Gevaarlijke kunstenaars: styling en het beveiligde detail
Het is ongepast om schaatsvedetten in praatprogramma’s net zo lang te sarren totdat ze zich laten verleiden om dan toch maar iets te vertellen over het ritueel van het vacuüm trekken van de schaatsen, na een training. Zoals laatst Erben Wennemars in Barend & Van Dorp er aanvankelijk helemaal niets voor voelde iets prijs te geven over dat ritueel, nodig om de tere messen van zijn prijsschaatsen te beschermen. Ieder vak zijn geheimen. Ook voor een essayist geldt dat hij het proces van het schrijven moet kunnen beschermen met discretie. Even ongepast en opdringerig is het om bij een videoregistratie van een authentieke muziekvertolking te besluiten tot een extreme close-up van ‘de vingers die de virtuoze muziek maken’, want nee, het zijn natuurlijk niet de vingers alleen die de muziek maken. Het is de totale persoon die met heel zijn lijf en geest uitdrukking geeft aan wat hij offert. Toch zul je er als pianist, schaatser of stukjesschrijver rekening mee moeten houden dat dergelijke impertinente nieuwsgierigheid je ooit zal treffen. Het is de prijs die je moet betalen voor een zo vrij mogelijke uitoefening van je vak. Je zult moeten accepteren dat je te allen tijde de regie zult moeten kunnen nemen, inclusief het dirigeren van onbehouwen (media)gedrag.
Die specifieke vorm van regie heet styling. Het is een defensieve strategie, bedoeld om zaken veilig te stellen. Door een goed gebruik van styling kun je een hoop van dat opdringerige gedrag vermijden. Want in onze mediacratie is het noodzaak te weten voor welke culturele aandeelhouders je je broek moet ophouden en wat je in je noodzakelijke kniebuiging naar de markt aan bouwvakkers-decolleté nog net kunt laten zien zonder dat het pornografisch wordt. In het VPRO-programma RAM toonde Fuchs dat decolleté-bewustzijn niet meer te hebben door met bekentenissen te komen waar niemand op zat te wachten. De mannen van RAM onderbraken de trieste oppasser van het Stedelijk midden in een zin. De regie van Fuchs was op dat moment onzichtbaar, maar was in handen van de goedbedoelende cultuurbarbaren van de VPRO. Zo blijkt dat beveiliging, net als styling een ware kunst is. Kunst met een enorme potentie.
Ondanks de overvloed aan deskundigen is het jammer genoeg nog lang zoeken naar een beveiligingspedagoog voor de kunsten. Als de kunst het zou willen ligt daar namelijk een open terrein, een Arcadië van op voorhand royaal en romantisch gemiste kansen, volledig in overeenstemming met ons verwarde post-1984 gevoel. We kunnen Orwell er tenslotte niet de schuld van geven dat hij zijn Big Brother-visioen niet wat verder in de tijd geprojecteerd heeft, zeg, naar 2084. De tijd is rijp voor een nieuw moreel ijkpunt van culturele beveiliging. Waar deze tijd zonder werkelijke harde morele dilemma’s om schreeuwt, is in ieder geval een stijlbewustheid van ‘normen en waarden’. Hoe zachter de markt, hoe harder de revenuen, hoe meer er te regisseren en te beveiligen valt, hoe meer er te stylen valt.
Gedetailleerde categorieën
De grootste dreiging voor de gemiddelde beveiliger is natuurlijk de angst een categorie van potentieel gevaar over het hoofd te zien. Welke mensen zijn gevaarlijk en welke niet? Wat zijn je categorieën van mensen? Hoe deel je die in? Het duo dat daar een eindeloze sport in heeft gemaakt zijn fotograaf Ari Versluis en styliste Ellie Uyttenbroek. Hun fotoreeksen bestaan steeds uit twaalf portretten van mensen in een vergelijkbare outfit, geplaatst voor een witte wand, waardoor ze als archetype gaan fungeren. Ze hebben in hun jarenlange samenwerking al heel wat van die archetypen voor de camera gehad: ‘gabbers met een kale kop, een Australian pak en een grote ronde oorbel’, ‘nichten in ruitjeshemden’ en ‘slagers met stropdassen’. Al die reeksen zijn inmiddels notoir. Samen vertegenwoordigen ze een opvallende of minder opvallende stroming of opvatting binnen hun cultuur, die zichtbaar wordt in het straatbeeld. Het zijn vleesgeworden categorieën van onze hybride cultuur. Bijna al hun modellen vinden Ari Versluis en Ellie Uyttenbroek op loopafstand van hun studio in de Rotterdamse binnenstad.
