Filmische reflecties op de maakbaarheid van het bestaan
Filmische reflecties op de maakbaarheid van het bestaan
Installaties van Cora Roorda van Eijsinga
In de installaties van Cora Roorda van Eijsinga kom je ogen en oren tekort. Er gebeurt veel en vaak tegelijkertijd. Uit het geheel van filmfragmenten en performances doemt het beeld op van een maatschappelijk bevlogen kunstenaar, die de poëtische uitwerking van beelden niet schuwt.
Cora Roorda van Eijsinga (1967) vertelt verhalen. Of beter gezegd, ze reikt ons elementen aan waarmee wij zelf een of meerdere verhalen kunnen construeren. Veelal gaan deze verhalen over universele, tijdloze thema’s als liefde, wanhoop, jaloezie, bedrog, ambitie of de drang om, tegen beter weten in, richting te willen geven aan ons leven.
Het oeuvre van Roorda van Eijsinga, die in 2003 afstudeerde aan de Rijksakademie in Amsterdam, bestaat voornamelijk uit ruimtelijke installaties waarin ze van allerlei media en materialen gebruik maakt, variërend van fragmenten uit speelfilms, found footage en eigen foto- en videomateriaal tot performance, sculpturale objecten, gevonden voorwerpen, special effects en tekst en geluid. ‘Ik ga op zoek naar die middelen waarmee ik het verhaal het best kan overdragen. Bijvoorbeeld beelden die bepaalde associaties oproepen, of stukjes informatie die vanuit een andere hoek of discipline iets aan het thema toevoegen, of elementen die de betekenis juist net weer uit balans brengen, en mensen op een ander spoor zetten. Ik laat me leiden door het verhaal, het materiaal is hieraan ondergeschikt.’
De Rotterdamse kunstenaar vindt haar inspiratie voor een belangrijk deel in (de wereld van de) film. ‘Met speelfilms kun je mensen op een subtiele manier sturen. Je kunt inzoomen op details die het hele verhaal of de betekenis van een scène om kunnen draaien.’ Ze maakt vaak gebruik van fragmenten uit Hollywoodfilms, met name films uit de jaren zestig en zeventig. Wat haar boeit zijn de obsessies, de verlangens en de beweegredenen van de personages in de film. In de installatie if love is a red dress, in 2005 te zien in W139 in Amsterdam, die onder andere bestond uit drie videoprojecties, een microfoonstandaard en een rode jurk, stond de Amerikaanse actrice Karen Black centraal. Roorda van Eisinga’s voorliefde voor deze actrice is gebaseerd op de veelal tragische rollen die ze in haar carrière heeft vertolkt: ‘Black heeft de uitstraling van een vrouw die wel de wil heeft, maar bij wie je vanaf het begin aanvoelt dat alles wat ze wil bereiken gedoemd is te mislukken.’
Voor de centrale projectie in de installatie if love is a red dress selecteerde Roorda van Eijsinga een fragment uit Robert Altmans film Nashville (1975), waarin Black het karakter Conny White speelt, een ambitieuze countryzangeres op weg naar de top. Ze betreedt in een rode jurk het podium en brengt onder luid applaus haar hits ten gehore. In een tweede projectie wordt een andere scène uit dezelfde film getoond: Sueleen Gay, een wannabe-zangeresje dat aan het begin van haar carrière staat. Tijdens haar optreden voor een zaal vol met politieke bobo’s wordt ze door haar manager overgehaald om een stripteaseact op te voeren. In haar zucht naar roem en hoop op een doorbraak, gaat ze enigszins beschaamd en vernederd met dit voorstel akkoord.
