Frances Scholz
Frances Scholz
Rollen
Frances Scholz is iemand die je ruwweg als een abstract, postexpressionistische schilder kan typeren. Bij betreding van haar tentoonstelling bij Gabriele Rivet in Keulen, zie je aan het eind van de gang een klein rood doek met daarop witte kruisen, lijkend op de Zwitserse vlag, cirkelend om het midden. Uit het beeld spreekt een ietwat voor de hand liggende ironie, maar het beeld trekt de toeschouwer daadwerkelijk de ruimte in. Het drukt een idee van duizeling uit, zoals dat ook in de andere werken wordt uitgewerkt.
In een relatief kleine ruimte hangen vier grote werken. Eerst wordt de bezoeker geconfronteerd met een beeld dat zich op drie doeken van verschillende grootte voortzet. De frambooskleurige, kruisvormige lijnen verdichten zich in het midden van het beeld tot een vlak, dat zich als een discus van het doek lijkt los te maken. Net onder het bovenste gedeelte herken je, zij het slechts vaag, witte overgeschilderde lijnen. Met de structuur van de lijnen veroorzaakt Scholz een keerpunt in tijd. Door het terugwijken van de onderste penseelstreken wordt een ‘eerder’ gesuggereerd. Ook door de koppeling van de doeken wordt het idee van een verloop van tijd versterkt. Schilderkunst komt als drager van tijd op gelijke hoogte met muziek. Je kan bij de verfstructuren aan elektronische toonvelden denken, waaruit zich enkele tonen ritmisch losweken.
Bij de buitenste werken wordt nog duidelijker hoe de lijnvoering zich buiten de doeken voortzet en zich uitbreidt in de ruimte. Een diep aardbeirode lijn gutst over een klein liggend doek en lijkt, door de weerstand van de witte ondergrond kleine golven te maken. In een ander werk doorkruisen de waterig geschilderde, spiraalvormige lijnen een reeds lang vervlogen, want overgeschilderd, centrum en breiden zich in de omliggende ruimte uit. De snel opgebrachte waterige kleuren vloeien op sommige plekken weg en vormen rechte drupsporen die een tegenwicht vormen voor de vluchtige lichtheid van de andere lijnen.
In een kleine ruimte behouden de grote doeken met hun lichte en toch te onderscheiden penseelvoeringen een enorme indringendheid. Op elke wand van de ruimte bevindt zich een deur of een venster. Door de ordening van de beelden tussen de openingen wordt het keerpunt in de beelden verdubbeld en wordt de toeschouwer erbij betrokken. Er ontstaat een effect dat men kent van de barokke ruimteconstructies, zoals bijvoorbeeld van de gebouwen van Francesco Borromini. De ruimte wordt ten koste van de horizontale en verticale stabiliteit in beweging gezet. De ordenende structuur wordt gebroken, gestapeld, in opwaartse beweging opgelost. Het is verbazingwekkend om juist bij Scholz, die werkt met een ogenschijnlijk eenvoudige lijnvoering op wit doek, op een bewuste verwantschap met Borromini te stuiten. Met overdreven theatraliteit heeft Scholz’ opvatting van barok niets te maken. Haar idee van ruimte is actueler en heeft meer van doen met de versnelling die tegenwoordig merkbaar is in de stedelijke ruimte, met het duizelingwekkende gevoel van een gefragmenteerde en virtueel uitgestrekte levensomgeving.
In de kleine tentoonstellingsruimte hoort de bezoeker een ver gerommel, met er tussendoor een stem. Men koppelt de geluiden automatisch aan de film die Scholz in de kelder laat zien. Op een klein doek wordt een zwart-wit videobeeld geprojecteerd. Het heeft een grove korrel waardoor je het bijna ervaart als een aquarel. In tapijt gewikkelde vrouwen liggen rustig op de vloer voor een witte achtergrond. De intensiteit en helderheid van het beeld schijnt door het geluid sterker te worden, alsof het geluid het beeld in beweging zou kunnen zetten. De soundtrack die aan motorgeraas en zeeruis doet denken, zwelt in luttele minuten tot dreigende sterkte aan. Tot een diepe stem zegt: may I introduce myself? En dan, nauwelijks verstaanbaar, I am a man, wealthy and taste. Op dit moment komt er beweging in het beeld. De rupsvrouwen draaien zich en kruipen langzaam weg.
De stap van een schilderkunst die tijd thematiseert naar video als medium van de tijd lijkt logisch. Formeel lijkt het werk met de opgerolde figuren en de golvende geluiden op de schilderijen. Nochtans werkt Scholz hier figuratief waardoor haar bedoelingen, ook ten aanzien van haar kunst, veel vanzelfsprekender zijn. De videoscène is gemaakt naar voorbeeld van een tekening van Henry Dragers waarin kinderfiguren opgerold in een tapijt op de vloer liggen, zich beschermend tegen de duivel. Dragers werk over onschuldige kinderen, wier dubbele seksualiteit pas in tweede instantie opvalt, bezit een unheimliche tweeslachtigheid. In Scholz’ video wordt de bedreiging van de opgerolde vrouwen pas merkbaar bij het aanzwellen van het geluid en de stem die een zin uitspreekt uit het lied Sympathy with the devil, afkomstig uit de film 1 & 1 van Jean-Luc Godard. De dreiging ligt in elk geval buiten wat er op het scherm gebeurt. Enigszins vergelijkbaar met haar schilderkunst laat Scholz de dubbelzinnigheid zien in de manier waarop de vrouwen zich in de zware stof beschermen tegen mogelijke ontvoeringen. Juist door hun gebrekkige bewegingsvrijheid liggen ze hulpeloos op de vloer en wordt hun teruggetrokkenheid en schijnbare autonomie pas echt kwetsbaar.
Anja Dorn
Frances Scholz
RollenGalerie Gabriele Rivet
4 mei – 16 juni
Anja Dorn