metropolis m

Petrit Halilaj is een wereldburger, maar in zijn praktijk verhoudt hij zich nadrukkelijk tot het gebied in Kosovo waar hij geboren is en nog steeds geregeld verblijft. Maisa Imamović, die opgroeide in Bosnië en Kosovo, gaat met de kunstenaar in gesprek over zijn werk en verwondert zich over zijn omgang met gevoelens van verlies en vervreemding, maar raakt er ook door geïnspireerd.

Nadat ik onlangs mijn permanente Nederlandse verblijfsvergunning ontving, heb ik wat tijd vrijgemaakt om na te denken over mijn opvoeding in twee naoorlogse landen: Bosnië, waar ik tussen 1994 en 2001 mijn jeugd doorbracht, en Kosovo, waar ik woonde tussen 2001 en 2013. Ik merkte al gauw dat mijn gedachtegang voortdurend stokt. Mijn eerste ingeving was dat ik de bron moet vinden van waar mijn gedachten vastlopen en daar het probleem moet oplossen. Maar wat valt er precies op te lossen? Ik realiseer me dat de gevoelens van vervreemding die ik ervaar me zolang hebben achtervolgd omdat ik nooit tijd heb geïnvesteerd in het begrijpen ervan. Onwennig als ik ben met het confronteren van deze gevoelens, denk ik terug aan mijn kindertijd, ervan uitgaand dat dit de juiste manier moet zijn om ze te leren begrijpen.

Tijdens mijn recente reizen terug naar Bosnië nemen mijn ambivalente gevoelens steeds groteskere vormen aan, daartoe getriggerd door een persoonlijke onthechting van de huidige sociaal-politieke realiteit van het land. Ik zou willen dat ze er wat geraffineerder uitzagen. Terwijl ik ergens in Bosnië op een sofa zit, bekruipt me plotseling een drang om ergens iets aan te doen. Maar ik mis de basis om van wal te kunnen steken en word overvallen door een gevoel van afstomping en onvermogen. Mijn emoties conditioneren me tot passiviteit. Ik word de sofa.

Passiviteit is een veelvoorkomende eigenaardigheid onder jongeren in de Balkanlanden: Kosovo, Bosnië, of andere landen met een recente geschiedenis van geweld. Maar ook dit verhaal is al te bekend. Het is tijd voor een alternatief.

Telenovelas

Petrit Halilaj (Kostërc, 1986) is een Kosovaarse kunstenaar wiens praktijk op een persoonlijke manier uitdrukking geeft aan de recente geschiedenis van Kosovo. Zijn kunst doorbreekt de patronen van de al te dominante verhalen en biedt een alternatief. Hoewel de betekenis van communicatie in zijn praktijk multi-dimensionaal is, is Halilaj met name geïnteresseerd in de confrontatie met oorlogstrauma via sociale gemeenschappen die bezig zijn de gevolgen van politieke en culturele spanning te verwerken. Halilajs installaties zijn vaak gevuld met enorme vogels, kippen, bloemen, of krabbels uit kinderboeken, waarmee hij vorm geeft aan de gedeelde ervaring van oorlogstrauma. Tegelijkertijd weerspiegelen ze zijn persoonlijke ervaring van onthechting van de sociale gemeenschap en verbeelden ze een alternatief, individueel verwerkingsproces.

Het werk roept herinneringen op aan mijn eigen verblijf in Kosovo. Ik herinner me dat ik er vrienden werd met mijn buurmeisje, een vriendschap die voortkwam uit onze gedeelde interesse in Spaanse telenovelas. De Spaanse taal werd al snel een middel om elkaar beter te leren kennen. Op eenzelfde onverwachte manier dienen in Halilajs installaties bepaalde voorwerpen of afbeeldingen als middel om elkaar te leren begrijpen. Ik neem me voor te ontdekken hoe deze objecten voor mij als zodanig kunnen werken in het Zoomgesprek dat ik met Halilaj gepland heb.

Het is maandagmiddag, het moment is aangebroken waarop we elkaar online zullen ontmoeten. Opeens vind ik het spannend om in gesprek te gaan met iemand die een diep begrip lijkt te hebben ontwikkeld van zijn relatie tot de trauma’s van de oorlog. We breken het ijs door grapjes te maken in het Albanees en geleidelijk komen we te spreken over de gelaagdheid van zijn kunst. In zijn artistieke praktijk stelt Halilaj zich bij het bestuderen van een specifieke, getraumatiseerde context de volgende vragen: ‘Wat is hier nog niet ontdekt? Wat is er nog in wording? Wat is nog niet aan het licht getreden? Welke leemtes zijn er nog?’ Hij bestudeert de manieren waarop mensen zich hedendaags cultureel erfgoed en erfgoed uit het door oorlog getekende verleden van Kosovo toe-eigenen en het manipuleren, tonen en interpreteren. Voor Halilaj biedt het huidige Kosovo een context vol hiaten, zowel geschiedkundig als taalkundig, die nog moeten worden begrepen en die nauw verbonden zijn met een verleden dat erop wacht om volledig te worden verwerkt.