Deze twee verhaallijnen uit Altmans film, van de gevierde, ogenschijnlijk succesvolle vrouw, naast die van een meisje dat bereid is alles te doen om de top te bereiken, wordt in de installatie gecombineerd met een fragment uit de horrorfilm Circus of Horrors uit de jaren zestig, waarin een flamboyant uitgedoste trapezeartiest tijdens haar act naar beneden valt. Het shot van de slinks kijkende man aan het begin van de scène doet vermoeden dat er met het materiaal is geknoeid en dat het optreden van de vrouw is gesaboteerd.
Robert Altman is één van Roorda van Eijsinga’s voorbeelden. Zijn onconventionele verhaalstructuur – niet een lineaire verhaallijn, maar een collage van vele korte verhaallijntjes waarvan de onderlinge verbanden niet altijd even duidelijk zijn – is zijn handelsmerk geworden. Roorda van Eisinga’s installaties volgen hetzelfde principe, maar dan in driedimensionale vorm. Net als bij Altmans films ga je als kijker bijna automatisch op zoek naar de parallellen tussen de verhaallijnen en de achterliggende betekenis.
Roorda van Eijsinga: ‘Wat de vrouwen in de drie fragmenten verbindt, is dat de belangrijkste drijfveer in hun leven erkenning en bevestiging van het publiek is.’ Ze noemt het ‘status anxiety’, ofwel het zoeken naar aandacht en bevestiging. Indirect verwijst de kunstenaar daarmee naar de celebrity-cultus in onze samenleving, waar ze weinig mee op heeft. ‘Kijk bijvoorbeeld naar een programma als Idols. Het verbaast en fascineert me tegelijkertijd, dat het voor zoveel jonge meisjes de grootste wens is om beroemd te worden.’ If love is a red dress laat ook de cynische achterkant van de glitter en glamour zien. ‘De vrouwen leven in de illusie zelf de controle over hun leven uit te oefenen, maar uiteindelijk wordt duidelijk dat er toch iemand anders aan de touwtjes trekt.’
Nature versus nurture
Op dit moment werkt Roorda van Eijsinga aan een ‘totaalinstallatie’ die dit najaar te zien is in het Museum voor Moderne Kunst in Arnhem, met als titel Ik begon aan mijn theorie te twijfelen…. Ook hierin spelen de thema’s succes en mislukking, de maakbaarheid en kwetsbaarheid van het leven, een centrale rol. ‘Het onderwerp of thema voor dit werk ontstond eigenlijk heel organisch. In eerste instantie werd ik gegrepen door beelden van laboratoriumaapjes, die de Amerikaanse wetenschapper Harry Harlow midden vorige eeuw gebruikte voor onderzoek. De aapjes waren mager en hadden zichzelf op plekken kaalgeplukt. Direct na hun geboorte werden de aapjes bij hun moeder weggehaald en afgezonderd in geïsoleerde ruimtes, verstoken van enige vorm van sociale interactie met andere apen. De echte moeder werd vervangen door een surrogaatmoeder in de vorm van gaas met katoenen lappen waarbij uit sommige exemplaren als beloning melk kwam. Ondanks dat het de aapjes aan niets ontbrak, groeiden ze op tot angstige, half autistische en duidelijk ongelukkige volwassen apen.’ Harlow publiceerde in 1959 de bevindingen van zijn experimenten: zijn conclusie was dat baby’s en kinderen een aangeboren behoefte aan warmte en moederliefde hebben, en dat de aanwezigheid van een moeder voor een kind meer betekent dan voedsel.
‘Naast de beelden van Harlow’s aapjes speelde het tragische verhaal van het meisje Genie door mijn hoofd. Het meisje had tot haar dertiende jaar in totale isolatie opgesloten gezeten in een kamertje, vastgebonden op een stoel, zonder dat er ook maar iemand met haar praatte. Toen ze gevonden werd was ze incontinent en mismaakt en kende maar twee woorden: “ophouden!” en “niet doen!”. Genie’s verhaal is een veel aangehaalde casestudy in de pedagogiek, psychologie en filosofie. Hoewel ik er aanvankelijk niet het fijne van wist, was het wel duidelijk dat ik iets met dit beeld en dit verhaal wilde doen. Ik ben me gaan verdiepen in wetenschappelijke theorieën over de invloed van en relatie tussen genetische aanleg en opvoedkundige omgeving, het zogenaamde nature-nurture-debat. Ik heb het onderzoek zo breed mogelijk gehouden en gaandeweg groeit de verzameling informatie en beeldmateriaal.’
