Eeuwige gespletenheid
Disruptieve innovatie is een tactiek van een schizofreen kapitalistisch systeem dat uitgeput is geraakt. Om zichzelf kunstmatig in leven te houden, splitst het zich steeds op en voegt in die splitsing nieuwe producten en waarden toe aan een oververzadigde markt. Deze producten zelf zijn totaal niet belangrijk. Het gaat om het splitsen, het kunstmatige idee van beweging en verandering. Helaas is het een verandering zonder vooruitgang. Waarom stellen we geen hogere eisen aan onze toekomst?
Ik zou een vrouw of een god kunnen worden. Zulke mogelijkheden beloofde het internet. Twintig jaar geleden kon ik me voorstellen dat ik op het net mezelf opnieuw zou kunnen uitvinden. De machines zouden me ook in staat stellen om alles te zien, als een god, en mijzelf te verlaten, uit het lichaam te stijgen, een wereld in zonder fysieke ballast.
Ondertussen zijn deze beloften oude koek geworden. Toch gebruiken we het internet op dagelijkse basis, terwijl het er niet goed toeven is. De nare bijsmaak interesseert niemand meer. Eigenlijk zijn er zelfs geen beloftes meer over. De futuristische droombeelden zijn door het hedendaags pragmatisme verworden tot kitscherig echo’s van vervlogen dagen. Ze zijn tot bezinning gekomen. Vandaag de dag zijn we tevreden met programma’s en apps voor de organisatie van basisbanaliteiten, of dat nou het werk, shopping, autorijden, seks of af en toe de liefde is. Van internet en van apps worden dezelfde dingen verwacht als van koffiekopjes of een stoel. Ze moeten beschikbaar, functioneel en altijd comfortabel zijn. Ze moeten een behoefte vervullen.
Er zijn weinig bezwaren in te brengen tegen de afgekoelde relatie met technologie, maar des te meer tegen de bescheiden verwachtingen die we ervan hebben. Waarom stellen we aan technologie enkel de eis dat het de organisatie van ons leven comfortabeler en goedkoper moet maakt? In ‘praktischer en goedkoper’ zit geen hoop op vooruitgang, enkel een behoud van het huidig kapitalisme door de verdeeldheid in ‘nieuwe’ markten en de artificiële vraag naar steeds wat anders. Wat ooit het ‘sociaal voorstelbare’ heette, is failliet. Nu het er niet meer is, weten we allemaal dat er geen alternatief meer is.
Ik zou een vrouw worden, ik zou een god worden; schizofreen in enkele seconden. De naam van de geestesziekte is afgeleid van het oud-Griekse werkwoord schizein, dat splijten betekent. De schizofrene geest beweegt zich voortdurend ergens anders. Het verandert de symbolische structuren; het verplaatst iets en splits de betekenis ervan op. Het voortdurende inhalen en inbinden van dat wat zich gespleten heeft en de omzetting ervan in productiviteit, vormen langzamerhand een van de belangrijkste bewegingsvormen waardoor waarde wordt gegenereerd.
Clayton Christensen van de Harvard Business School bracht het begrip disruptive innovation in het managementjargon om deze schizoïde tactiek te omschrijven; de gespleten, ontwrichtende innovatie. Een splitsing verplaatst de structuur. De structuur herstelt de splitsing vervolgens om zich daarna opnieuw te splijten. Het doorlopende herstel van splitsingen houdt de marktstructuur in beweging, althans op de korte termijn; op een gegeven moment is de splijtingsimpuls uitgeput en moet er opnieuw gespleten worden.
Schizofrenie splijt de structuur van de geest. Of als de ontdekker van de ziekte, Egon Bleuer, het formuleerde; het fragmenteert de psychische basisfuncties. Productie en distributie vernieuwen zich steeds opnieuw door middel van fragmentatie. Claytons begrip is zo wijdverbreid geraakt dat de formule ‘disrupt or be disrupted’ overal geldt. Splitsen of gesplitst worden. Ook het onderwijs en de gezondheidszorg zijn onder de invloed van deze strategie. Wat onschuldig begon in de computerbranche, met goedkope producten van lage kwaliteit de markt splitsen, wordt ondertussen zelfs op het gebied van de immateriële productiviteit letterlijk toegepast.
Perioden van abnormale betekeniservaring, splitsing van de geest of explosieve bewegingsdrang, het zijn dit soort extases die zich binnendringen als een impuls in de starre economische ontwikkeling. Elke nieuwe splitsing wordt omgezet in nieuwe informatie. De productie van nieuwe kennis beweegt zich door die impuls voort, door de toevoer van levendigheid en diens scheppende destructiekracht. Steeds weer wordt het gestolde gespleten om de grootste bedreiging voor een circulair georganiseerd systeem, de warmtedood, stagnatie, verstilling, uit te stellen.
Deze onvermijdelijke gebeurtenis definieert de tweede wet van de thermodynamica: energie neemt in een gesloten systeem af zoals ‘een door metaalmoeheid getroffen uurwerk. De energie neemt voortdurend en gelijkmatig af terwijl het zich in warmte omzet tot het uiteindelijk zal oplossen in een vormloze gasbel, met een temperatuur van net boven het absolute nulpunt. Dat is de kosmische warmtedood’, zo vat Arthur Koestler het alomtegenwoordige fenomeen van entropie samen in zijn boek De geest in de machine.
