metropolis m

Eyebally
Een interview met Nathaniel Mellors

Van deconstructivisme moet hij niets hebben. De Britse, in Amsterdam woonachtige Nathaniel Mellors vindt het een standaardmethode, waar de hedendaagse kunst te vaak en te gemakkelijk op terugvalt. Geef hem maar de alomvattende, diepzinnige en geestige satire van de schrijver Rabelais. In De Hallen Haarlem toont hij zijn nieuwste film Ourhouse.

Dit interview vond begin augustus plaats, toen Nathaniel Mellors in Londen was in verband met zijn productie Ourhouse. Hij had net gefilmd in Wales en had nu enkele weken montage voor de boeg. Tijdens het interview bekeken we een aantal ruwe opnamen en eerdere werken, zoals Giantbum (2008) en The 7 Ages of Britain Teaser (2010). Ondertussen ging ons gesprek over de wens van Mellors om met Ourhouse een werk voor één scherm te maken, hoewel allerlei mogelijkheden voor het gebruik van meerdere schermen voor de hand lagen. Pratend over hoe video en sculptuur zich tot elkaar verhouden, merkte hij op dat ‘de uitdaging was om de nuances en gelaagdheden weer te geven die je met tastbaar materiaal had – ik wil in staat zijn om dat met video uit te drukken.’

Bij het bekijken van de opnamen voor Ourhouse werd duidelijk dat de twee gekozen locaties (een landhuis in Wales en een vervallen herenhuis in Oxford) niet alleen maar werden gebruikt voor buiten- en binnenopnamen zoals we die kennen van standaard televisie- of filmproducties. ‘In Ourhouse’, legt Mellors uit, ‘vindt een ineenschuiving plaats van binnen en buiten en dat is een thema dat door dit hele verhaal loopt.’

Francis McKee

Het lijkt wel of je je, net als sommige andere filmmakers, hebt omringd met je eigen acteurs en crew…

Nathanial Mellors

‘Ja, daar begint het wel op te lijken! Gwendoline Christie ken ik zelfs al van voor ze naar de toneelschool ging, toen ze verloofd was met een vriend van mij. Johnny Vivash heb ik leren kennen toen hij beeldend kunstenaar was en ik heb met hem samengewerkt bij mijn expositie in Matt’s Gallery in 2004 en ook nog eens in 2005. We werken nog steeds samen. En dan heb je nog David Birkin: dit is het tweede stuk waarin hij meespeelt en daarnaast zijn er voor dit project een paar nieuwe acteurs. Met Brian Catling heb ik nog niet eerder gewerkt, maar ik ken hem vrij goed, evenals Patrick Kennedy. Toen Patrick Giantbum had gezien, zei hij dat hij graag een keer zou meedoen in een van mijn stukken. Toen ik hem vroeg wat voor rol hij leuk zou vinden, zei hij: “Ik zou graag een enorme hufter willen spelen.” Daarom heb ik het personage van Uncle Tommy bedacht, die eigenlijk nooit uit de kroeg komt, op één scène na.’

Francis McKee

Welke invloed hebben de acteurs en hun verschillende talenten? In hoeverre beïnvloedt de ontwikkeling van hun personages de ontwikkeling van het verhaal of de plot?

Nathanial Mellors

‘Ik heb veel van de rollen geschreven terwijl ik de acteurs al voor ogen had, in de wetenschap dat zij de rol zouden aankunnen. Dat heeft echter geen invloed op de verhaallijn. Ik heb het scenario van Ourhouse vorig jaar bedacht en toen was het een kwestie van nadenken over welke personages daarin pasten. Het leek me leuk om eens wat meer met anderen samen te werken zoals dat bij film en televisie gebruikelijk is, om het wat ambitieuzer aan te pakken. Ik heb al die tijd veel met Dan Fox [redacteur bij het tijdschrift frieze – red.] gepraat en hij heeft me geholpen met het ontwikkelen van de verhaallijn en het geheel geredigeerd toen ik de step outline [structuur van de film – red.] aan het uitschrijven was. Het kwam erop neer dat wat ik schreef naar hem stuurde. Dan leverde hij commentaar en zo werd het tussen ons een soort pingpongen met de tekst. Uiteindelijk schreef ik de scenario’s.’

