metropolis m

Geschiedenis is montage
Twintig jaar na het vallen van de muur

De kunstenaar Thomas Kilpper verzorgde afgelopen zomer een presentatie in het voormalige ministerie van de Stasi in Berlijn. Curator Marius Babias beschouwt dit beladen project als een belangrijke stimulans voor een herweging van de geschiedenis.

Verbergt zich achter de ‘geschiedenis’ een geschiedenis? Geschiedschrijving berust op gedeelde aannames en de interpretatie en het beschrijven van data, gebeurtenissen en feiten. Een geschiedenis van de ‘geschiedenis’ wordt zelden in de officiële geschiedenisboeken verteld. Ze is pluralistisch, fragiel in plaats van canoniek, incoherent, beladen met emotie en dus subjectief. ‘Geschiedenissen’ worden voorafgegaan door veelal vergeten conflictueuze rapporten, interpretaties en ervaringen, cases en biografische intriges. Deze verhaalketens kruisen elkaar, spreken elkaar tegen en neutraliseren elkaar, voordat ze grotere structuren verbeelden en verbinden aan de gemeenschappelijke ‘geschiedenis’, die het culturele zelfbeeld van de samenleving verzorgt. De interpretatiedichtheid van de ‘geschiedenis’, zo leert ons de filosofiegeschiedenis, berust niet op een natuurwet. De ‘geschiedenis’ staat steeds ter discussie.

Het verhaal van de ‘geschiedenis’ staat in het middelpunt van het project State of Control van de kunstenaar Thomas Kilpper. Als uitgangspunt van zijn geschiedenis achter het algemene beeld dat men heeft van de Duits-Duitse geschiedenis, koos de kunstenaar voor een van de meest emotionele aspecten van de hereniging: de verwerking van het verleden aan de hand van de binnenlandse veiligheidsdienst van de DDR, de Stasi, die mensen tot op de dag van vandaag sterk bezighoudt en de samenleving verdeelt. Op de vloer van de kantine in het gebouw van het voormalige ministerie van Staatsveiligheid aan de Normannenstrasse in Berlijn, sneed Kilpper enkele exemplarische portretten van Duitse historische personages als Rosa Luxemburg, de nazi’s Reinhard Heydrich, Reinhard Gehlen en de stasibazen Erich Mielke en Markus Wolf uit in de linoleumvloer. Ook de geschiedenis van het verzet tegen het onrechtvaardige regime is uitgewerkt, aan de hand van de slachtoffers en verdwaalde idealisten, die zich soms ontpopten tot meedogenloze agressors. Bezoekers kunnen er overheen lopen als was het een openbaar geschiedenisboek.

De voormalige kantine op de eerste verdieping van het complex, werd in de zomer van 2009 ter gelegenheid van dit project voor het eerst voor het publiek opengesteld, net als de balzaal op de derde verdieping, waar de afdrukken van de uitgesneden portretten op vlaggendoek tot aan het plafond hangen. Het totale oppervlak van de interventie van Thomas Kilpper op beide plekken bedroeg 1600 vierkante meter, nog afgezien van de 800 vierkante meter van de aaneengenaaide grote banier aan de gevel van het gebouw op de hoek van de Normannenstrasse en Ruschestrasse hing.

Keerpunt

Het Ministerium für Staatsicherheit (MfS) werd in 1950 als het ‘schild en zwaard’ van de SED (Sozialistischen Einheitspartei Deutschlands) opgericht. In de loop van tientallen jaren stampte het MfS vanuit hun locatie aan de Normannenstrasse een totaal controleapparaat uit de grond. Onder leiding van Erich Mielke werd de bevolking in de DDR gedurende hun hele levensloop bespioneerd. Post werd geopend, telefoons afgeluisterd, geruchten genoteerd. Er waren 85.500 officiële en 180.000 zogenoemde Inoffizielle Mitarbeiter (IM), wat op een bevolking van 17 miljoen inwoners een hoog aantal is. Tot in de jaren tachtig werden er door de MfS in het kader van een mobiliseringprogramma interneringskampen gepland voor ‘vijandig negatieve krachten’ binnen de DDR.

Na de val van de Muur en de ineenstorting van de DDR bestormden op 15 januari 1990 vertegenwoordigers van de burgerbeweging Neuen Forum het hoofdkwartier in de Normannenstrasse, om de dossiers op te eisen voor latere bewerking. Op 3 oktober 1990, de dag van de Duitse hereniging, werd na een besluit van het parlement Joachim Gauck tot speciale afgevaardigde van de Bondsregering voor de Stasibestanden benoemd. Sinds 1991 zijn er meer dan 6 miljoen aanvragen ingediend voor het inzien van dossiers, het ontcijferen van schuilnamen en de uitgifte van kopieën, waarvan 2,5 miljoen voor privépersonen. De overige aanvragen zijn vooral verzoeken om rapportages over medewerkers van openbare diensten in te kunnen zien en aanvragen door journalisten.