In dezelfde aflevering van Barend & Van Dorp waarin Erben Wennemars te gast was, werden zij ondervraagd over hun boek Exactitudes, dat een weerslag biedt van hun project dat sinds 1994 loopt. Barend en van Dorp hadden het er zichtbaar moeilijk mee om voor het RTL4 publiek recht te doen aan dit project, dat al snel geassocieerd wordt met foute stereotypering. Iets dat alleen maar nog gecompliceerder werd door de onthulling dat Ari een periode de grote liefde was van Pim Fortuyn. Ook hier bleek dat details van verschil alleen maar in extreme regie getoond kunnen worden, om andere verschillen te beschermen.
Gelukkig konden zowel Ellie als Ari op een verstandige manier uitleggen waar het hun in het project om ging. Ari, de fotograaf, vertelde dat het hem ging om de grijstonen, niet de harde categorieën. Met andere woorden, wanneer je uitgaat van een categorische blik zie je alleen nog maar details, verschillen, en word je al snel overmand door de twijfel of iemand nu wel of niet in een categorie past. Schrijvers als Fourier, Flaubert, Borges en ook Roland Barthes hebben in het verleden de problemen van de geplaagde indeler al uitvoerig behandeld in hun werken. Tot de groteske en fantastische voorbeelden die Borges noemt in zijn tekst The Analytical Language of John Wilkins, is die van een oude Chinese encyclopedie, de Celestial Emporium of Benevolent Knowledge; daarin zijn de dieren ondergebracht in categorieën als: (1) die behoren tot de Keizer, (2) die gebalsemd zijn, (3) die getraind zijn, (4) die opgenomen zijn in deze classificatie, (5) die trillen alsof ze gek zijn, (6) die je met een kamelenhaar kunt tekenen, (7) die zojuist een bloemenvaas hebben gebroken, enzovoorts.
Voor Ari en Ellie geldt ook dat het moment voor de nodige categorie-verwarring kan zorgen. Zo bleek de categorie ‘mannen met hoedjes’ een strikt seizoensgebonden fenomeen. Daarnaast bleek de prototypische ‘bejaarde vrouw met grijsroze kleurspoeling en dure damesregenjas’ bijna te zijn uitgestorven. In hun beleving was dit een grote categorie, die in praktijk echter nauwelijks bleek voor te komen. Toen de laatste vrouw, voldoend aan dit archetype in hun studio kwam, herkende die zich gelukkig wel direct in haar elf voorgangsters.
Kortom: het beveiligen van je eigen waarneming is niet alleen anticiperen op categorieën die je nog niet kende, maar vooral ook een kritische houding ten aanzien van je eigen blik die voortdurend bezig is de wereld te reduceren tot categorieën. Hetgeen pijnlijk aan het licht komt in uitspraken van vooraanstaande politici die het serieus over ‘kutmarokkaantjes’ hebben, zonder dat duidelijk is wie daarmee bedoeld wordt.
Categorische styling
In een sfeer van onveiligheid, verdachtmaking en beschuldiging bloeit de beveiliging, dat hadden we al begrepen, maar hoe kan de kunst daarin het moreel juiste antwoord geven? Waarschijnlijk door zich extreem positief op te stellen ten opzichte van het klonen. We kunnen schapen al aardig klonen, een varken hier en daar, en misschien is het binnenkort zo ver dat de mens in staat zal zijn zichzelf te klonen. Ik zou een test willen doen door naar een wei te gaan waarin tien schapen rustig herkauwen met als vraag Dolly eruit te pikken. Ik durf te wedden dat zelfs de meest geoefende ogen alleen maar Dolly’s zien. Toch is de grap van klonen dat de kloon exact dezelfde formele eigenschappen heeft als het origineel, maar dat dat in geen geval betekent dat de kloon er exact dezelfde lifestyle op na houdt. Ben ik een kettingrokende drinkebroer met een sexverslaving, dan wil dat niet zeggen dat mijn kloon dat ook is. Lifestyle is dus blijkbaar het enige dat ons nog rest in een wereld die beheerst wordt door het verdwijnen van het origineel. Lifestyle valt blijkbaar niet te klonen. Willen we de zekerheid – de veiligheid – dat er nog verschillen blijven bestaan die ertoe doen, zing dan met me mee het verbasterde Sinatra-deuntje: ‘Send in the clones’.
Ari Versluis en Ellie Uyttenbroek, Exactitudes, Uitgeverij 010, Rotterdam, ISBN 90-6450-455-5, € 24,50
Willem van Weelden