Francis McKee

Is het financieringsmodel ook afgeleid van dat van televisie en film?

Nathanial Mellors

‘Ja, steeds meer. Het geld komt gedeeltelijk van de British Art Show en van het Nederlands Fonds voor de Film, dat wel iets met kunst heeft. Van hen heb ik wat geld gekregen om het scenario te ontwikkelen, om Dan Fox te betalen voor het redigeren en cameraman Ben Wheeler in te huren. Ben heeft The 7 Ages of Britain Teaser met mij opgenomen en ik kan heel prettig met hem samenwerken. Hij wordt nu ook een van de vaste medewerkers.
Naar filmmaatstaven is het natuurlijk een budget van niks, maar op productieniveau stijgt dit project daar waarschijnlijk wel iets bovenuit. Dat komt doordat ik heel goede acteurs heb voor rollen die bij ze passen, wat heel organisch tot stand is gekomen, en ook omdat de verstandhouding tussen mij en deze cameraman steeds beter wordt.’

Francis McKee

Hoe verhoudt dit model uit de filmwereld zich tot andere hedendaagse modellen in de kunstproductie?

Nathanial Mellors

‘Een van de dingen die me opvielen bij de masteropleiding aan de kunstacademie was dat het leek alsof je zes verschillende stijlen hedendaagse kunst had en dat mensen er dan eentje uitkozen en daarbij bleven. Ik stond steeds kritischer tegenover het idee dat het maken van hedendaagse kunst een methode was geworden, dat het gaandeweg een reductivistisch proces was geworden. Toen ben ik me gaan verdiepen in kunstenaars, schrijvers en cabaretiers die naar mijn gevoel vanuit zichzelf in staat zijn om iets aan dingen te ontlenen, te reageren op wat er werkelijk in de wereld gebeurt en een taal formuleren die bij de tijd past. Dat leek in de hedendaagse kunst die ik zag helemaal geen prioriteit te hebben. De hedendaagse kunst leek volstrekt tevreden te zijn met het praten over de geschiedenis van de conceptuele kunst of met bepaalde dingen in een ander kader zetten, om zichzelf in een bepaalde traditie te kunnen plaatsen. Je werd ook verondersteld om die hele geschiedenis te kennen, wat ik een probleem vond en eigenlijk ook vrij saai. Naar mijn gevoel ontbreekt de ambitie om iets met de vorm te doen. In de afgelopen jaren heb ik me verdiept in de Italiaanse schrijver en filmmaker Pier Paolo Pasolini [1922-1975 – red.] door dingen van hem te lezen en bepaalde films te bekijken. In Giantbum zitten invloeden van Salò en Porcile en in het scenario voor Ourhouse zitten elementen uit Teorema, maar dat levert dan iets op wat duidelijk past binnen een Engelstalige absurdistische traditie en beïnvloed is door televisie en film en andere zaken die ik als veel natuurlijker ervaar.
De kunstwereld kan zich zo eenzijdig bezighouden met een structuralistische benadering. Deconstructie wordt soms een soort standaardhouding, dat valt me op nu mijn producties ambitieuzer worden. Fragmenteren en deconstrueren is gemakkelijk. De middelen staan je namelijk vanzelfsprekend ter beschikking.’

Francis McKee

Is er sprake van een zekere ontwikkeling in de zes afleveringen van Ourhouse? Gaat het verhaal ergens heen en is er een ontknoping?

