verdient. ‘Diepe verbindingen over lijnen van verschil heen kunnen een bron zijn van transformatie’, oppert Carrillo Rowe.5 De pandemie sloeg een gat in onze intimiteiten en verbrak onze verschillende manieren van verbonden zijn. In onze hyper-individualistische samenleving, waarin onze aandacht wordt gekapitaliseerd, onze vriendschappen op de achtergrond raken en de heteronormatieve liefdesrelatie nog altijd op de voorgrond staat, zal het veel werk vergen om te herstellen van de isolerende en vervreemdende gewoonten die de afgelopen twee jaar met zich mee hebben gebracht. Werk van aandacht, pauzeren, luisteren, naar binnen en naar buiten kijken, en het moeilijke werk van opnieuw leren. Maar ook werk dat voedt, inspireert, (her)schept, verbindt.

De meest opwindende vriendschappen dragen de potentie in zich om samen iets te maken, iets te creëren: een warme maaltijd, een briefwisseling, een gedachtestroom, een verbeelding van iets dat er nog niet was voordat we een pot thee deelden. Sprekend over vriendschap en queer relationality (of homoseksualiteit, zoals hij het noemt), herinnert Foucault ons aan de dingen ‘die verontrustend kunnen zijn in genegenheid, tederheid, vriendschap, trouw, kameraadschap en kameraadschap, dingen die onze gezuiverde maatschappij geen plaats kan geven zonder bang te zijn voor de vorming van nieuwe verbintenissen en het aan elkaar knopen van onvoorziene krachten.’6 Queer relaties, sensuele vriendschappen, contra-normatieve verwantschap ─ onze intieme verbintenissen zijn breed en complex. Het harde werk van de vriendschap vraagt onze toewijding aan een liefdesethiek, wat Erich Fromm omschrijft als een ‘actieve zorg voor het leven en de groei van datgene wat we liefhebben’.7 Degenen van wie we houden, aan wie we onze aandacht, zorg en toewijding schenken, bepalen hoe we ons de wereld kunnen voorstellen en wat voor soort politiek, artistiek en intiem werk we daarvoor willen doen. Hoe we samen onze boomhut willen bouwen en onderhouden.

Vertaald uit het Engels door de redactie

 

 

1 Alphonso Lingis, The Community of Those Who Have Nothing in Common, 1994, p. 226

2 bell hooks, all about love: New visions, 2018 (2000), p. 53

3 Aimee Carrillo Rowe, Power Lines: On the Subject of Feminist Alliances, 2008, p. 5

4 Aimee Carillo Rowe, p. 2

5 Aimee Carillo Rowe, p. 3

6 Michel Foucault, Ethics: Subjectivity and Truth: Essential Works of Michel Foucault 1954-1984, 2000

7 Erich Fromm, The Art of Loving, 1995 (1957)

Pınar Türer

is schrijver en promovendus bij de Amsterdam School of Cultural Analysis

Recente artikelen