Folkert de Jong
Folkert de Jong
Macht
Flamboyant en maniakaal, de taferelen van Folkert de Jong zijn soms te gruwelijk voor woorden. Toch zal een toeschouwer niet snel de blik afwenden van de curieuze gezelschappen van daders en slachtoffers. De spektakels van De Jong voltrekken zich volgens de regels van de cartoon, een tikkeltje grotesk en overdreven. Uiteindelijk zijn ze heel onschuldig.
De rondetafel is een van de grote hedendaagse iconen van de macht die er zijn. Jacqueline Hassink fotografeerde ze al eens, stuk voor stuk, in een beroemde serie over de interieurs van de directiekamers van de grote firma’s van deze wereld. Matti Braun maakte een treffende foto van een bijeenkomst van de G8 in Keulen in 1999, waarbij de regeringsleiders vrolijk omkijken naar de fotograaf. Folkert de Jong maakte enige maanden geleden een installatie voor de Chisenhale Gallery Londen (nu te zien op zijn solo in Het Domein in Sittard) bestaande uit rondetafel waaromheen een gezelschap zit. Een stel vreemde gasten, deels geüniformeerd, zit of staat rond een rondetafel in een ietwat barokke setting.
De boodschap is duidelijk: hier vindt topberaad plaats, een vredesonderhandeling wellicht, met vertegenwoordigers van verschillende legers. Het is de onderhandeling der onderhandelingen die hier wordt getoond, een die van alle tijden is en meerdere verhalen in zich weet te herbergen. En het is een onderhandeling op het scherp van de snede, op leven en dood, want de tafel staat vervaarlijk bovenop een vlot van oliedrums. Het zou mij niet verbazen als het vlot geen zee bevaart, maar een rivier, een grensrivier om precies te zijn, tussen boven- en onderwereld. En de onderhandeling dus een rite de passage is naar het hiernamaals, een tocht naar de dood.
Folkert de Jong heeft iets met macht (en dood). Zijn figuren dragen bijna altijd uniforms en ze zijn vrijwel altijd betrokken in een heftige strijd met de ander. Soms is het werk ronduit gewelddadig en liggen de ledematen links en rechts op de grond. Figuren staan met wapens in hun hand, het bloed druipend langs hun armen. En als het niet de letterlijke strijd op leven en dood is die De Jong verbeeldt, dan grijpt hij wel terug op de symbolen van de macht, zoals rondetafels of tronen die hij in een groot aantal varianten heeft gemaakt, veelal bestaand uit opstapelingen waar bovenop een of ander figuur met een wapen zit. Een ander prominent symbool van macht is het ruiterstandbeeld dat centraal staat in het monumentale ensemble dat hij maakte voor de competitie van de Prix de Rome. Het is weliswaar een enigszins gemankeerd ruiterstandbeeld, dat maar half aan de materie heeft weten te ontstijgen, maar hij staat daar toch echt, dit beeld van mannelijke overheersing, met dank aan het oerruiterstandbeeld van Marcus Aurelius op het Capitool.
Zijn opponent, geloof het of niet, is een vrouw in een bloemetjesjurk. De strijd der seksen gereduceerd tot een hilarisch en uiterst gewelddadig tafereel. De vrouw heeft het laatste woord, zo lijkt het, en is een uiterst bloeddorstig wezen. Ze zwaait met twee bijlen in haar handen en heeft zo te zien al menig slachtoffer gemaakt. Naast haar zit een man enigszins verloren op een tafel, zijn beide armen geamputeerd. Hij kan nog net met een beker overeind houden van waaruit een rietje fier naar zijn mond leidt, als was het zijn laatste teken van mannelijke waardigheid. Het kan niet verhullen dat hij een sneu bestaan tegemoet gaat.
Eigenlijk maakt De Jong nooit beelden in actie. Het werk heeft altijd iets van het moment achteraf, alsof de actie net is geweest en iedereen nog na zit te hijgen. De mensen staan of zitten nog een beetje verdwaasd om zich heen te kijken, zich nog niet helemaal beseffend wat hen is overkomen, een verbeten grimas op het gezicht. Het is het moment waarop de eenzaamheid en wanhoop in alle hevigheid toeslaat, het moment dat de tragedie zich als het ware heeft losgerukt uit de tijd.
In dat tijdloze vacuüm zit men daar, zonder direct doel voor ogen, door god en gebod verlaten, zich van geen toekomst bewust. Het is opvallend te zien hoe De Jong dit morele en psychologische isolement uitbuit door de figuren steevast af te beelden op een eiland. Dat was al het geval in zijn beroemdste beeld The Iceman Cometh, waarin een bizarre groep lieden van het slagveld terugkeert, kreupel zwaaiend met hun stokken. Het eiland komt terug als vlot en tafel in zijn installatie voor de Chisenhale Gallery, in een werk voor Xiamen, China waar het letterlijk een apenrots is en deze zomer in de hofvijver in Den Haag, waar een piraat zijn ijsschots verdedigt tegenover die andere machthebber op zijn troon, recht tegenover hem: premier Balkenende in het Torentje.
Dat gebruik van het afgezonderde domein kun je praktisch zien, als sculpturaal motief, omdat eilanden hier fungeren als sokkel om de tableau du trouppe bijeen te houden in een afgetekend ensemble. Maar er is ook een inhoudelijke reden. De eilanden van De Jong zijn evengoed toevluchts- als ballingsoorden. Er is geen ontsnappen mogelijk uit zijn wereld. De figuren zitten opgesloten in een verhaal dat zich heeft losgeweekt uit het echte bestaan. De Jong gaat er zelfs prat op dat zijn werk geen maatschappelijke bevlogenheid uitbeeldt. Hij verbleef een jaar in een studio pal naast Ground Zero, maar liet in de Volkskrant optekenen dat hij geen enkele reden zag zich met die problematiek bezig te houden. ‘Wat voeg ik toe aan wat ik toch al weet.’ Het is niet de macht als maatschappelijke factor die zijn interesse heeft, eerder het beeld van de macht, zijn representatie in de cultuur. Met plezier vergroot hij het uit, maakt hij het tot iets karikaturaals en daarmee tot iets heel onschuldigs. Macht bij De Jong is niets anders dan een teken van zwakte.
Folkert de Jong exposeert nog tot en met 30 oktober in Het Domein in Sittard
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M