Nathanial Mellors

‘Jazeker. Helemaal aan het begin ben ik bij scenarioschrijver Tony Grisoni geweest, een vriend van Brian, die de Red Riding-trilogie heeft gedaan. Hij was zeer behulpzaam en heeft me wat praktische adviezen gegeven. Een van zijn tips was: als je denkt dat je de eerste twee afleveringen voor elkaar krijgt, zorg er dan voor dat je eerst het hele verhaal hebt geschreven. Dat sprak me bijzonder aan, misschien omdat het te maken heeft met die kwestie van fragmentatie in de kunst. Ik wilde niet iets maken wat naar iets anders verwijst. Ik wilde iets maken dat zelf iets is, waarin desgewenst ook die reflexiviteit kan zitten. Ik heb het verhaal dus zo geschreven dat de personages een ontwikkeling doormaken – de gezinsdynamiek verschuift en verandert, en in de laatste aflevering zit een climax die het verhaal afrondt. De eerste aflevering is vrij goedkoop om te maken. De volgende afleveringen worden echter steeds fantastischer, en daardoor duurder. Of ik die ooit zal kunnen maken, weet ik nog niet. Ik hoop het wel, maar dan moet ik waarschijnlijk in de studio gaan werken omdat het hele huis vol raakt; er verschijnen verschillende landschappen in het huis.’

Francis McKee

Hoe ben je geïnteresseerd geraakt in animatronica [elektronische, beweegbare mensfiguren – red.] en waarom is dat in je werk tot nu toe een constante factor?

Nathanial Mellors

‘Dat hoeft niet te zo blijven. Maar ik wil er nog wel iets meer mee doen, omdat het zo prettig is, op een heel elementaire manier. Aanvankelijk kwam de motivatie voort uit het peinzen over kinetische kunst en door het feit dat die op dat moment zo impopulair en uit de mode was. Een paar jaar geleden was dat het ergste wat je kon doen, net als keramiek. In die tijd heb ik ook overwogen om daarmee te gaan werken. Dingen worden echter snel overgenomen en worden modieus.
Ik dacht: als ik de animatronische figuren echt kan laten praten, kunnen ze iets doen wat specifiek bij mijn scenario’s en mijn taal hoort. Dan gaat het over wat mijn werk echt is en dat is interessant in relatie tot de acteurs. Je kunt een kunstmatige acteur maken en in het geval van Giantbum zou dat een natuurlijke evolutie van dat personage zijn (het personage van de vader) want naarmate dat aspect van een sekteleider naar voren komt, wordt hij programmatisch en mechanisch in zijn volslagen ziekelijke ideologie. Het kwam dus goed uit om van hem een mechanische, onheilige drie-eenheid te maken.
In Ourhouse zitten ook animatronische figuren aan het begin en aan het eind. De ene is het gezicht van Het Object, een fontein van gepureerde boeken die worden uitgebraakt. De andere is van het gezicht van het personage Daddy, dat wordt bijeengehouden door zijn eigen haar. Ik heb het voorlopig “Hippiedialectiek” genoemd, maar ik weet niet of dat zo blijft. Wat me bij dat gezicht, dat wordt bijeengehouden door zijn eigen haar en baard, aanspreekt, is dat dat ding met zichzelf in discussie kan gaan; misschien een beetje zoals die ridder met drie hoofden in Monty Python and the Holy Grail, maar dan met twee hoofden. Misschien wordt de installatie dus zo dat je de brakende sculptuur in de ene ruimte kunt zien, daarna de film gaat zien en dan in een derde ruimte de sculptuur van de hippiedialectiek kunt bekijken. Het aardige ervan is dat het werk daarmee in het sculpturale wordt geworteld. Het spreekt me ook aan met betrekking tot de acteurs. Het wordt iets wat het spelen overstijgt, een prothetische voorstelling. De animatronische figuren spreken mensen ook meteen aan, wat nuttig kan zijn omdat ze daarmee op verschillende niveaus toegang bieden tot het werk. Mensen kunnen kiezen hoeveel tijd ze eraan willen besteden of ze kunnen er gewoon van genieten omdat het er grappig of goed uitziet. Maar je kunt er ook meer tijd aan besteden en je echt in het verhaal verdiepen. Ik hou er wel van als mensen er een meer dan oppervlakkig contact mee hebben.’

