Global Imaginations
Global Imaginations
De Meelfabriek, Leiden
In Leiden komen al eeuwen wetenschappers van over de hele wereld. In navolging van Spinoza, Boerhaave, Van Leeuwenhoek en Descartes zijn het nu kunstenaars als Pascale Marthine Tayou, Meschac Gaba, Raqs Media Collective en Studio Orta die naar de universiteitsstad zijn gekomen om hun ideeën over de wereld te geven. Dit alles in De Meelfabriek onder de titel Global Imaginations, een tentoonstelling georganiseerd door Museum de Lakenhal in samenwerking met Museum Volkenkunde en Universiteit Leiden ter ere van diens 440-jarig bestaan.
Andrea Stultiens toont een interpretatie van de slinger van Foucault die de roterende beweging van de aarde demonstreert. Profetisch roterende bewegingen zijn eveneens te vinden in het videowerk van Tsang Kin-Wah, dat op de vloer stukken tekst uit de Openbaring van Johannes projecteert die de Apocalyps aankondigen. De omineuze frases meanderen over de grond en nemen langzaam in hoeveelheid en grootte toe. Dat gaat gepaard met een aanzwellend geluid van wassend water. Eenzelfde rampspoed voorziet Mark Dion, die overblijfselen van diersoorten uit de depots van Naturalis haalde, deze in 3D printte en voorzag van een fluorescerende laag. De boodschap is dat je ook anders naar de wereld kunt kijken dan via de wetenschap, maar het voelt vooral aan als een curiositeitenkabinet gevuld met soorten die voorheen op aarde leefden. In dezelfde gedachtelijn betoogt Rivane Neuenschwander in haar videowerk dat mieren de mensheid zullen overleven.
De curatoren Kitty Zijlmans, Anke Bangma, Meta Knol, Nicole Roepers en Manon Braat vroegen kunstenaars van allerlei continenten om hun visie op de wereld te geven. Niet zelden werd dit verzoek nogal eendimensionaal beantwoord door iets met een wereldkaart, zoals bij Rivane Neuenschwander, Tintin Wulia, Mona Hatoum en Batoul S’Himi die werk presenteren waarin opvallend vaak de van oorspong westerse Mercatorprojectie een rol speelt. Het is een afbeelding van de wereld waarin het westen letterlijk het middelpunt vormt; een kaart die om die reden vaak wordt bekritiseerd. Er bestaan talloze alternatieven zoals de projectie van Gall-Peters, Behrmann en Fuller of de omgekeerde wereldkaart, naast versies waarbij China, Australië of Zuid-Amerika het middelpunt vormen. Analoog aan de Mercatorprojectie is dat de westerse (kunst)wereld als middelpunt wordt gezien en de bovenliggende partij is – Europa en de Verenigde Staten als het metaforische Rome waar alle kunstwegen naar toe leiden. Zie bijvoorbeeld hoe Guggenheim zich vertakt naar allerlei landen wereldwijd en enorme geldsommen terug naar het hoofdkwartier aan Fifth Avenue laat stromen. Zie het Louvre en Art Basel die voor dezelfde strategie kiezen. Tate verzamelt tegenwoordig weliswaar intensief en uitgebreid hedendaagse kunst uit alle continenten, maar hun werkwijze wordt dikwijls vergeleken met die uit de koloniale tijd waarin artefacten uit alle windstreken werden verzameld en gepresenteerd als exotische objecten die inzicht geven in de manier waarop overzees wordt geleefd. Met het verkregen eigendom en de bijbehorende zeggenschap geeft Tate tegelijk betekenis, vorm en structuur aan de kunst uit de hele wereld. Er is geen twijfel wie hier de macht heeft om te tonen wie, wat en waar hij wil, met het aanzien en de globale invloed die daarmee gepaard gaan.