Autonome artefacten

Als kunstenaar voelt Halilaj zich verantwoordelijk voor het vinden van methoden om nieuwe realiteiten te laten ontstaan en daar ook concreet vorm aan te geven. Hij legt me uit dat verschillende operationele organen – institutioneel, bestuurlijk en inheems – tegelijkertijd bijdragen aan het maken van nieuwe vormen in zijn werk. Volgens Halilaj kunnen juist deze verschillende maar verstrengelde stemmen daadwerkelijk een bijdrage leveren aan het zetten van collectieve stappen in de verwerking van een traumatische geschiedenis.

Twee projecten illustreren het resultaat van dergelijke mechanismen: RU (2017) en Shkrepëtima (2018), die ook beide getoond zullen worden in Halilajs aankomende tentoonstelling in het Fries Museum. Wat de twee werken verbindt is volgens Halilaj het concept van graven, zij het als archeologische handeling of als metafoor voor herinneren. Halilaj leidt me door beide projecten en reflecteert op de betekenis ervan in het heden.

RU werd in 2015 opgestart in Runik – een regio met een geschiedenis van neolithische nederzettingen nabij het geboortedorp van Halilaj. Het project bestond uit Halilajs ontdekking en daaropvolgende studie van 505 objecten uit de steentijd in een gesloten beeldarchief van het Nationaal Museum en even oude artefacten, zoals godinnenbeeldjes, die door de bewoners van Runik gevonden waren en in hun huizen bewaard werden. Halilaj zocht contact met deze mensen, wat resulteerde in veelbewogen ontmoetingen waarbij de kunstenaar enorme hoeveelheden qaj (thee) en Turkse koffie dronk, terwijl de bewoners hem hun prehistorische bezittingen toonden en vertelden over hun eigen geschiedenissen. Sommige van de artefacten waren generatie op generatie doorgegeven als decoratie, terwijl andere dienst deden als kinderspeelgoed. In sommige gevallen hadden bewoners geprobeerd de artefacten aan het Nationaal museum te schenken, maar het museum had geweigerd deze schenkingen van een echtheidscertificaat te voorzien. Het gebrek aan institutionele zorg en het wantrouwen tussen het nationale instituut en de bewoners werd hier pijnlijk duidelijk. Halilaj zag dit concrete voorbeeld als een gelegenheid om verschillende relaties en verrichtingen tussen institutionele- en burgerorganisaties onder de aandacht te brengen.

In 2017-18, na een periode van twee jaar waarin Halilaj verhalen en objecten had verzameld om een potentiële nieuwe geschiedenis mee te vertellen, presenteerde hij in een solotentoonstelling in het New Museum (New York) een installatie van trekvogels. De installatie bestond uit twee delen. Het eerste deel was een videowerk waarin de bewoners van Runik hun persoonlijke verhalen deelden over de gevonden neolithische artefacten. Het tweede deel van de installatie was een grote immersieve ervaring die de vogeltrek-achtige migratiepaden van de artefacten fysiek vertaalde naar grote vogelnesten in de ruimte. Meerdere kleinere nesten waren verspreid over de vloer en het plafond van de ruimte, en het grootste nest bedekte de volledige achterwand van de zaal. Volgens Halilaj staan de nesten symbool voor geografische referentiepunten die de beweging van objecten choreograferen; de vogels zijn een metafoor voor collectief opgebouwde sociale gemeenschappen die niet tot één specifieke plaats toebehoren, maar heen en weer tussen twee plaatsen trekken en in die beweging gedijen. Het werk wil ons doen afvragen wat de historische artefacten zouden kunnen betekenen buiten hun vaste vorm, die ze ontlenen aan het feit dat ze tot één ruimte behoren. Wat als we ze zouden beschouwen als onafhankelijke lichamen waarvan de betekenis en representatie voortdurend geherdefinieerd worden?

Van vonk naar voorstelling

Naarmate ik een beter begrip ontwikkel van Halilajs werk, begin ik langzaam de vervreemding die ik voel ten opzichte van mijn eigen emoties ook beter te begrijpen. Ik realiseer me dat mijn eigen gebrek aan onthechting van overgeërfde geschiedenissen me een helder zicht op het geheel ontneemt. Ik mis het vermogen om me goed te positioneren in de geschiedenis. Om nog beter te begrijpen hoe Halilaj werkt met dergelijke beperkingen, bespreken we een tweede project, getiteld Shkrepëtima (2018). Voor dit project organiseerde de kunstenaar een performance op de ruïnes van het gebouw van het oude Cultuurhuis van Runik. Voor de ontwikkeling van het project besloot Halilaj naar Runik te verhuizen, waar hij zes maanden verbleef. Hoewel Runik een klein dorp is en je er geen uitgebreid cultureel netwerk zou verwachten, ontmoette Halilaj leraren die verhaalden over vele culturele evenementen die vroeger plaatsvonden in het dorp. Ze vertelden over een culturele gemeenschap die tot stand was gekomen via de lokale bioscoop en de bibliotheek.