Francis McKee

In je gebruik van animatronica lijk je nogal gefascineerd te zijn door gezichten. In jouw The 7 Ages of Britain Teaser zit een heerlijk schokmoment als de barbaar zijn vingers door David Dimbleby’s mond steekt en met diens oogballen wappert alsof ze op cocktailprikkers zitten. In Ourhouse zit je ook vaak dicht op de gezichten – een personage als Bobby brengt heel veel over met alleen maar zijn gezichtsuitdrukking. Het gezicht lijkt voor jou het communicatiemiddel bij uitstek en in het geval van Dimbleby wordt het zelfs een kracht voor het overbrengen van informatie met nationale impact. Ook lijkt het gezicht te staan voor de drempel tussen inwendige lichamelijke functies en de materiële buitenwereld.

Nathanial Mellors

‘Dat klopt. Ik had hierbij ook Bataille in gedachten (De grote teen en zijn andere essays), die het heeft over het idee van basaal materialisme en omkeringen in het gebruikelijke hiërarchische waardesysteem. In Ourhouse heeft Het Object allerlei grandioze boeken verslonden en zijn er afzichtelijke drolvormen die hij de hele tijd verkeerd interpreteert. Delen van wat ik zelf ooit heb gelezen zitten in dat braaksel. Het oorspronkelijke idee was dat Het Object een soort printer was, die echter geen pagina’s uitspuwde maar veel viezer spul. Ik heb het zelfs een tijdje De Printer genoemd.
Tijdens het voorwerk aan Ourhouse heb ik ook The Gutenberg Galaxy van Mashall McLuhan gelezen. Waar ik bij McLuhan echt van heb genoten, is wanneer hij het heeft over het fonetisch alfabet, dat hij beschrijft als een koloniserende technologie. Hij legt uit dat als je bijvoorbeeld een Chinees karakter neemt, er contextuele kennis vereist is over het gebruik ervan om dat karakter te kunnen begrijpen. Het Chinees kent complexere linguïstische vormen dan wij gewend zijn, maar McLuhan wijst erop dat alles op basis van het bijbehorende geluid kan worden omgezet in een fonetisch alfabet. Wat hij daarmee wil zeggen, is dat het fonetisch alfabet heel bruikbaar was voor culturen die aan kolonisatie deden, en die dit alfabet introduceerden. Zonder de taal compleet te beheersen, konden overheden toch op afstand mensen onder controle houden.
Er is dus iets wat aanvankelijk de complexiteit had van werkelijke ervaringen of soortgelijke vormen, maar steeds verder is gereduceerd. Dit zie je ook in de groei van de overheid in de laatste vijftien jaar: de Blair-cultuur die mensen in verwarring brengt met een bureaucratische nepdemocratie. Er wordt de indruk gewekt dat je invloed kunt uitoefenen op een systeem, terwijl de echte macht in feite volledig buiten bereik blijft; in werkelijkheid wordt de gewone man iedere macht ontnomen. Bij Ourhouse en The 7 Ages of Britain Teaser speelden veel van die kwesties door mijn hoofd. Het barbaarse personage in The 7 Ages heet Cadmus, de mythische koning die door Plato beschreven wordt als degene die het fonetisch alfabet heeft geïntroduceerd. Ik meen dat Socrates bij Plato zegt dat als dit werkelijk is uitgevonden, het verschrikkelijk zal zijn, omdat mensen erin zullen gaan geloven als een vervanging voor ervaring, een surrogaat van de werkelijkheid. Het is de oudste vermelding die ik heb kunnen vinden waarin wordt gesproken over bemiddeling door media en de gevaren daarvan. Hij waarschuwt ons dat mensen echte, lijfelijke ervaring (en daarmee echte kennis) zullen verwarren met een surrogaat van kennis. Daarom heb ik van koning Cadmus een middeleeuwse barbaar gemaakt die alleen maar met zijn hamer op dat gezicht wil timmeren.’