Tijdens het symposium Collecting Geographies in het Stedelijk Museum Amsterdam (2014) presenteerde Tina Sherwell haar essay Curatorial Expeditions: The Ramallah Safari. Hierin spreekt zij over kunstenaars uit de Palestijnse gebieden die hun werk aanpassen aan de wensen van de bezoekende westerse curatoren. Zij zoeken naar een islamitische beeldtaal, in een door geweld, sociale problemen en politieke disputen gekleurd Israël. De Palestijnse kunstenaars leveren graag, in een poging toegang te krijgen tot de westerse instellingen. In 1952 schreef Frantz Fanon in zijn Black Skin White Masks: ‘What is called the black soul is a construction by white folk’ waarmee hij aangaf dat de ‘Negro spirit’, die aan de schrijvers van de Négritude-beweging werd toegekend, slechts een Europese fantasie was, een projectie. Het idee van Global Art doet daar niet voor onder.
Kitty Zijlmans, professor kunstgeschiedenis in Leiden en co-curator van Global Imaginations, sprak eveneens op het symposium Collecting Geographies. Ze sprak over het nationalistische karakter van kunst en hoe met de globaliserende (kunst)wereld om te gaan. Voor de online catalogus van Global Imaginations schreef ze over het wegstoppen van ‘andere’ kunst in etnologische musea, de (onder)waardering voor kunst uit niet-westerse landen én hoe het werk van Georges Adeagbo op Okwui Enwezors Documenta 11 (2002) haar fascineerde. Nu is Adeagbo aanwezig in Leiden, waar hij nog net als toen de westerse ordening van de wereld aan de kaak stelt.
Ook de Image Atlas van Taryn Simon sluit aan bij deze thematiek, zij het in digitale vorm. Hier wordt getoond wat per land de eerste zoekresultaten van Google Image Search zijn en hoe de kijk op de wereld dus per land verschilt. Simryn Gill stelt dat de Encyclopedia Brittannica door diens gelimiteerde strekking dermate achterhaald is dat je er net zo goed papieren bootjes van kan vouwen. Het zijn goede werken die de bezoeker even tot reflectie aanzetten, maar ze blijven wat aan de oppervlakte. Gelukkig doen Romuald Hazoumè en Ghana ThinkThank dit wel. In een video-installatie is te zien hoe Hazoumè in Porto-Novo (Benin) collecteert voor arme witte Westerlingen. Dat er überhaupt arme mensen zijn in het Westen is voor veel Beninezen nieuw. Dat die pechvogels niet door familie of vrienden worden geholpen wanneer ze in nood zijn wordt opzienbarend gevonden. Het leidt soms, na een betoog over de verhoudingen in de wereld en de rijkdom en privileges van witte mensen, tot een gift.
Ghana ThinkThank legt first world problems voor aan derdewereldburgers. Dat iemand met een probleem meent dat westerse problemen minder waard zijn dan niet-westerse bevestigt zowel een schuldgevoel als de eigen suprematie. De repliek uit Gaza en van Soedanese vluchtelingen in Israël is dat elk probleem een probleem is en dat mensen met veel problemen misschien wel meer ervaren zijn en daardoor beter in staat advies te geven. Zo komen Ghana ThinkThank en Hazoumè niet alleen verder dan een eendimensionale vertaling van het woord wereldbeeld, maar spreken ze ook over de problematiek van de term global, de ideologische beleving en (financiële) structuren binnen de wereld.
Dit zijn veruit de beste werken binnen de tentoonstelling en ze maken het geheel tot een succes. Fanon haalde in Black Skin White Masks ook René Maran uit Un homme pareil aux autres aan: ‘The Europeans, in general, and the French in particular do not merely ignore the Negro from their colonies but also haven’t got a clue about the black man they have shaped in their image.’ Die constatering, die in meerder werken in de tentoonstelling doorklinkt, is tegenwoordig toepasbaar op westerlingen in verhouding tot de hele globe. De westerling is graag het middelpunt van de wereld die zij beïnvloedt en exploiteert, maar waarvan ze tegelijkertijd geen idee heeft hoe ze eigenlijk in elkaar zit. 440 jaar Leidse wetenschap heeft daar nog maar weinig verandering in weten aan te brengen.
Vincent van Velsen
is redacteur Metropolis M en conservator Stedelijk Museum Amsterdam