Halilaj leerde steeds meer mensen kennen die onderdeel uit hadden gemaakt van dit culturele circuit. Het waren goed geïnformeerde bewoners die toentertijd ook de andere bewoners van Runik informeerden over culturele evenementen. Hun voornaamste communicatiemiddel was een tijdschrift genaamd Shkrepëtima, wat tevens de titel van Halilajs project werd. Wat Halilaj fascineerde aan het blad was het productieproces: de makers leenden in het geheim drukmachines uit hun kantoren in de naburige stad Skenderaj, en namen die na hun dienst mee naar huis. Ze brachten de hele nacht door met schrijven en kopieën maken, waarna ze de machines de volgende werkdag weer terug meenamen naar kantoor. Halilaj vindt het geweldig dat ze het tijdschrift uit het niets lieten ontstaan. Shkrepëtima betekent dan ook een vonk, een flits.

Maar het verhaal houdt daar niet op. Later distribueerden de makers het blad door als een soort celebrities op een tractor door het dorp te rijden en het al rijdend aan de inwoners uit te delen. Halilaj vertelt me dat zulke verhalen, die nog altijd met sprankelende ogen verteld worden, hem de oorlog doen vergeten. Als hij deze verhalen nooit had gehoord, had hij zich nooit verantwoordelijk gevoeld om Runiks culturele circuit nieuw leven in te blazen, en was zijn project er dus nooit geweest.

Om iedereen te doordringen van het belang van culturele productie, besloot Halilaj een voorstelling te organiseren in het dorp. De voorstelling, het eerste culturele evenement dat in jaren had plaatsgevonden in Runik, werd georganiseerd op 7 juli in 2018. Bij de productie en de uitvoering van het stuk waren in totaal tachtig mensen betrokken, onder wie de inwoners van Runik, professionele dansers en kostuumontwerpers. Halilaj schreef een laagdrempelig libretto, dat goed te volgen was. Behalve een moment van publieke samenkomst vormde het project voor Halilaj een artistieke verkenning in de richting van muziek, geluid en dans – media die vorm geven aan de verhalen die we aan elkaar doorgeven.

Hoewel zowel RU als Shkrepëtima de lacune zichtbaar maken tussen wat er al was binnen een sociale gemeenschap en wat daar in het heden nog van te zien is, en trachten deze te overbruggen, zijn de projecten voorafgaand aan de tentoonstelling in het Fries Museum nog nooit samen gepresenteerd. Met het samenbrengen van deze en andere projecten in deze tentoonstelling wil Halilaj de relatie tussen burgers en hun culturele identiteit tastbaar maken.

Migratie

Waar er in Bosnië sprake is van stagnatie van de eigen culturele productie, en er in Kosovo vanwege de onbeweeglijkheid van het regime juist sprake is van een hyperactieve culturele productie, lijkt de kunstsector zich in West-Europa dermate bezig te houden met institutionele wanpraktijken dat het een zekere mate van artistieke passiviteit tot gevolg heeft. Reflecterend op deze drie situaties van waaruit ik mijn positie in de geschiedenis en mijn hedendaagse verhouding daartoe kan invullen, vraag ik me nog altijd af waarom ik me soms net zo passief voel als de sofa waar ik op zit. Halilajs werk stelt me in staat die passiviteit anders te denken. Hoewel hij zich uitermate bewust toont van de institutionele mishandeling van kunstenaars en weigert samen te werken met instellingen die specifiek geïnteresseerd zijn in het gebruik van zijn werk als nationale propaganda, gelooft hij er ook heilig in dat we moeten vechten voor een vrijheid die het ons mogelijk maakt onze culturele werken ongehinderd uit te dragen. Halilaj laat vooral zien hoe culturele productie in relatie staat tot verschillende operationele organen, die ook weer in relatie staan tot andere lichamen. Elke ontmoeting legt een verbinding die ons kan omarmen, verwonden, zelfs vernietigen, maar ook zal beschermen tegen de chaos die het hebben van absolute vrijheid met zich meebrengt.

Halilaj legt me uit dat reizen en migreren tussen cultuur en natuur, en tussen publiek en privé onze behoefte aan overleven voedt. Het is een menselijke noodzaak, vooral wanneer er zoveel hiaten bestaan in onze existentiële basis en de vragen die dat geeft. Sommige leemten zijn onmogelijk te bevatten. Maar je kunt ze wel, zoals kunst en cultuur laat zien, als een potentiële ontmoetingsplaats beschouwen. Ik begrijp ineens dat het werk van Halilaj wordt gedreven door de intentie om methoden te ontwikkelen waarmee we grote verhalen kunnen weerstaan en ons kunnen richten op de kleinere verhalen. Op de gedeelde telenovelas, de doorgegeven objecten of de uit het niets opgerichte tijdschriften. Het is aan de kunstenaars om vorm te geven aan de collectieve zorg die deze kleine verhalen in leven houden.

Petrit Halilajmaisa imammaisa

Fries Museum

16.4.2022 – 5.3.2023

Maisa Imamović

is schrijver, kunstenaar, ontwerper en webdeveloper

Recente artikelen