Fundamentalisms of the New Order
In de westerse media wordt het begrip fundamentalisme overwegend gebruikt om een vijand aan te duiden, meestal van religieuze aard. De tentoonstelling Fundamentalisms of the New Order, samengesteld door Charlotte Brandt, Lars Bang Larsen en Cristina Ricupero, geeft een draai aan het begrip door het in zijn meervoudsvorm te hanteren: fundamentalismen. Het is een nogal bizar neologisme en het klinkt ook niet helemaal lekker. Op zichzelf kan dat juist worden gezien als een aanwijzing van het onderliggende idee van de tentoonstelling. Fundamentalisms of the New Order stelt de huidige wereldorde (het Amerikaanse Rijk) ter discussie en stelt de vraag of het niet mogelijk is om eveneens van fundamentalisme te spreken in relatie tot die nieuwe wereldorde, die zo druk bezig is om de vijand te identificeren in eenduidige – en altijd goed klinkende – oneliners.
De strijd tegen het kwaad is ook een strijd over het vestigen van nieuwe bakens in een geglobaliseerde wereld, waarin het steeds moeilijker is om te vertrouwen op de traditionele nationale en culturele verschillen. Door fundamentalistische trekjes en diepgewortelde ideologische sporen aan te wijzen bij anderen dan hen die gestigmatiseerd zijn door hun mullah-baard, probeert deze tentoonstelling de fundamentele premissen van de nieuwe wereldorde te omcirkelen. Ruim veertig internationale kunstenaars nemen deel aan de tentoonstelling en het uitgebreide programma met seminars, poëzie, muziek en lezingen.
De bijdrage van de komische Finse kunstgroep R.O.R. (Revolutions on Request) bestaat uit een totaalinstallatie met kitscherige wandtapijten waarop het testbeeld van een televisie staat afgebeeld, papieren lampen in de vorm van computergeanimeerde explosies, een opgezette aap met zwanenvleugels. Het is een onvoorstelbare compositie van een bruinig interieur dat doet denken aan je grootmoeders woonkamer, een hardcore biker-attitude en computer graphics anno Commodore 64. Vaste overtuigingen worden onderuit gehaald. Hetzelfde gebeurt in Eva Grubbingers video-installatie, waarin een baby op een oversized scherm met een rammelaar speelt. Op de vloer ligt een gigantisch exemplaar van diezelfde rammelaar, bestaande uit archetypische geometrische vormen: driehoek, cirkel en zeshoek. Een paradoxale combinatie van een moderne sculptuur en een onschuldige baby in Big Brother-formaat, die er op elegante wijze in slaagt om vragen op te roepen over de basisideologieën en de geloofssystemen die ons omgeven.
Misschien is het wel de dragende constructie van de westerse wereld zelf die de Zweedse Gunilla Klingberg en Peter Geschwind ons presenteren, met hun enorme opblaasbare installatie van kleurrijke plastic tassen van supermarkten als Aldi, Netto en Lidl. In een tijd waarin de waarde van het recht om te consumeren haast gelijk staat aan de vrijheid van meningsuiting, kan het consumentisme worden beschouwd als één van de hoekstenen van onze samenleving. Missschien is het wel één van onze fundamentalismen. Het streven naar een rendabele samenleving tegen elke prijs, die hand in hand loopt met het hallucinerende tweelingbroertje, de immer gelukkige workaholic, is nog zo’n basisprincipe van onze cultuur. Martin Le Chevallier stelt die ideologie van de workaholic aan de orde in zijn humoristische computerprogramma in de vorm van een zelfontplooiingscursus. Gebruikmakend van de moderne managementtaal stelt het programma vragen over je persoonlijke carrière-ambities. Als je ‘nee’ antwoordt op de vraag of je meer wil werken, suggereert het programma dat je wellicht problemen hebt met de sociale binding die fundamenteel is voor je individuele ontwikkeling.
Het ligt voor de hand om Fundamentalisms te vergelijken met Documenta11, die de kunst eveneens probeerde in te zetten om een serieus publiek debat te initiëren. Maar waar de Documenta grotendeels genoegen nam met een sobere en letterlijke registratie van de misstanden in de wereld, op een manier die sterk is beïnvloed door het Amerikaanse academische denken (en die door haar overheersende didactische attitude er soms zelfs in slaagde om de raison d’être van kunst compleet uit te wissen), daar is de tentoonstelling in Charlottenburg hoopvoller en bovendien veel cooler. Ze presenteert ons niet die relativistische houding die zo typisch is voor onze tijd. Integendeel, de tentoonstelling draagt een stimulerend geloof in de kunst uit – niet het soort kunst dat wordt geschreven met een hoofdletter K, maar een kunst die babbelt, ruziet en buitelt op een manier die idioot en onvoorstelbaar overkomt. Toch slaagt juist dit type kunst er werkelijk in om een complexe positie in te nemen in de samenleving – dat wil zeggen: de westerse samenleving, waarin de agenda van de media wordt beheerst door zoveel populisme en eenzijdig denken, dat je soms het idee krijgt dat de democratie zelf wordt opgeheven. De tentoonstelling Fundamentalisms doet je weer zin krijgen om grote woorden te gebruiken – woorden als ‘democratie’ en ‘verlichting’. Bij deze dus.
Fundamentalisms of the New OrderCharlottenburg Exhibition Hall, Kopenhagen
31 oktober – 8 december
Pernille Albrethsen