De Stasi-‘geschiedenis’ zoals ze doorgaans in de massamedia belicht wordt, is in wezen een geschiedenis van persoonlijke schuld en onschuld, van verraad en ontrouw, lijden en opoffering. Zelden wordt de politieke dimensie van de staatscontrole in ogenschouw genomen. In de manier waarop de Stasi in de media naar voren wordt gebracht zijn de rollen voor daders en slachtoffers eenduidig verdeeld. De ontelbare persoonlijke tragedies van personen wier leven door de Stasi systematisch verwoest werd, dienen slechts als bewijs dat de ‘geschiedenis’ herschreven moet worden. Een voorbeeld daarvan is het geval van de West-Berlijnse politieagent Karl-Heinz Kurras, die op 2 juni 1967 de student Benno Ohnesorg neergeschoten heeft, een gebeurtenis die wordt gezien als een keerpunt in het studentenprotest uit die jaren, waaruit ook de RAF voortkwam. Vele jaren later, in mei 2009, werd bekend dat Kurras tientallen jaren voor de Stasi werkte, wat opnieuw tot veel ophef leidde.

Ook de ontmaskering van de spion Günter Guillaume, de naaste medewerker van Willy Brandt die als gevolg hiervan in 1974 aftrad, geldt als historisch keerpunt in de Duits-Duitse politiek. De evaluatie daarvan is tot op heden controversieel, omdat Brandts terugtreding de DDR-vriendelijke politiek van de Bondsrepubliek afzwakte en de Stasi zich eigenlijk veel schade berokkende, zoals Markus Wolf, de chef van de buitenlandse inlichtingendienst (HVA) in de DDR, later aangaf. Beide gebeurtenissen worden in Kilppers werk aangekaart.

De val van de Muur in 1989 en de hereniging markeren het hoogte- en tegelijk het keerpunt van de Duits-Duitse vertelling. Het verdwijnen van het socialisme als ideologische tegenstander, waartegen de West-Duitse politiek decennia ageerde, was voor West-Duitsland een enorme uitdaging, zeker omdat de DDR volledig economisch en cultureel moest integreren. De werkelijke prijs die de BRD moest betalen bij de hereniging (in het bijzonder voor de militaire terugtrekking van het Sovjetleger) is onbekend, aangezien de documenten van het zogenaamde ‘twee-plus-vier-verdrag’ die de hereniging mogelijk maakte, niet worden vrijgegeven tot 2050. Kernpunt van het verdrag tussen de BRD en de DDR is de beëindiging van de verantwoordelijkheid van de vier geallieerde machten (VS, Sovjet-Unie, Frankrijk en Groot-Brittannië) over Berlijn en Duitsland en het verlenen van volledige soevereiniteit aan Duitsland.

De teloorgang van het, zoals het in de DDR genoemd werd, ‘werkelijk bestaand socialisme’ als historisch experiment liet ook een groot probleem na: de op 3 oktober 1990 afgekondigde Duitse eenheid werd als succes van de (westerse) politiek en de overwinning op de ‘geschiedenis’ gevierd, maar toch beschadigde deze gebeurtenis een gevoelige plek in de legitimatie van de West-Duitse politiek sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. De paradox van de hereniging van beide Duitse staten bestond eruit dat met de val van de Muur de Duitse eenheid weliswaar een feit was, maar op niet geheel legitieme wijze. Bij de hereniging ging het niet om de door de burgerbeweging uit de DDR nagestreefde ‘de derde weg’, maar om een staatsrechtelijk toetreding van de DDR binnen de BRD. In de eerste jaren van de samenvloeiing van beide Duitse staten werden de socialistische structuren volledig opgeheven. Voor de in politieke zin meest gevoelige opgave, het opheffen van de Stasi, werd een aparte instantie opgericht, de reeds genoemde Gauck-autoriteit. Toen werd pas echt duidelijk in welke mate het DDR-systeem van bewaken en straffen de levens van de Oost-Duitsers verwoest had. De DDR werd aan een ‘democratie-geschiktheidstest’ onderworpen.

