Eerst het lichaam, dan de geest – Guido van der Werve’s Nummer zestien, the present moment
Stond zijn werk altijd in het teken van de toekomst en de hoop, in Nummer zestien, the present moment trekt Guido van der Werve een neerslachtige conclusie. In zijn meest existentiële film ooit sombert hij over het lot van de mensheid die zich onmachtig toont tegenover de problemen die de samenleving van vandaag opwerpt.
In een nieuw werk maakt Guido van der Werve de overstap van lichaam naar geest. Testte hij in zijn laatste videowerken de grenzen van zijn lichaam steeds nadrukkelijker, nu neemt hij de geest onder de loep. Op drie schermen, opgesteld met het ‘gezicht’ naar elkaar toe en rondom een pianola, een zelfspelende piano, zien we beelden van groepen acteurs die eten, mindfulness-oefeningen doen en copuleren. De beelden zijn sober, de achtergrond zwart. Er zijn geen meubels, er is geen visuele afleiding, we kunnen enkel vaststellen dat de grond een zacht tapijt moet zijn omdat het net iets minder diepzwart is. Zo gestructureerd als dit werk is, zo caleidoscopisch is het Skype-gesprek dat ik met hem voer. Het geluid valt soms weg, de opnameapparatuur begeeft het en de kat draait door op het kattenkruid in mijn thee. We spreken over gewenste afleiding, sport, de kracht van negativiteit en het verdwijnen van frictie uit onze westerse levens tot aan Van der Werve’s bijna eindeloze drang tot het heruitvinden van zichzelf en het wegvallen van stabiele factoren in zijn leven. Na afloop besluiten we het gesprek niet letterlijk weer te geven, maar er een bespreking met citaten van te maken.
Twee groepen acteurs zijn naakt: diegenen die eten (bijna allemaal oud en dik) en diegenen die seks hebben (jonger en mooier). De mindfulness-trainers op het middelste scherm zijn in uniforme zwarte broek en T-shirt gekleed. Het mechanische van de handelingen bekruipt je al snel en maakt je, zacht uitgedrukt, ongemakkelijk. Het leven gereduceerd tot seks en eten, en omdat we het verder allemaal niet aankunnen, proberen we wanhopig aan mindfulness te doen. Wat zijn we als mensheid zielig en hulpeloos. Toch is de film eerder ‘een zelfportret dan een statement’, zegt Van de Werve. De muziek, geschreven door Van der Werve zelf, is emotioneel, ingetogen en meeslepend. De zoete klanken scheppen een sfeer van mededogen. Daardoorheen klinkt het piepende, knarsende geluid van mensen die eten lepelen uit kunststoffen bekertjes, het zachte geluid van de kleding van mensen die langzaam met hun knie draaien, en het platte gekreun en geklap van vlees tegen vlees van hen die goed op dreef zijn.
Nummer zestien, the present moment wordt in het persbericht omschreven als een verkenning van de verschillende zijnsvormen van de geest die samen ons bewustzijn vormen en die we dagelijks gebruiken om in de buitenwereld door een complexe realiteit te navigeren: Sigmund Freuds id, ego en superego. ‘Maar de drie video’s zijn niet letterlijk onderverdeeld in deze drie categorieën’, vertelt Van der Werve als ik hem ernaar vraag. De vrijende mensen staan niet voor het id, de eters niet voor het ego en de mindfulness-trainers niet voor het superego. Maar misschien biedt het werk wel een confrontatie met het id, ego en superego van de kijker en een bewustwording van hoe die drie-eenheid van onze menselijke geest constant aan het werk is, schipperend, onderhandelend, dealend met elkaar en de omstandigheden. Dit werk gaat net zo goed over iedereen samen als over de innerlijke wereld van Van der Werve. Want eigenlijk wil je niet blijven kijken. En je wilt vooral niet de hele tijd naar de seksscènes kijken. Maar het id (het onderbewuste, primitieve, instinctieve, aangestuurd door seksuele energie en woede) trekt je blik toch steeds die kant op, het superego (de moraal, de grote tegenstander van het id) raakt daar geïrriteerd door en het ego probeert te bemiddelen door tot rust te manen (het controlerend mechanisme).
De video verloopt grosso modo van ochtend tot avond en bestrijkt in twaalf aktes de twaalf maanden van het jaar. Daarbij valt op hoe de groepen mensen ook meerdere generaties vertegenwoordigen. Video en muziek volgen elkaar, want ook de muziek is opgebouwd volgens de structuur van de twaalf maanden. Als kijker zie je het verstrijken van de tijd vooral weerspiegeld in het feit dat de acteurs van liggend (slapen) naar staand (waken) weer naar liggend gaan (slapen). Overigens zijn de acteurs geen professionals, zo vertelt Van der Werve. Desgevraagd voegt hij daaraan toe: ‘De meeste koppels kenden elkaar niet eerder. Ik heb de scène samen met Kim Holland [de bekende Nederlandse pornoster, red.] geproduceerd. De mensen in de scène zijn over het algemeen amateurs en hobbyisten.’ Tussen de aktes door stopt de muziek even, gaan de drie schermen op zwart en verschijnt er op het scherm het nummer van de volgende akte, op scherm twee een lijn in het heelal die sterren verbindt en op scherm drie tenslotte het woord ‘aries’. De maanden worden met andere woorden via de sterrenbeelden weergegeven. En dan gaat alles weer verder waar we gebleven waren. Zo rond april zoeken de acteurs naar een partner om seks mee te hebben, de mindfulness-trainers komen langzaam omhoog en schudden de armen los, de eters staan er stil en roerloos bij.
Er is veel lethargie, veel apathie en berusting. Het werk komt over als cynisch en nihilistisch, maar dat niet alleen. De sterrenbeelden dienen als een sneer naar wie nog zo dom is om te geloven dat we als mens meer zijn dan een serie impulsen en behoeftes. Tweeling of Schorpioen, wat maakt het uit. Eten, stress die we niet meer kwijtraken en seks vormen onze gemene deler. Daarnaar gevraagd zegt Van der Werve dat hij inderdaad wel cynischer en meer afgestompt is geworden de laatste jaren. Maar dat heeft een positieve kant in die zin dat hij zich bij dit werk voor het eerst realiseerde dat je ook vanuit negativiteit kunt creëren. ‘Ik ging er eerder vanuit dat elke creatie positief moest zijn.’ Van der Werve schreef in de drie jaar voorafgaand aan het maken van Nummer zestien, the present moment een dystopische roman. ‘Ik had lang op slot gezeten met mijn creativiteit en het kwam er ineens als een enorme kotsbui allemaal uit.’
Zowel die roman als Nummer zestien, the present moment zijn uitingen van zijn frustraties en zijn eigen apathie om iets te doen aan wat er speelt in de wereld. Vanuit dat standpunt bekeken is het werk nog heftiger. Een overgave. Van der Werve verwoordt die spanning treffend: ‘Soms voel ik me een zeikerd. Ik heb zoveel privileges en toch zeiken we over het feit dat we geen geluk kunnen vinden in het moment.’
Nummer zestien, the present moment is het eerste werk waar Van der Werve zelf niet in speelt. Zijn afwezigheid was een bewuste keuze, ingegeven door het feit dat Van der Werve steeds verder ging met het uitdagen en testen van zijn eigen lichaam. ‘Ik had me behoorlijk vastgemetseld’, zegt hij. Daarnaast had hij behoefte om met zijn geest bezig te zijn. Dan kan je daar maar net zo goed meteen een werk over maken. Na Nummer veertien, home (2012), waarin de kunstenaar een extreem zware triatlon van ruim 17 honderd kilometer aflegt, bleef Van der Werve fanatiek sporten en dat bepaalde met zo’n twintig a 25 sporturen per week zijn leven, ritme en dagindeling. Het gaf houvast en structuur, maar werd ook heel dwingend.
Niet alleen is Nummer zestien, the present moment de eerste film waarin hij zelf niet speelt, het is ook duisterder dan zijn vorige werken waarin handelen, behoeftes en emoties gereduceerd worden tot louter mechanische impulsen. Ook geluk en liefde worden niet gespaard. Dat mechanische zien we terug in de handelingen van de acteurs, in het feit dat een automatische pianola de muziek speelt en in de camerabewegingen die in elke film precies hetzelfde zijn. Onpersoonlijk, afstandelijk, inwisselbaar. Het is geen opwekkend beeld van de mens dat Van der Werve neerzet.
Tegen het einde van de film, we zitten ergens in november of december, moeten de mindfulness-trainers lachen als therapie. Dat holle lachen van mensen die de vrolijkheid niet voelen is misschien wel het meest bittere, duistere moment van de film. De lol is er nu wel af. Op scherm drie masturbeert nog een eenzaat wiens partner er blijkbaar genoeg van had en op de achtergrond gaan twee billen nog snel op en neer in een verwoede poging toch die felbegeerde climax te bereiken. Op scherm één zijn de eters weer gaan zitten. Het lachen gaat door, de muziek ook. Maar het feest is al lang voorbij.
Maaike Lauwaert