metropolis m

Idealiter bestaat het werk van Erik Tode (1982) te midden van andere kunstwerken, zowel van hemzelf als van anderen: altijd reflecterend op de (kunst)context. Vaak zijn het tekeningen. Soms zijn het subtiele werken die nauwelijks door bezoekers worden opgemerkt, zoals het intieme geluidswerk Ornithology for the birds (2010), dat verwijst naar een uitspraak van Barnett Newman (‘Aesthetics is for the artist as ornithology is for the birds’). Maar Tode maakt ook schreeuwerige werken die direct de aandacht trekken, zoals de films in de serie Speaking Tube, die leunen op herkenning en een bepaalde amusementswaarde.

‘Some people look at my artwork and they just don’t get it’, begint Jean-Claude Van Damme rustig in de film Speaking Tube: JCVD – The Artist (2011). ‘Your interpretation is not my intention’, vervolgt hij, terwijl hij met één vinger naar de kijker en de ander naar zichzelf wijst. ‘Don’t my intentions affect you?’, lijkt hij met een kwade maar tere stem te zeggen. Althans, dat is wat de ondertiteling ons vertelt. ‘I lost my faith in it, it is gone. It is gone, forever…’, besluit Van Damme. De film toont een merkwaardige kwestie: Jean-Claude Van Damme sprekend over kunstenaarschap en interpretatie, lijkt het.

Wat Tode doet is simpel en niet nieuw: de ondertiteling naar eigen invulling aanpassen. Het effect is verwarrend, doordat de film een analyse van de kunstwereld geeft. De analyse is snel en clichématig, net als de film JCVD (2008) zelf. Dramatiek is de bepalende factor geweest in de keuze van de films. Een emotionele Van Damme, in tranen, vormt in combinatie met de teksten over kunst een absurd geheel.

Een tweede film uit de serie is Speaking Tube: Sílení – 1. The Collector, 2. The Visitor, 3. The Student (2011), een synchrone projectie van drie identieke scènes uit de Tsjechische horrorfilm Sílení (2005), die wederom door Tode is ondertiteld. Het drieluik begint met ‘de verzamelaar’ in de persoon van een angstige jongeman die de les wordt gelezen door een oudere heer, een kunstenaar. ‘Don’t you understand the morality or the dignity or the purity that makes the artwork?’, vraagt hij nog vriendelijk, nadat hij geweigerd heeft zijn werk te verkopen. ‘I exactly know your kind of people, compromising the art world with fake smiles and overstuffed wallets!’, wordt de verzamelaar vervolgens woedend toegeschreeuwd. Op het tweede scherm wordt de jongeman, nu ‘de bezoeker’, door de oude heer, de kunstenaar, ter verantwoording geroepen over de korte tijd die hij in de tentoonstellingsruimte doorbracht: ‘Did you try to reason upon morality, the good and bad, the pathos and logos and its purpose to you?’ ‘De student’ ondergaat een morele worsteling in het derde deel. Hij zegt: ‘Your gallery doesn’t support my artistic intentions.’ De oude heer, nu in de rol van de galeriehouder, probeert hem over te halen de ‘foute’ weg te bewandelen, die van roem en geld en artistiek verraad.

Erik Tode mag dan wel kritische kanttekeningen plaatsen bij het reilen en zeilen van de kunstwereld, toch neemt hij zelf geen duidelijke positie in. Eerder neemt hij de taak van intermediair op zich. Zijn werk functioneert als begeleiding bij alle kunst die er al is. Todes uitvergroting van de ideeën over onder andere het kunstenaarschap doen inzien hoe overladen deze zijn met verwachtingen, zoals het geloof dat kunst je leert ‘to reason upon morality, the good and bad, the pathos and logos and its purpose to you’. Zo ook de tekening The Artist’s Signature (2009), een silhouet van een paard, die zwart is ingekleurd. Een deel van de rug is ongekleurd gebleven en vormt zo een negatieve ruimte: het been van de berijder. Is dit been, de berijder, een metafoor voor ‘the artist’s signature’? Is deze ‘handtekening’, die heel letterlijk verwijst naar de ideeën over kunst en auteurschap, misschien een beperkende factor in het kijken naar en interpreteren van kunst? Ja, zegt Tode, want het ontneemt ons het zicht op het geheel. Het paard is immers slechts gedeeltelijk zichtbaar. Erik Tode probeert zich los te wringen van allerlei vooronderstellingen door ze soms uitvergroot, dan weer subtiel in de marges te onderstrepen.

Laura van Grinsven is kunsthistoricus en filosoof, Amsterdam

Laura van Grinsven

is kunsthistoricus en filosoof

Recente artikelen