De installatie in Arnhem zal verdeeld worden over drie zalen. Er zullen found footage beelden van Harlows experimenten te zien zijn, fragmenten uit de film Mockingbird don’t sing (2001), de geromantiseerde versie van het levensverhaal van Genie, beelden uit de film The Exorcist, een fragment uit de film Remember Mama (1948), met het stereotiepe beeld van de ideale moeder, objecten, foto’s en teksten. Roorda van Eijsinga wil de bezoeker confronteren met vragen als: in hoeverre zijn onze voorkeuren, angsten en gewoonten reeds in onze jeugd ingeprent? In hoeverre beschikt de mens daadwerkelijk over een vrije wil en de macht om zelf vorm te geven aan zijn leven? Wat is de betekenis van het ontbreken van veiligheid en warmte bij baby’s en kinderen voor hun ontwikkeling en groei – zoals bij Harlows aapjes en Genie, en bij de honderden weeskinderen in Roemenië die zijn opgegroeid onder het bewind van Ceauceşcu – en kan dit in een later stadium nog goed gemaakt worden?
Geëngageerd, niet politiek
In veel van Roorda van Eijsinga’s werken staan vrouwen centraal; de vrouw als verleidelijke vamp, als onderdanig speeltje van de man, de vrouw in haar traditionele rol als moeder, of als de dochter zonder moeder. Maakt ze haar werk misschien vanuit een feministische agenda? ‘Aangezien ik zelf vrouw ben is het voor mij logisch dit ik werk maak vanuit mijn perspectief en herinnering. Misschien spelen vrouwen daarom wel een grote rol in mijn werk. Mijn persoonlijke mening probeer ik zoveel mogelijk uit mijn werk te houden. Maar ik beschouw mijzelf wel degelijk als een geëngageerde kunstenaar, maar meer op de manier die Jean-Luc Godard ooit omschreef als niet “politieke films maken, maar films op een politieke manier maken”.’
De invloedrijke, Franse filmer is op meerdere manieren belangrijk voor haar werk. Bij Roorda van Eisinga is er nooit sprake van één vastomlijnd thema of verhaal. Andere, korte verhaallijnen ontvouwen zich waarin weer andere onderwerpen aan bod komen. Uit de kluwen informatie en beeldmateriaal abstraheert zich als het ware een thematisch grid waarin je ongedwongen associërend het met het andere element verbindt en gaandeweg verdwaalt in je eigen gedachten. Uiteindelijk bestaat de installatie eigenlijk uit datgene dat niet getoond wordt, in de discursieve ruimtes tussen de verschillende onderdelen.
In dit proces van editing en montage komt de bezoeker steeds meer in zicht en verdwijnt de kunstenaar meer en meer naar de achtergrond. Hoewel ze, zoals ze het zelf omschrijft, ‘haar eigen mening zoveel mogelijk uit het materiaal filtert’, is ze zich bewust dat enige mate van manipulatie en sturing natuurlijk inherent is aan iedere selectie en vorm van montage. ‘Wat mij het meest fascineert is dat je door middel van verschillende vormen van montage mensen op een subtiele manier kunt sturen. Je kunt inzoomen op kleine details en nuances, of kleine veranderingen aanbrengen die ineens het hele verhaal of de betekenis van een scène om kunnen draaien.’
Cora Roorda van Eijsinga. Ik begon aan mijn theorie te twijfelen…Museum voor Moderne Kunst Arnhem
22 september 2006 t/m 7 januari 2007
Christel Vesters