metropolis m

Elmgreen & Dragset
The One & The Many

Vorig jaar nam Museum Boijmans Van Beuningen een voormalige onderzeebootloods in de Rotterdamse haven in gebruik als tentoonstellingsruimte. Atelier Van Lieshout beet er het spits af met de tentoonstelling Infernopolis, die door de Volkskrant werd uitgeroepen tot ‘de absolute kunsthit van de zomer’. Dit jaar werd de loods, met een vloeroppervlak van maar liefst 5000 vierkante meter, in handen gegeven van het Scandinavische kunstenaarsduo Elmgreen & Dragset. Een mooie keuze, want hoewel het duo al enige jaren internationaal furore maakt, werd er in Nederland nog niet eerder een solotentoonstelling aan hun werk gewijd.

Het tweetal was in 2009 met hun installatie The Collectors verantwoordelijk voor een veelbesproken bijdrage aan de 53ste Biënnale van Venetië. Met oog voor detail transformeerden ze het Deense en Scandinavische paviljoen om tot huizen van fictieve kunstverzamelaars. Bezoekers konden zich aan de hand van de kunstcollecties een beeld vormen van de identiteit van de eigenaars. Ze werden aangemoedigd zich vooral te gedragen alsof ze thuis waren. Rusten in bed was bijvoorbeeld toegestaan. Achter een van de huizen dreef het levenloze lichaam van de homoseksuele eigenaar in een azuurblauw zwembad, terwijl er binnen jongemannen lethargisch rondhingen. Elmgreen & Dragset zijn zelden saai.

De precieze invulling van hun tentoonstelling in de Onderzeebootloods werd tot het laatste moment geheim gehouden. In het persbericht werd bezoekers een ‘surreële totaaltransformatie’ en ‘zinsbegoochelende ervaring’ in het vooruitzicht gesteld. Die belofte wordt helaas maar ten dele ingelost.

Onder de titel The One & The Many presenteert het duo een achterstandsbuurt. Tegenover het glamourvolle leven van de happy few, zoals ze dat in Venetië toonden, staat het grauwe bestaan in anonieme wijken van de massa, zo lijkt hun boodschap. Het centrale element in de schemerige loods is een vier etages tellend appartementenblok, als Oost-Duitse Plattenbau. Het gebouw is niet toegankelijk, maar door de ramen zijn uiteenlopende interieurs zichtbaar. De bewoners zelf zijn afwezig, maar door de treffende details in hun leefruimtes (rondslingerende bierflesjes, een eenzame tompoes op tafel, een laptop waarop de datingsite GayRomeo is geopend) kun je je een beeld vormen van hun levens. Dat beeld stemt treurig. De levens spelen zich hier vooral naast elkaar af, achter de tv en computer.

In het gebied rond het appartementenblok vind je een reuzenrad, straatmeubilair en een afgedankte limousine. Deze ruimte is het toneel van enkele acteurs van het Ro Theater: jongensprostituees zijn er op zoek naar mannelijke klanten, een tienermoeder met kinderwagen telefoneert luid vanaf een bankje, een stel sleutelt druk aan de limousine. Onder de bezoekers veroorzaakt het een aangename verwarring: waar eindigt de performance en begint het publiek? Iedereen die de loods betreedt, lijkt onderdeel te worden van de tentoonstelling. Het is een slimme vondst.

Helemaal achterin de loods bevindt zich een wc-keet, waarvan de muren vol gekalkt zijn door mannen op zoek naar seks met andere mannen en een enkele homohater. Het geheel maakt een nogal steriele indruk. Wie een wc-hokje probeert binnen te gaan, stuit op een vergrendelde deur: de wc’s zijn niet daadwerkelijk bruikbaar. Met een simpele blik over de deur zie je dat de wc-hokjes van binnen maagdelijk wit zijn. Hier geen schunnige teksten, geen roep om seks. Het lijkt me geen kwestie van ruimte overlaten aan de verbeelding. Hier zijn details simpelweg niet ver genoeg doorgevoerd.

Helaas is dat op meer plekken in de tentoonstelling het geval. Echt vies, armoedig of treurig, laat staan gevaarlijk, wordt het nergens. De stoeptegels zijn nieuw, het straatmeubilair is intact en zwerfafval is niet te vinden. Als bezoeker bevind je je in een onaf, net iets te steriel decor om werkelijk te kunnen overtuigen. De ‘surreële totaaltransformatie’ en ‘zinsbegoochelende ervaring’ blijven uit. Wat ook meespeelt, is het feit dat de tentoonstelling in de kolossale loods een wat verbrokkelde indruk maakt. Het gebied tussen de verschillende installaties in voelt soms meer aan als een niemandsland dan dat het een indruk geeft van een troosteloze achterstandswijk. Een onderzeebootloods is niet zomaar gevuld.

Niels van Maanen is kunsthistoricus en criticus, Amsterdam

Niels van Maanen

Recente artikelen