metropolis m

If I Can’t Dance,

Van Abbemuseum

19 maart t/m 20 maart

From Dusk Till Dawn, de apotheose van de derde editie van het nomadische platform If I Can’t Dance, I Don’t Want To Be Part Of Your Revolution – Masquerade, is bestemd voor de echte diehards. De organisatie heeft een avond, nacht en ochtend de beschikking gekregen over het Van Abbemuseum voor een marathon van performances en lezingen, waarvoor alle kunstenaars en critici, met wie ze afgelopen drie edities heeft gewerkt naar Eindhoven zijn gereisd. In de zalen van de oudbouw zijn naast een handvol installaties, verschillende decorstukken te vinden. Bij binnenkomst ziet het er nog onbeduidend uit, maar straks wordt het het toneel van de kunstenaars.

Het uitgangspunt van de afgelopen anderhalf jaar If I Can’t Dance… was het begrip ‘maskerade’, refererend aan Judith Butlers herinterpretatie van Joan Rivieres psychoanalytische essay Womanliness as Masquerade (Vrouwelijkheid als Maskerade) uit 1929. Hierin definieert Riviere het begrip gender als fantasie en vrouwelijkheid, en als een performance om masculiniteit en intelligentie te verbergen, agressie te temperen en zichzelf te beschermen in conflictsituaties. Voor If I Can’t Dance… is de maskerade zeer geschikt gebleken om de verhouding van het individu en de samenleving te onderzoeken, zinspelend op grensoverschrijdend gedrag, zowel in de zin van vreemde rituelen, als sociale rollenspelen en andere vormen van werkelijke of geveinsde machtsrelaties.

Zware kost in het holst van de nacht. Maar het onderwerp dat van zichzelf al performatief is, leent zich uitstekend om de white cube van het Van Abbemuseum om te vormen tot een black box. De eerste voorstelling van de avond is Keren Cytters interpretatie van een performance van Dan Graham uit 1975 en vindt even voor zonsondergang plaats. In Performer/Audience/Mirror ontvouwt zich een rollenspel in verschillende talen, tussen verschillende acteurs en de toeschouwer – van observerend naar geobserveerd. De man die zojuist nog in kleermakerszit naast me zat blijkt ineens een acteur te zijn die de bewegingen en het uiterlijk van het publiek nauwkeurig hardop registreert. In de wandvullende spiegel kunnen de toeschouwers zichzelf en anderen bekijken. Door het hernieuwde zelfbewustzijn gniffelt het publiek in het begin wat ongemakkelijk, maar naarmate de lijst met beschrijvingen langer wordt lijk je je in een proces van in- en uitsluiting te bevinden. Ziet hij je staan, of ga je onopgemerkt op in de massa?

Een typerende performance voor If I Can’t Dance…, was Ruth Buchanans Circular Facts, waarin zij ingaat op bepaalde identiteitsproblemen. Circulerend door de zalen van de oudbouw verhaalt Buchanan met gedempte stem over de in mysterie gehulde, elfdaagse verdwijning van Agatha Christie in 1926. Het werk is onderdeel van een groter onderzoek naar Virginia Woolf en Janet Frame en hun worsteling met hun publieke identiteit. Ook Buchanans eigen werk is te duiden als een zoektocht naar manieren om zich zowel te presenteren in, als te onttrekken aan de publieke ruimte.

Buchanan bekent in de live radio-uitzending tijdens het evenement doodsbang te zijn voor het Van Abbemuseum en enkel te hebben toegezegd vanwege het irreguliere nachtprogramma. ‘What is appealing is that it is inefficient and so unfashionable. We are the cleaners, giving the space a different atmosphere.’ Het blijkt voor meer betrokkenen vreemd om zich bij If I Can’t Dance…, na de reeks van eerdere optredens op minder beladen locaties terug te vinden in een groot museum, met alle kunstpolitiek van dien. Van Abbe mag de leiding dan zogenaamd uit handen hebben gegeven, het blijft belaste grond. Het museum presenteert het programma als slotstuk van het eerste deel van Play, hun eenjarig onderzoek naar de rol van het museum in de 21ste eeuw.

Het is de nacht die hier als uitweg dient, en de kunstenaars de ruimte geeft te ontsnappen aan de normen van het instituut, zijn regels, zijn spektakel. De nacht is nu eenmaal per definitie het terrein van droom, fantasie, trance en zelfkant. Niet toevallig haakt een aanmerkelijk deel van het programma erop in, zoals Keren Cytters dansvoorstelling over een spontane geslachtswisseling, Yann Chateigné Tytelmans lezing waarbij het onderbewuste en de krankzinnigheid ter sprake komt en Lars Bang Larsens lezing I Have Even Met Happy Drag Queens. Hier treed je toe tot de schaduwwereld van een groep, die door sociale stigma’s in hun publieke optreden verbannen is naar de duisternis.

Na 02.00 uur bestaat het nachtprogramma met name uit muziek en dansoefeningen om wakker te blijven, maar inmiddels slaat bij mij de moeheid toe en dus keer ik ‘s nachts huiswaarts voor een hazenslaapje. Om zeven uur keer ik bij zonsopgang terug naar het Van Abbemuseum in spanning over wat ik aan zal treffen. In het opkomende daglicht lijkt alles flets – de magie van de nacht is weg. De optimistische chaos van het nachtprogramma heeft plaatsgemaakt voor een ingetogen volgzaamheid waarbij de bezoekers hun laatste restjes energie proberen op te sparen. De nog altijd fris ogende Lars Bang Larsen typeert de situatie door aan het begin van zijn lezing te stellen: ‘You can choose whether to sleep or listen’. Het merendeel van de zaal heeft bewust of onbewust voor het eerste gekozen.

Ook de dansvoorstelling Floor’s Quest for Truth van Maria Pask en Esther de Vlam speelt perfect in op de lethargische toestand. Gedurende deze performance maakt het knikkebollen langzaam plaats voor een absolute trance. Pas bij Peggy Phelans lezing over de maskerades van Warhol en Reagan ontwaakt het publiek weer. Als haar boeiende lezing voorbij is, zijn de schoonmakers net langs geweest en lijkt het alsof deze nacht nooit heeft plaatsgevonden.

Wat heeft zich in From Dusk till Dawn nu precies voltrokken? Een doorwrochte evaluatie van complexe thematiek, een bijzonder evenement in de vorm van een performancemarathon, of een reünie van kunstenaars? De organisatie wilde, zoals ze dat verkondigde, breken met het regime van het museum, het beeld van passief spektakel, de strakke rolverdeling tussen kunstenaar en publiek. Op sommige momenten zijn ze daar zeker in geslaagd en liep iedereen door elkaar, in elkaars ‘performance’. Maar het thema was zwaar, niet altijd even goed te volgen en achttien uur zijn wel erg lang. Toch bood From Dusk till Dawn een mooi overzicht van de onconventionele manier waarop een kleine groep kunstenaars en theoretici de afgelopen jaren een belangrijke nieuwe vorm van onderzoekspraktijk heeft ontwikkeld om feministische en andere thema’s in de kunst ter sprake te brengen.

Jolien Verlaek is webredacteur van METROPOLIS M

Publicatie: Frédérique Bergholtz, Iberia Pérez (red.), (Mis)Reading Masquerades, Revolver Publishing, Berlijn 2010.

Jolien Verlaek

Recente artikelen