Francis McKee

De middeleeuwen keren steeds terug in je werk…

Nathanial Mellors

‘Ja, we zitten er weer middenin. Mark E. Smith [frontman van de Engelse post-punk band The Fall – red.] heeft het al voorspeld, nietwaar, de “tweede donkere tijd”… Denk aan onze post-democratie en de manier waarop het nieuws wordt overgebracht en eenvormig wordt gemaakt. Geruchten worden voortdurend als de waarheid gebracht, zoals de journalist Nick Davies beschrijft in zijn boek Flat Earth News: het is één grote echokamer waarbij een verhaal begint in een of ander plaatselijk krantje en net zo lang wordt nagepraat tot het in de Guardian en The Independent staat.

Francis McKee

Is de geest van Jonathan Swift en van François Rabelais ook niet verscholen in je werk?

Nathanial Mellors

‘Rabelais [ca. 1494-1553 – red.] is altijd aanwezig. De kunstenaar Mick Peter was meen ik degene die me op Rabelais wees. Het is alweer heel wat jaren geleden dat ik die boeken las en ik was er helemaal ondersteboven van. Het is een soort oertekst, in de zin dat het lijkt alsof hij alle klassieken heeft bestudeerd en alle ernst van de klassieke filosofie en ideeën in zich heeft opgenomen, waarna hij erin geslaagd is daar een satire van te maken en tegelijkertijd heel serieuze dingen te zeggen. Dat talent om meerdere registers tegelijkertijd open te trekken, parodie naast iets heel diepzinnigs…’

Francis McKee

Die combinatie van malligheid en ernst lijkt me bij jou een belangrijke rol te spelen. Het werk is zich bewust van de eigen absurditeit, maar draagt toch een zekere ernst in zich.

Nathanial Mellors

‘Precies. De ernst ervan is interessant. Ik denk weleens dat satire een welhaast morele drijfveer heeft. Het is jammer dat de montage nog niet is afgerond, anders zouden we kunnen nagaan wat wel en wat niet satirisch aan de orde komt. Er zitten nogal wat dingen in: het personage Daddy gaat tekeer tegen draadloos internet en wil dat iedereen kabels gebruikt, want hij wil niet dat boeken en plaatjes ongecontroleerd door de lucht vliegen. Dat gaat over het ongecontroleerde, het gaat hem om machtsuitoefening. Dan heb je nog Bobby Jobby, die van alles opgraaft. Er is een soort keten van gevolgen en ik wilde het een beetje op het spel Cluedo laten lijken – er lopen allerlei verschillende lijntjes doorheen en ik mag daar graag allerlei barsten en scheuren in maken.’

Francis McKee

Iemand als Rabelais wordt vaak als satiricus beschouwd. Zie jij jezelf ook in een dergelijke rol?

Nathanial Mellors

‘Ik vind niet dat er echt satire in zit, ook al zie je wel dat ik bepaalde aspecten van de kunstproductie parodieer. Maar dat gebeurt eerder terloops, het is geen doel op zichzelf. Ik ben wel gek op satire, om te beginnen van Aristophanes. Ik zie het als een bijzonder rijke traditie en ik zou het fijn vinden als mijn werk het waard was om binnen die context te worden genoemd. Ach, ik denk wel en niet na over wat ik doe – je kunt er ook in vastlopen!’

Francis McKee is curator en schrijver, Glasgow

Francis McKee is curator en schrijver, Glasgow

Nathaniel Mellors – OurhouseDe Hallen Haarlem

Nathaniel Mellors – OurhouseDe Hallen Haarlem

18 September – 5 December 2010

18 September – 5 December 2010

Bij de tentoonstelling verschijnt de publicatie Book A / MEGACOLON / For and Against Language, met een selectie scripts van Mellors en teksten van John C. Welchman en Mick Peter.

Bij de tentoonstelling verschijnt de publicatie Book A / MEGACOLON / For and Against Language, met een selectie scripts van Mellors en teksten van John C. Welchman en Mick Peter.

Vertaald uit het Engels door Leo Reijnen

Vertaald uit het Engels door Leo Reijnen

Francis McKee

Recente artikelen