metropolis m

In de westerse kunst bestaat de hardnekkige gewoonte het landelijke leven romantisch voor te stellen. Maar er is ook een ander verhaal te vertellen, over vergeten en verdrongen boeren, armoede en sociale ongelijkheid. Nu de interesse in het platteland opleeft, wordt ook die donkere kant van het landelijke bestaan vaker belicht in tentoonstellingen.

Het was Malcolm X die in 1963 wees op het belang van het land in de sociale strijd. Hij zei tijdens een van zijn bekendste redevoeringen: ‘Land is de basis van alle onafhankelijkheid. Land is de basis van vrijheid, rechtvaardigheid en gelijkheid.’1 bell hooks, zelf afkomstig uit een boerenfamilie, schreef in aanvulling hierop over hoe het na de afschaffing van de slavernij Zwarte boeren waren die het voortouw namen in het creëren van een culture of belonging op het platteland.2 Die verbondenheid met de natuur is in Amerika vervolgens lang onderdeel geweest van de bevrijdingspolitiek, waarbinnen het aan Zwarte mensen ten voorbeeld werd gesteld als een manier om het leven in eigen hand te nemen. Desalniettemin werd het feit dat hooks in Kentucky opgroeide, te midden van Zwarte boeren, met de nodige meewarigheid begroet door de universiteiten in Stanford en Wisconsin waar zij Liberal Arts studeerde. Over het eenvoudige boerenleven, de zelfvoorzienendheid in harmonie met de natuur, werd weinig geschreven. De Zwarte boer werd vergeten en hooks zag het als haar taak om hen en de waarden waar ze voor staan in haar schrijven meer naar voren te brengen.

Dit lijkt ook Jonathas de Andrade sterk te motiveren in zijn fotoprojecten die momenteel te zien zijn bij FOAM in Amsterdam. De fotografische projecten zijn diepgeworteld in de Nordeste, de noordoostelijke regio van Brazilië, die in Nederland bekend staat als de plek waar Johan Maurits in de zeventiende eeuw gedurende enkele decennia regeerde en slavenhandel introduceerde op het Zuid-Amerikaanse continent. Het is een rijk en gevarieerd landbouwgebied, met de haven van Recife als economische hart. De Andrade werkt er al vele jaren met lokale gemeenschappen aan licht-activistische fotoseries die proberen de levens en verhalen van de bewoners onder de aandacht van een breder publiek te brengen. Landarbeiders van de suikerplantages in de regio Piauí, bijvoorbeeld, die hij in twee- en drietallen fotografeerde terwijl ze met suikerriet de letters van het alfabet vormen, een ABC da Cana (2014). De suikerplantages liggen in een gebied waar veel analfabetisme is en arbeiders voortdurend worden uitgebuit, maar De Andrade geeft ze een ander gezicht. Op een speelse wijze toont hij ze als zelfbewuste boeren, die zich geletterd en onafhankelijk tonen in dit gebaar van emancipatie.

De bevrijdingsstrijd spreekt nog explicieter uit de speciaal voor FOAM gemaakte The Battle of Tejucupapo. Deze muur van zwart-wit foto’s vertelt het verhaal van de indrukwekkende jaarlijkse heropvoering van de zeventiende-eeuwse slag om dit dorp, waarbij tweehonderd vrouwen met potten en pannen een leger van zeshonderd Nederlandse koloniale soldaten verjoegen. Hedendaagse inwoners van het dorp verbeelden hun voorouders, hun gezichten energiek, vrolijk en vol vuur, alsof de strijd nog gaande is. Stippellijnen en bewegingen verbeelden de strijd en laten zien hoe de vrouwen letterlijk en figuurlijk bezig zijn te ontsnappen aan het hun opgelegde kader. In een begeleidende film vertellen de vrouwen dat de re-enactment geen spelletje is. Het koloniale machtsmisbruik waar hun voorouders tegen streden, herkennen ze terug in de dagelijkse strijd om te overleven, de armoede, de honger, terwijl slechts een kleine elite profiteert van de rijkdom die het gebied voortbrengt.

Borgloon

De tegenstellingen op het Nederlandse platteland mogen in vergelijking met Brazilië minder extreem lijken, toch is ook hier het land een belangrijke indicator van de sociale strijd en zich herhalende koloniale verhoudingen. Regelmatig verschijnen in de pers verhalen over door Nederlandse boerenbedrijven geëxploiteerde Oost-Europese dagloners die lange dagen maken tegen minimale beloning. Voor hun verplichte en vaak krakkemikkige huisvesting op het erf van de boer moeten ze vaak bovendien een groot deel van dat karige loon inleveren.

De politieke strijd ertegen is bezig zich te verharden. Was de provincie ruim honderd jaar geleden nog bakermat van de eerste corporaties en socialistische vakbonden, zij is steeds vaker aanhanger van radicaal rechts, haatdragend en xenofoob. In het verzet tegen milieumaatregelen organiseerden sommige boeren zich op militante wijze in een agressief protest dat gepaard ging met een hooliganachtige intimidatietactiek. Elke discussie over aanpassing van hun bedrijfsmodel en de daarbij horende herverdeling van middelen wordt met grote vijandschap aangegaan.

Tegen deze achtergrond mag de vriendelijke toon van de tentoonstelling Invisible Hands van Seasonal Neighbours opvallend heten. Het Vlaams-Nederlandse collectief van zeventien kunstenaars, onderzoekers en schrijvers werkte afgelopen zomer aan een project met seizoenwerkers, dat momenteel gepresenteerd wordt in het Hasseltse Z33. Uitgangspunt vormt Borgloon, geboortedorp van Ciel Grommen, een van de oprichters van de groep, waar elk jaar de bevolking tijdens het oogstseizoen met zo’n twintig procent groeit. Het collectief besloot zich erbij aan te sluiten, om van binnenuit meer inzicht te krijgen in de levens van de migranten/werkers die hier elk jaar zes maanden neerstrijken om te helpen op het land. De groep wilde de levens van de werkers ontsluiten, niet alleen hier op het land, maar ook in de gebieden waar ze vandaan komen. Het onderzoek heeft geleid tot een lange reeks documentair aandoende verhalen over allerhande culturele uitwisselingen, rituelen, grenzen, communicatie, identiteit, thuiskomen, en de relatie tussen mens en plant. Over Thaise vrouwen die werken in de witlofoogst, Roemenen die een specifieke eetcultuur van onkruid met zich meebrengen en typisch Vlaamse huizenbouw die naar Roemenië wordt geëxporteerd.

De tentoonstelling in Hasselt is minder strijdbaar dan die van De Andrade in Amsterdam maar laat evenzeer zien hoe koloniale verhoudingen zich nog altijd op het platteland herhalen en maar lastig blijken te kantelen. Het delen van het land kost moeite, zo blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat Nederland pas afgelopen december zijn eerste Nederlands-Marokkaanse boer verwelkomde: Ayoub. Het feit was zo bijzonder dat KRO/NCRV er direct een meerdelige realityshow aan wijdde. Op televisie zien we een vrolijke innemende jongen die het moeizame pad zelfstandig boer te worden bewandelt. Ik ben benieuwd of hij een rolmodel wordt.

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen