Geopolitieke gids van Venetië
Geopolitieke gids van Venetië
Jonas Staal maakt Biënnale-app
Op initiatief van Jonas Staal (1981) werkt een internationaal team van vijfenveertig onderzoekers en technici aan een ideologische gids van de komende Biënnale van Venetië die wordt aangeboden als app. Het is het zevende deel van de serie Politiek Kunstbezit, waarin Staal de rol van kunst in politieke processen onderzoekt.
Hoe moet ik me de app voorstellen?
‘Bij de vorige editie van de Biënnale waren er twee apps beschikbaar: de officiële app van de Biënnale, die niet veel meer was dan een digitaal programmaboekje, en de gratis app van veilinghuis Christie’s, die beschikte over een GPS-functie waarmee je kon navigeren tussen de verschillende paviljoens. Onze app lijkt in de basis op die van Christie’s, maar daar waar zij de kunstenaars in de paviljoens relateerden aan hun eigen marketing-propaganda, willen wij per paviljoen informatie verschaffen over de sociale, politieke en economische condities waarin het tot stand is gekomen. Die achtergrondinformatie ontbreekt in de huidige infrastructuur van de Biënnale vrijwel systematisch, maar is cruciaal voor een beter begrip van wat je ziet.
Neem de selectie van Mark Manders , de Nederlandse inzending van dit jaar. Die kun je niet los zien van het paviljoen van curator Guus Beumer van twee jaar geleden. Waar Manders een gevestigde, apolitieke kunstenaar is met een bewezen marktwaarde en werkend vanuit een degelijk sculpturaal en poëtisch vocabulaire, daar trachtte Guus Beumer , in reactie op de ingrijpende kunstbezuinigingen, een gelaagd, multimediaal totaalkunstwerk van design, architectuur, beeldende kunst en muziek tot stand te brengen. Beumers paviljoen werd door velen ervaren als het ultieme cliché van gesubsidieerde kunst: onbegrijpelijk. Mark Manders dient dat nu te corrigeren om de culturele elite in Nederland zijn status te doen hervinden. We willen in onze app dat soort feiten en inzichten per paviljoen verschaffen.’
Is dat niet een buitengewoon ambitieus voornemen?
‘Ja, er zijn tachtig paviljoens, dus het is veel werk. Ik werk daarom met een groot team van schrijvers, curatoren en kunstenaars uit verschillende landen om alle informatie en teksten gereed te krijgen. Het zou natuurlijk pervers zijn als ik in mijn eentje een ideologische gids zou schrijven voor de gehele Biënnale.’
Hoe ontstond het idee voor de app?
‘Het is eigenlijk uit eigen ervaring geboren. Tot twee jaar geleden was de Biënnale van 2001 de laatste die ik had gezien. Ik was nog een jonge kunstacademiestudent en zag ik er voor het eerst het werk van veel kunstenaars die toen belangrijk voor me waren. Toen ik echter de afgelopen editie bezocht, besefte ik dat ik me totaal niet meer kon verhouden tot de manier waarop daar kunst wordt getoond. Om niet volledig gedeprimeerd te raken, begon ik in mijn hoofd de ideologische gids al toe te passen. Als ik kunstwerken zag probeerde ik ze te relateren aan de situatie in het land waar ze vandaan kwamen. Op die manier werd de Biënnale ineens ontzettend relevant.
Ik realiseerde me dat de plattegrond van de Biënnale de huidige geopolitieke verhoudingen weerspiegelt. Terwijl de Europese paviljoens zich in het centrum van de Biënnale bevinden, vind je de meeste Afrikaanse landen in de marge terug. En het paviljoen van de Verenigde Staten bevindt zich echt niet toevallig naast dat van Israël. De app zal dus ook een lijst van geopolitieke coalities bevatten, aan de hand waarvan je bijvoorbeeld een NAVO- of Arabische Liga-route kan uitstippelen. De ongelijkheid van geopolitieke machtsconstellaties wordt in Venetië zo letterlijk zichtbaar dat ik er met plaatsvervangende schaamte rondloop. Er zijn wel pogingen geweest om een kritische reflectie te plegen op het model – neem Santiago Serra die in 2003 bezoekers om een Spaans paspoort vroeg om het Spaanse paviljoen binnen te komen – maar ze bleven marginaal.
Met mijn app hoop ik een nieuwe laag over de gehele manifestatie te leggen en daarmee de Biënnale als neokoloniaal machtsconstruct zelf tot onderwerp te maken. Het is de bedoeling dat de app de handelingen van de bezoekers maximaal politiseert. De keuze om je bezoek aan de Biënnale te beginnen in de Giardini, in het hart van de oude koloniale machten, is een politieke keuze. Je bekrachtigt een geopolitieke constellatie, al zal niemand het nu op die manier ervaren. De app moet je daar bewust van maken. Als gebruikers van de app er massaal voor zouden kiezen zich te richten op gemarginaliseerde landen, dan zou dat de perceptie van de gehele infrastructuur van de Biënnale veranderen. De app is zelf natuurlijk ook niet vrij van een politieke agenda. Over twee jaar zou een nieuw groep mensen de app kunnen samenstellen. Zo kunnen we steeds weer een alternatieve Biënnale bieden, die elke keer vanuit een ander perspectief de ideologische dimensies van de Biënnale uitdiept.’
Niels van Maanen is kunsthistoricus en criticus, Amsterdam
Niels van Maanen is kunsthistoricus en criticus, Amsterdam
Niels van Maanen