Omdat gesloten systemen buiten het laboratorium zelden voorkomen, zou het nauwkeuriger zijn te spreken van ‘zichzelf afsluitende systemen’ wanneer het over de economie gaat. Dat een onderneming of een markt zichzelf afsluit komt door de toenemende behoefte aan veiligheid en stabiliteit tijdens crises. Het management van een zichzelf afsluitend systeem moet de onvermijdelijke uitputting door aanhoudende splitsingen tijdelijk onderbreken. Daarna openen ze weer het systeem en genereren energie, splitsingen die het in warmte opgeloste systeem kunnen herstellen.
En dan kan het systeem weer ademen. De door splitsingen gegenereerde verplaatsingen rekken het veeldradige weefsel van het systeem op en creëren de illusie van groei. Het systeem begint even opnieuw te leven, de splitsing vormt een vluchtpunt dat van vitaal belang is. Wat wordt geproduceerd binnen die geconstrueerde beweging is relatief onbelangrijk. Het belangrijkste is dát er wordt geproduceerd. De omzetting van zo’n splitsingen in waarde verloopt niet vloeiend maar in horten en stoten.
In het artikel ‘The Disruption Machine. What the gospel of innovation gets wrong’ in The New Yorker analyseert Jill Lepore deze doorlopende splitsingen die niet meer de tijd nemen om zich om te vormen tot een continue vooruitgang. De economische strategie van de disruptieve innovatie richt zich uitsluitend op het korte-termijneffect, dat zij voortdurend herhaalt. Het ontbreekt de zwakke versnelling, die werkt op het effect van het goedkopere maar zwakkere concurrentieaanbod, aan intensiteit voor een langdurig proces waaruit een relevante verandering kan voortkomen. De ontwrichtende innovatie is een beweging richting een toekomst die paradoxaal genoeg hetzelfde wil blijven als het heden. Ze wil een economisch systeem voor de warmtedood behoeden door middel van voortdurende, willekeurig gecontroleerde splitsingen die nergens heengaan, niets toevoegen, geen vooruitgang betekenen.
In de disruptieve innovatie toont het kapitalisme zijn schizofrenie. Het splitst zich af. Zijn waardescheppende kracht functioneert door verplaatsing, zodat zijn normale cyclus langzaam door zichzelf verstikt raakt. De latente pathologie van deze economie zou geen probleem zijn als ze zich in de toekomst zou interesseren en daarmee ook rekening houdt met de oorzaak van de hedendaagse stilstand. Het probleem is echter niet alleen een vorm van vertraging van de sociale ontwikkeling door deze strategie maar ook het voortbrengen van een onaangename vorm van nervositeit. Wanneer men van disruptieve innovatie spreekt gaat het alleen over het begin van een beweging die daarna vanzelf weer stopt. Als een auto waarvan de motor alleen maar kabaal maakt, maar die niet beweegt.
De innovatie, die met zijn abrupt afbrekende creatieve destructie wordt gezien als de opvolger van de continue vooruitgang, lijkt uitgeput en weinig effectief. Ze past echter goed bij de tijdsgeest waarin het bestaan voortdurend en kortdurend van zichzelf verzekerd moet worden, al zij het door een goedkoop effect.
Er is ook zoiets als een geremde dynamiek die ervoor zorgt dat het nieuwe en onbekende niet gezien wordt. Deze dynamiek gedijt goed in de context van korte innovaties omdat ze werkt met voorspellingen en prognoses die zich op de nabije toekomst richten. Zo wordt een potentieel onbekende een variatie op het verleden door vooruit te lopen op zijn aankondiging. Iedereen kent de beelden van de aardbeving in Kathmandu nog voordat we ze gezien hebben. Het onbekende mag niet overweldigen. Om dit te voorkomen, wordt alles wat zou kunnen gebeuren opgevangen door een uit het verleden opgebouwde pseudotoekomst, de prognose. Hierdoor komt niemand nog in het onbekende. Herhalingen zijn misgelopen ontmoetingen waardoor het hart van teleurstelling sneller gaat kloppen. De begeertes bevinden zich in een niemandsland. Als de werkelijke toestand te veel afwijkt van de prognose, wordt die geweekt en glad gestreken tot het verschil verdwenen is. Of de afwijking blijft onzichtbaar omdat ze niet lijkt op het voorschreven uiterlijk. De perceptie wordt in veiligheid gebracht voordat de onzekerheid kan toeslaan.
De treurige uitdrukkingswijzen van het digitale wezen zijn een voortdurende sturing van de onbekende mogelijkheden in de richting van het bekende. De mogelijkheid tot overschrijding zit vast in de gezuiverde splitsing tussen nu en straks. Aan de randen loeren de lachende demonen van de verveling.
Deze tekst is uit het Duits vertaald door Loes van Beuningen
Hans-Christian Dany