Geloof doet leven
Geloof doet leven
Sven Lütticken over The Return of Religion and Other Myths
Is religie werkelijk bezig aan een revival? In het project The Return of Religion and other Myths onderzoekt kunstcriticus Sven Lütticken aan de hand van het werk van actuele kunstenaars de vermeende opmars van religie in de samenleving.
Het fundamentalistische geweld van 9/11 heeft aan ons wereldbeeld een behoorlijke klap uitgedeeld. Ten eerste is de islam als een dreigend spookbeeld aan de rand van het in slaap gesuste Westen opgedoemd. Ten tweede, lijken wij ons opeens weer bewust te moeten worden van onze christelijke identiteit. In de kunst vertaalt deze hernieuwde interesse voor religie zich in een serie van tentoonstellingen over het religieuze in de kunst. Maar weinigen lijken zich af te vragen welke nieuwe rol religie daadwerkelijk in onze hedendaagse cultuur is gaan spelen. Kunstcriticus Sven Lütticken onderzoekt met zijn het project The Return of Religion and other Myths de heropleving van religie vanuit cultuurkritisch perspectief.
In jouw boek staat het idee centraal dat in monotheïstische religies, zoals het christendom en de islam, de positie van het beeld een bijzondere plek inneemt vanwege het verbod op afgoderij. Uit dit verbod is het iconoclasme voortgekomen, met als beruchte voorbeelden de Beeldenstorm in de zestiende eeuw of, recenter, het opblazen van de Boeddha’s van Bamiyan door de Taliban. Hoe vertaalt zich dit naar de tentoonstelling?
‘Er zijn verschillende vormen van iconoclasme. Om te beginnen is religieus iconoclasme een praktische uitwerking van het verbod op afgoderij; dat verbod kan leiden tot fysieke vernieling of beschadiging van de “valse” afgodsbeelden, maar binnen een andere context kunnen deze beelden ook een nieuwe betekenis krijgen. Zo vind je in tal van musea afgodsbeelden en religieuze werken die we niet meer aanbidden of verheerlijken vanwege hun religieuze en rituele waarde, maar vanwege hun waarde als kunstobject. Je zou kunnen zeggen dat het verbod op afgoderij de musealisering heeft bevorderd. Zelfs de Taliban wilden de Boeddha’s van Bamiyan in eerste instantie als erfgoed behouden.’
Hoe verhoudt dat perspectief zich tot het werk van hedendaagse kunstenaars die met het onderwerp religie lijken te flirten; van de foto Piss Christ van Andres Serrano uit 1987 tot aan de met diamanten bezette schedel For the Love of God van Damien Hirst?
‘Het werk van Serrano werd door conservatieve christenen gezien als blasfemie. Christus mag wel worden afgebeeld, maar als hij in de pis ronddrijft, zoals bij Serrano, wordt er aanstoot aan genomen. Als er ook nog een beeldverbod mee wordt geschonden, zoals bij karikaturale weergaven van Mohammed, die niet mag worden afgebeeld omdat het tot afgoderij kan leiden, raken het discours over idolatrie en dat over blasfemie onontwarbaar verstrengeld. Zulke affaires maken deel uit van onze permanente cultuur van verontwaardiging en opwinding die vooral gaat over identiteit, over “ik voel me hierdoor gekwetst”. Ik wil voorkomen dat mijn project een soort inventarisatie wordt van cases over verontwaardiging.’
Wat vind je van recente op religie geënte tentoonstellingen zoals Traces du Sacré, onlangs in Centre Pompidou?
‘Traces du Sacré was een quasi-encyclopedische grabbelton over allerlei vormen van religie in relatie tot moderne kunst. Er zat fascinerend materiaal bij, maar in mijn tentoonstelling wil ik niet de breedte in gaan, maar nadrukkelijk het monotheïsme centraal stellen, en dan ook nog eens één wezenlijk aspect daarvan. Overigens willen we het verhaal – van het monotheïsme dat onder de druk van de secularisering afbrokkelt om nu een wonderbaarlijke wederopstanding te beleven – zeker niet voor waar aannemen. Los van het feit dat het monotheïsme ook in het Westen hardnekkiger is dan de grachtengordel graag veronderstelt, lijkt religie nu vaak meer een kwestie van statements op het internet en controverses over beelden, die vervolgens weer nieuwe beelden opleveren, dan van de dagelijkse rituele beleving die men er traditioneel mee associeerde. Een vooraanstaand theoloog als Abdolkarim Soroush heeft opgemerkt dat zelfs, of juist regimes die zich als hyper- islamitisch presenteren eigenlijk niet over een noemenswaardige theorie beschikken; het is oppervlakkigheid troef. Ook het hedendaagse christendom is theologisch een lachertje als je het met voorgaande eeuwen vergelijkt. We hebben nu een zeer hedendaags mediamonotheïsme, waarin vreemd genoeg juist de meest radicale fundamentalisten, van wie men een absolute afkeer van het beeld als bron van idolatrie zou verwachten, video en fotografie omarmen.’
Waarom is de islam in jouw project nauwelijks zichtbaar?
‘“Nauwelijks zichtbaar” zou ik niet zeggen. In mijn boek maak ik gebruik van islamitische auteurs van uiteenlopend pluimage, van fundamentalisten tot hun gematigd modernistische tegenhangers, en in de tentoonstelling maakt Lidwien van de Ven de tegenstrijdige omgang van de hedendaagse islam met moderne media letterlijk zichtbaar. Maar ik wil het geijkte islamdiscours en de daarbij horende hysterieproductie vermijden. Met name wil ik de zo vaak geponeerde tegenstelling tussen “de islam” en “de Verlichting” (die dan met “het Westen” wordt geassocieerd) bevragen. De Verlichting en de hele moderne filosofie staan kritisch ten opzichte van religieuze dogma’s. Maar je kunt van auteur naar auteur traceren hoe die kritiek voortkomt uit het monotheïsme. Met zijn afwijzing van andere goden was het monotheïsme altijd zelf al een vorm van kritiek, alleen nam die de vorm van religie aan. Je kunt de Verlichting in die zin zien als de voltooiing van het monotheïsme: als radicalisering van de seculariseringstendens die in het monotheïsme is ingebakken. Dat wordt onder linkse denkers, die lange tijd alles wat naar religie zweemde afwezen, steeds meer erkend. Dat literatuurtheoreticus en schrijver Terry Eagleton al in de jaren zestig in het katholicisme een kritische, links georiënteerde impuls meende te ontwaren was heel bijzonder voor die tijd; nu zie je dat ook denkers als Savoj Zižek en Alain Badiou zich op het christendom storten. Dat roept natuurlijk ook de vraag op hoe dit zich tot de islam kan verhouden.’
Het is opvallend dat de islam in het westerse denken tot nu toe nauwelijks een plaats heeft gevonden. Is dat de reden waarom jij je er weinig over uitlaat en dat wij de islam mede daarom als een bedreiging opvatten – omdat we er weinig over weten?
‘Het is waar dat westerse auteurs die een grote historische vertelling opzetten, zoals recent Alain Besançon met zijn boek The Forbidden Image – een intellectuele geschiedenis over het iconoclasme – niet goed lijken te weten wat ze met die islam aanmoeten. Besançon bespreekt de islam even snel vóór hij aan het christendom toekomt. Je ziet dat de islam nog geen goed ingebedde plek in onze geschiedenis heeft, en dat veel auteurs over die religie en over moslimsamenlevingen spreken alsof ze monolithisch en onveranderlijk zijn. Dat is absurd. De ontwikkeling is inderdaad anders verlopen dan in het Jodendom en het christendom; modernisering is vaak van buitenaf en bovenop opgelegd en als traumatisch ervaren. Er zijn nu diverse theologen die daar verandering in proberen te brengen, maar die hebben het niet gemakkelijk om het beeld dat fundamentalisten en westerse media samen creëren, bij te stellen. Ik benader dat alles natuurlijk vanuit een kunsthistorische achtergrond, dus de omgang met het beeld in de verschillende religieuze tradities staat centraal ? en die omgang speelt nu meer dan ooit in het monotheïsme een wezenlijke rol.’
De Amerikaan David Morgan publiceert veel over de artistieke traditie van het protestantisme en beschrijft hoe, volgens hem, de op tekst gebaseerde educatieve beginselen van de protestanten ook tot de kunst zijn doorgedrongen, tot aan het werk van Magritte en Richter toe. Ga jij met je nadruk op de iconoclastisch-kritische traditie niet te veel voorbij aan die educatieve ondertoon, die zo kenmerkend is voor bijna alle religie?
‘Die tendens is in het protestantisme inderdaad heel sterk – Mondriaan heeft op jonge leeftijd nog meegewerkt aan fraaie protestants didactische composities van zijn vader. Je kunt een verband leggen tussen bijvoorbeeld de tekstborden in protestantse kerken in de zeventiende eeuw en moderne tekstuele kunst, maar in dat laatste geval wordt natuurlijk niet meer het Woord van God verkondigd. In mijn tentoonstelling zitten tekstgebaseerde werken, van onder anderen Carl Andre en Natascha Sadr Haghighian. In mijn boek komt dit aspect ook aan de orde, maar het werkt natuurlijk anders in een tekst dan in een tentoonstelling. Globaal staat in het eerste deel van de tentoonstelling bij BAK, de transformatie van voormalige cultusbeelden in kunst centraal, met in het verlengde daarvan de opkomst van de representatie in de abstracte kunst en de kritiek op de moderne kunst als verkapte cultus, als kunstreligie. In het tweede deel, in het Centraal Museum, ligt het accent op zowel religieuze als linkse kritiek en aanvallen op het kapitalisme, op de spektakelmaatschappij. Dat is dan weer in overkoepelende termen gesteld, maar het gaat om de concrete dialoog tussen de werken. Als het goed is dienen ze niet ter illustratie van een boodschap, maar een constellatie die een eigen dynamiek ontvouwt en ruimte schept om voorbij de actuele hysterie te kunnen kijken en denken.’
The Return of Religion and Other MythsBAK, basis voor actuele kunst, Utrecht
The Return of Religion and Other MythsBAK, basis voor actuele kunst, Utrecht
30 november 2008 t/m 1 maart 2009
30 november 2008 t/m 1 maart 2009
The Return of Religion and Other Myths bestaat uit de tentoonstellingen From Idol to Artwork in BAK, basis voor actuele kunst en Attacking the Spectacle in Centraal Museum Studio en een serie seminars. Begin 2009 verschijnt bij Sternberg Press Sven Lüttickens boek Idols of the Market: Modern Iconoclasm and the Fundamentalist Spectacle.
The Return of Religion and Other Myths bestaat uit de tentoonstellingen From Idol to Artwork in BAK, basis voor actuele kunst en Attacking the Spectacle in Centraal Museum Studio en een serie seminars. Begin 2009 verschijnt bij Sternberg Press Sven Lüttickens boek Idols of the Market: Modern Iconoclasm and the Fundamentalist Spectacle.
Jelle Bouwhuis
PhD onderzoeker Moderne Kunstmusea, Globalisering en Diversiteit, VU Amsterdam