Weliswaar is de Stasi-hysterie uit de beginjaren van de hereniging enigszins geluwd, toch zorgt een IM-lidmaatschap en IM-verdenking voor morele uitsluiting van de democratie en de carrière. Het litteken dat de Stasi in het publieke bewustzijn achterliet, speelt steeds weer op, zodra een IM-lid ontmaskerd is, een dossier opduikt, een film in de bioscoop komt. De levensgeschiedenis van de DDR-burgers, die het systeem van alomvattende observatie tot in de intieme sfeer moesten dulden, tekent ook latere generaties.

Mozaïek

De grote criticus van de macht, Theodor W. Adorno, schreef dat de Duitsers een mentaliteit van ‘onderdanen’ hebben. De lafheid om niet tegen het onrecht en de despoten op te treden, komt voort uit een agressieve militaristische geest die de burgerlijke regionen van de samenleving wilde beheersen. Het zijn ‘Pruisische deugden’ als gehoorzaamheid, zelfdisciplinering en zelfhaat, die de Duitsers in de loop van de eeuwen tot onderdanen hebben gemaakt. Wie, zoals de generatie Mei ‘68, een revolte uitprobeerde, vergreep zich aan een heilig taboe van de Duitsers: het eenheidstaboe. Duitsland werd pas in 1871 een nationale staat. Als consequentie van de nazitijd werd het weer in tweeën gedeeld en bestonden er tot 1989 twee Duitse staten naast elkaar. Terwijl de DDR haar legitimatie uit het antifascisme haalde, daarin gesteund door de beschermingsmacht van de Sovjet-Unie, was in de BRD van Konrad Adenauer tot Helmut Kohl, het beeld van de eenheid de kern van het daar geldende politieke waardesysteem. Net zoals de Stasi na de voltooide eenheid als demon van de DDR betiteld werd, zette zich in het Westen ook de algemene duiding van de DDR als een van de moderniteit afgesneden dwaalweg door – met als gevolg een tot in de jongste generatie bestaande verdeeldheid tussen West- en Oost-Duitsers.

Deze korte uiteenzetting van de Duitse geschiedenis en de eerder al geproblematiseerde voorstelling van de ‘geschiedenis’ als ‘vloeibaar’ proces, mag duidelijk maken wat voor complexe opgave en uitdaging Thomas Kilpper zich in zijn project State of Control stelt. Zijn opvatting van geschiedenis als een conflictueus proces is daarbij de leidraad. Kilpper vertelt op een hele persoonlijke manier over de voorgeschiedenis van de ‘geschiedenis’ en breekt met de vastgelegde voorstellingen en beelden van de historische ‘waarheden’. De suggestieve, iconische mediabeelden brengt hij met elkaar in ‘discussie’ als in een mozaïek. Er ontstaan zo onvermoede beeldrelaties tussen daders en slachtoffers, dwars door de tijd en politieke systemen heen. Kilpper maakt ons gevoelig voor de details en de halfvergeten samenhangen. Zijn methode van het associatief in elkaar voegen van beeldfragmenten mag dan onwetenschappelijk zijn, en een overtreding van de regels voor de officiële geschiedeniscanon, de montage van beeldcitaten levert een vervreemdingseffect op dat onze vastgelegde instellingen en vooroordelen helpt openbreken.

De kunstenaar noemt zijn werk ‘een mogelijkheid tot het bieden van meer onderscheid’. De ‘geschiedenis’ berust op een voorgeschiedenis, die bestaat uit een veelheid van verhalen die steeds worden vernieuwd en herschapen. In Berlijn lukte het de kunstenaar om de in de geschiedenis van de Stasi historisch meest beladen plek met beelden te veranderen in een plek van de uiteenzetting, zelfinzicht en zelfonderzoek. Als Thomas Kilpper intervenieert – overigens met opzet in een ‘middeleeuwse techniek’– ontdemoniseert en verzakelijkt hij het Stasi-debat en maakt het tot een onderdeel van de grensoverschrijdende historische continuïteit van staatscontrole. In dit project wordt de misdaad van de DDR gerechtvaardigd noch gerelativeerd, noch wordt de geschiedenis van Duitsland verteld als een weinig goeds brengende continuïteit. Het gaat hier om complexiteit, niet om afficheachtige provocatie. De geschiedenis is er een van het individu, die door kunstenaar aaneengemonteerd zijn als in een historieschilderij – fragmentarisch, scherpzinnig en vol verbanden. Haar boodschap is van alle tijden: ‘geschiedenis’ is montage.

Marius Babias is directeur van de Neuer Berliner Kunstverein (n.b.k.), Berlijn en curator van Thomas Kilppers’ project State of Control

Marius Babias

Recente artikelen