Georganiseerde willekeur
Georganiseerde willekeur
Tauba Auerbach
Hoewel de jonge, Amerikaanse kunstenaar Tauba Auerbach nog steeds aan het begin van haar carrière staat, heeft haar werk als een interessante ontwikkeling doorgemaakt. Ze heeft haar aandacht op een succesvolle manier verlegd van vroeg werk – waarin ze op een persoonlijke manier typografie, taal en hun systemen onderzocht – naar een meer gevarieerde praktijk, waarin zij mechanisch geproduceerde patronen en optische illusies combineert. Haar intelligente, visueel sterke conceptuele kunst heeft haar nu al een deelname aan de 2010 Whitney Biennial opgeleverd. Auerbach (1980, woont en werkt in San Francisco en New York), voorheen een professionele reclameschilder, wordt in verband gebracht met andere Bay Area kunstenaars die ook met de hand geschilderde letters in hun werk toepassen, zoals Barry McGee en Margaret Killgallen. In vergelijking met hen past ze veel analytischer te werk in haar studie van de taal en haar codes. Dat gaat zelfs zo ver dat ze nieuwe wiskundige symbolen ontwerpt in een samenwerkingsproject met Byron Cook, een belangrijke onderzoeker van het laboratorium van Microsoft in Cambridge University en professor in de computerwetenschap verbonden aan de Queen Mary, de universiteit van Londen. Op de vraag wat wiskunde met haar werk te maken heeft antwoordt ze: ‘Als ik nadenk over onderwerpen als de waarheid of de realiteit, dan moet ik meteen aan getallen denken. De enige dingen die ik kan aanwijzen als een objectieve aanwezigheid in mijn fysieke wereld, zijn kwantiteiten. Al het andere is onderhevig aan kwalitatieve inschattingen, interpretatie en misleiding. Getallen schijnen de echte dingen te zijn.’
De vroegste werken van Auerbach zijn elegante en complexe ornamentele, met de hand getekende representaties van het alfabet, die bijna niet meer te ontcijferen zijn. Zij zette haar onderzoek naar de symbolen van de taal voort in werken als de gouache Yes No Morph II (2007), waarbij twee letters van elk woord onderdeel uitmaken van het volgende woord. De sterke kleurcode die ze aan het werk toevoegde voorziet het werk niet alleen van een nieuwe betekenislaag, maar maakt het ook visueel zeer krachtig. In Letters as Numbers II (2008) worden taal en wiskunde met elkaar geïntegreerd en worden teken en betekenis onderdeel van een speelse hersenkraker, waarin met toevoegingen in een andere kleur de tekens beurtelings als letter of getal te lezen zijn.
In haar meest recente werk, dat te zien was in een solotentoonstelling in Deitch Projects in New York in 2009, neemt ze afstand van deze werkwijze en stort ze zich op visueel meer boeiende mogelijkheden die ontstaan uit het analyseren van patronen en gelukkige toevalligheden. Het resulteert in een onderzoek naar concepten van illusie en abstractie in verschillende media.
Voor de Whitney Biennial maakte Auerbach drie schilderijen die bij haar huidige ‘vouw’-serie horen, ook te zien in de tentoonstelling in Deitch. Gebaseerd op het idee van trompe-l’oeil, of gezichtsbedrog, lijken deze werken op doeken die op verschillende manieren zijn gevouwen zijn en dan weer opgespannen. Deze illusie werd gemaakt met een hele precieze airbrush-techniek en het gebruik van een industriële sprayer. Terwijl het in feite om een plat vlak gaat, suggereert de gedempte weergave van de vouwen een driedimensionale ruimte. Dit spel met oppervlakte, illusie en kleur opent op een vanzelfsprekende manier een discours over de geschiedenis van de moderne kunst, de afgenomen kwaliteit van webbased graphics en het verdwijnen van het fysieke object in een tijd waarin de gedrukte media het aan afleggen tegen de kostenbesparingen en het gemak van de digitale media.
Auerbachs vroege, met de hand geschilderde werken en haar illusionistische, op het proces gerichte schilderijen die allemaal over controle lijken te gaan, vinden een tegenpool in een serie foto’s van abstracte patronen op tv-schermen. Hieruit blijkt dat ze de toeschouwer voortdurend laat raden wat er nu eigenlijk precies gebeurt in haar werk. Het bevriezen van de tijd resulteert in een kleurrijk veld van golven, een pointillistisch landschap dat werd gecreëerd door met een filmcamera een tv-scherm te filmen, het filmnegatief te scannen in de computer en daar vervolgens een digitale print van te maken; een proces waarbij ze een dubbelzinnige houding inneemt tussen de digitale en analoge wereld. Auerbach maakt een zinnelijke abstractie van een apparaat dat de Amerikaanse cultuur de afgelopen generaties for better or worse heeft gevormd, en daarmee graaft ze zich in op het gebied van de popcultuur zonder daarbij de herkenbare karakteristieken te gebruiken. Auerbach: ‘Het kijken naar willekeur betekent bijna in opstand komen tegen jezelf – ik denk dat mensen de neiging hebben om naar een ordening of een patroon te zoeken. Dus het [willekeur –red.] is een object van verlangen dat tegen de intuïtie ingaat, en het is ook vreselijk moeilijk om te vinden.’
Of het nu om haar schilderijen of foto’s gaat, Auerbach behoudt een behoedzaam evenwicht tussen het concept van haar werk en het uiteindelijke product, wat vaak leidt tot aantrekkelijke kunstobjecten. Ze bevestigt dat ‘het visuele en conceptuele even belangrijk zijn’, maar ‘het concept is wel altijd de drijfveer achter het werk.’ Of Auerbach nu teruggaat naar haar eerdere op taal gebaseerde werk, of verder bouwt op onderwerpen als proces, illusie en oppervlak, of toch weer elders een nieuw werkgebied gaat zoeken, het gaat uiteindelijk altijd om de zoektocht naar het vinden van de juiste benadering voor een bepaald idee.
Chris Bors is kunstenaar en schrijver, New York
Werk van Tauba Auerbach is te zien op de 2010 Whitney Biennial, Whitney Museum of American Art, 25 februari t/m 30 mei, New York.
Chris Bors