Een spel van rollen
In de filosofie is er de maskertheorie. Deze theorie stelt dat elke situatie waar de mens zich in bevindt, vraagt om een ander ‘masker’ om te kunnen passen en handelen zoals binnen die situatie verwacht wordt. Karl Marx gebruikte deze theorie onder meer om aan te geven hoe de arbeider vervreemd was geraakt van zichzelf en nooit zijn/haar/hen ware zelf kon zijn in de kapitalistische samenleving. Ook W.E.B. Dubois en Franz Fanon schreven erover met betrekking tot dominante en gemarginaliseerde culturen: mensen uit een gemarginaliseerde cultuur zouden zich aanpassen aan de dominante cultuur door onder meer hun gedrag, vocabulaire en uitspraak aan te passen. De hieruit voortvloeiende hedendaagse variant zou Codeswitching zijn. Ook kleding is aan dergelijke regels onderhevig: dresscodes en kledingstijlen die alleen door ‘ons soort mensen’ worden herkend én erkend. Daar ligt het verschil tussen een ‘pak’ of ‘kostuum’, waarbij de eerste een natuurlijke en logische aankleding is – weliswaar passend bij de gelegenheid en gebonden aan strikte regelgeving – en de laatste vervreemding of een verkleedfeestje impliceert.
Bovenstaande codes passen in het scala aan geschreven en ongeschreven regels die bestaan binnen een maatschappij en voor orde, structuur en macht zorgen. Daarin past ook het idee dat er onderscheid is, waarbij strikte, veelal exclusieve en binaire aanduidingen worden gebruikt. Maar links is niet meer ‘links’ en rechts is niet meer ‘rechts’. Het hele spectrum is verschoven en nieuwe maatschappelijke vraagstukken hebben gezorgd voor nieuwe combinaties die links noch rechts, dan wel gedeeltelijk allebei zijn. In die lijn zijn mensen eveneens in toenemende mate meerdere en samengestelde wezens: bicultureel, biseksueel, trans, non-binair. Afhangende van de situatie en het moment zijn we altijd in ontwikkeling. Zoals we ook meerdere talen spreken, in accent, dialect, jargon of als geheel. We kunnen het aanleren en aanpassen. We zijn geen vaste entiteiten, maar zijn constant aan verandering en ontwikkeling onderhevig, onder invloed van interne reflectie en externe uitwisseling. De enige constante is verandering.
Stabiliteit en vastigheid zorgen voor zekerheid en daarmee voor controleerbaarheid, controle en macht. We denken te weten door vast te leggen, maar die registratie legt ook beperkingen op en vernauwt het gezichtsveld. We moeten niet vast komen te zitten in de kennis over het verleden. Hoe kunnen we een wereld veranderen door het referentiekader ervan te herconfigureren? Waarom denk je dat die nerds uit de fantasywinkel met die gekke kaarten of die andere, eveneens vrij bleke types die de hele dag voor hun scherm zaten om SimCity en World of Warcraft te spelen, nu bij de techgiganten werken en onze leefwereld vormgeven? Het gaat om een ‘fantasierijke flexibiliteit’ waarbij ook de kunstcontext kan fungeren als experimenteel lab waar we een tijdelijke rol kunnen aannemen zonder de verantwoordelijkheid voor de uitwerking direct te hoeven nemen.
In Roleplay staat het opnieuw, keer op keer (her)uitvinden en onderzoeken van onze eigen plek in de samenleving en in de gemeenschappelijke wereld centraal, onze verhoudingen tot elkaar en tot onze leefomgeving. Het constant opnieuw maken, terwijl alles in beweging is. We hebben allerlei regels en rollen, maar wat als we die ondervragen, veranderen, herdefiniëren binnen een Ballroom of een LARP, een gezin of gekozen familie? Door middel van rollenspel, embodiment, het aannemen van verschillende gedaantes en entiteiten, kunnen we leren van elkaar, van onszelf en van de wereld om ons heen waar we inherent onderdeel van uitmaken. Het rollenspel laat ons nieuwe maskers uitproberen, niet om wegwijs te maken in het navigeren langs alle ongeschreven regels, maar om nieuwe betekenissen en verbanden te onderzoeken zodat we boven de regels kunnen staan.
Vincent van Velsen
is redacteur Metropolis M en conservator Stedelijk Museum Amsterdam