Durven speculeren
Durven speculeren
Kunst en theorie in de toekomst
Nieuwe lezingenreeks van het Stedelijk Museum, de Universiteit van Amsterdam, De Appel, W139, SMBA en Metropolis M richt onder de titel Facing Forward het vizier op kunst en theorie in de toekomst.
‘Reality doesn’t care about your firewalls.’ Op uitnodiging van het jubilerende Britse kunstblad frieze beschrijft de Amerikaanse auteur en mediacriticus Bruce Sterling de totale digitalisering van het bestaan in 2031, en de manier waarop de werkelijkheid zich daar niet altijd veel van aantrekt. De pijn van het echte leven blijft.
Niettemin is de wereld over twintig jaar volgens Sterling totaal versnipperd. Er is geen institutie meer over, geen conventie, geen genre, geen categorie, geen krantenkiosk. Sociale netwerken hebben tegen 2031 de politieke partijen vervangen, als dat nu al niet al het geval is. ‘Click by click and tap by tap, apps replace materiality.’
Sterling zegt het niet met zoveel woorden, maar de toekomst lijkt er een van een oneindige impasse. Het leven gaat door, maar veel richting is er niet meer. Zoals toekomstfantasieën van futuristische schrijvers bijna altijd dystopisch van karakter zijn. Het idee dat de wereld zich onverwacht ten goede keert en zich ineens van zijn beste kant toont, wordt door de meest prominente toekomstgerichte schrijvers niet erg geloofwaardig gevonden. Ondanks jaren van secularisatie is de samenleving doortrokken van een bijna religieus besef dat de wereld niet veel meer is dan het gebrekkige voortraject van de dood. Het is niks en het wordt niks. Misschien alleen als elk materieel verlangen wordt losgelaten, op ‘pre-hemelse’ wijze, maar daar zijn wij, behoeftige, aardse wezens, toch niet toe in staat.
Catastrofaal denken is populair in het huidige maatschappelijke klimaat. Was er al langer de doem van de klimaatcrisis en het dreigende tekort aan energiebronnen, er is een acute politieke en financiële crisis bijgekomen. Tot overmaat van ramp raakt ook nog het voedsel op, terwijl dat al zo slecht over de planeet verdeeld was, met gevolg miljoenen hongerende mensen. De catastrofe is geen toekomstfantasie meer, hij is er voor velen al!
Toch was het niet zo lang geleden in de kunst en de cultuur bon ton om blijmoedig de toekomst te bezien. De voortrekkersrol, die haar als oude avant-gardist altijd al paste, werd in de jaren negentig van de vorige eeuw opnieuw opgenomen, toen de maatschappij een groeiende interesse had in de constructieve rol die kunst en met name design voor de mensheid kon hebben. De maakbaarheidsgedachte vierde hoogtij na het vallen van de Muur en het begin van internet. Er was een grenzeloze
wereld nakend, zo meenden velen. Welkom in de global village.
In de nieuwe eeuw is de optimistische stemming van het handen uit de mouwen steken om meerdere redenen, met 9/11 voorop, bruusk gekeerd. Het pragmatisme van het bouwen aan een betere samenleving werd vervangen door een angstige vlucht terug in het eigen bastion. Ik herinner me dat Rem Koolhaas zijn verbazing uitsprak over het regressieve denken van zijn vroegere werkpartner, de kunst. Hij geloofde zijn ogen niet, als hij weer eens een kunsttijdschrift opensloeg. Terwijl hij als architect gewend was de blik op tien, twintig jaar vooruit te houden, en analyses te maken die niet zozeer het verleden maar juist de toekomst tot onderwerp had, verloor de kunst zich in zichzelf, de eigen geschiedenis, de eigen voorbije idealen in een tot op heden voortdurend regressieve productie.
Ook Bruce Sterling schrijft erover in zijn verhaal voor frieze: ‘Let’s face it: a matured resignation fits the general mood of our times. Our art is about symbolism, dense allusion, fatality, caked-on décor. Our absence of innovation, the lack of any progressive narrative, doesn’t bother or embarrass us. Derivative cut-and-paste, shareware, mash-up, appropriation, détournement, post-disciplinary network-culture infrastructures; this favela of the intellect no longer has to be valorized.’ Het New Dystopia noemt Mark von Schlegell het in zijn meest recente boek, waar de curator Alexis Vaillant een tentoonstelling op baseerde. Het is de wereld die aan de B-film voorbij is, en zich niet meer spiegelt aan voormalige grootheden als het A-merk, de triple A ratings of zoiets archaïsch als het idee van een hogere kunst.
En juist op dit moment van grote maatschappelijke en culturele somberte, die in Europa ook nog eens wordt gevoed door grote bezuinigingen op kunst en cultuur, richten de organisatoren van de eerdere lezingenreeksen Right About Now en Now is The Time zich op de toekomst. Het Stedelijk Museum, de Universiteit van Amsterdam, De Appel, W139, SMBA en Metropolis M slaan de handen ineen om het catastrofaal denken van de laatste jaren van ons af te schudden en te proberen constructief na te denken over wat ons te wachten staat. Verdeeld over zeven avonden worden thema’s besproken als ‘Future Image’, ‘Future Museum’, ‘Future City’ en ‘Future’s Future’, door gerenommeerde sprekers als de architect Rem Koolhaas, museumdirecteur Iwona Blazwick, de kunsthistorici James Elkins en Hans Belting, de kunstenaars Paul Chan, Hito Steyerl, de schrijver Jalal Toufic en filosoof Manuel Delanda. Juist in een onzekere tijd als de onze is het van cruciaal belang de blik op de toekomst gericht te houden, en de verbeelding in haar meest zuivere vorm een kans te geven.
Domeniek Ruyters is hoofdredacteur van Metropolis M
Facing Forward:
Art & Theory from a Future PerspectiveOude Lutherse Kerk, Amsterdam
Eerste lezingen op 7 december, 14 december en 10 januari
www.facingforward.nl
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M