metropolis m

In het kader van de Grand Domestic Revolution, het driejarig project (2009-2012) dat het programma van Casco – Office for Art, Design and Theory (Utrecht) heeft bepaald, is nu het Grand Domestic Revolution Handbook verschenen. In de handleiding zijn de verschillende initiatieven die plaats hebben gehad samengebracht en gedocumenteerd; centrale vraagstukken worden toegelicht en uitgewerkt in langere essays. De Grand Domestic Revolution (GDR) wordt als ‘living research’ gepresenteerd, een term die niet nader wordt gespecificeerd, maar zoiets lijkt te betekenen als een onderzoek dat al levend (doende) gestalte krijgt, en in dit geval ook in overdrachtelijke zin op ‘leven’ reflecteert. Om dit grillige onderzoek voor de lezer inzichtelijk te maken, is het ondergebracht in vijf thematische hoofdstukken: Domestic Apparatus, Inhabitation, Work at Home, Economy to Oikos en Neighboring and Organization. Deze helpen je enigszins om door de publicatie te navigeren, maar, zoals geldt voor het leven zelf, het liefst vaar je je eigen koers.

De titel Grand Domestic Revolution is ontleend aan Amerikaanse anarchistische bewegingen uit de late negentiende eeuw. Deze vochten tegen de ondergeschikte rol van vrouwen en traditionele familiemodellen, zo legt Binna Choi, directeur van Casco, initiatiefnemer van het project en mederedacteur van het boek, uit in haar introductie. In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd de term in verband gebracht met de ‘material feminists’, een groep vrouwen die zich inzette voor verbetering van de materiële omstandigheden van vrouwen door kleinschalige experimenten in steden en wijken te organiseren. Dertig jaar nadien geeft Casco het initiatief een vervolg.

Casco’s GDR heroverweegt de dominante neoliberale economische en sociale modellen, gericht op productie, alsmede de eraan gelieerde expansiedrift die zich op wereldwijde schaal voltrekt. De GDR zet daartegenover de dagelijkse, reproductieve werkzaamheden – kinderen grootbrengen, zieken verzorgen, huishoudelijke taken – die traditioneel met de private sfeer en met vrouwen in verband worden (of werden) gebracht. Waarbij ook de oude leus ‘the personal is political’ opgeld doet. Het feministische gevecht tegen de onophoudelijke kapitalistische productieve kracht (en macht!), resulterend in overproductie, exploitatie en consumptie, is een hedendaags probleem: het dagelijkse reproductieve werk, dat nog steeds te vaak wordt geassocieerd met vrouwen, blijft ongezien en onbetaald, maar vormt tegelijkertijd een essentieel onderdeel van de economie.

Casco’s GDR was een poging zulk werk onderdeel te maken van een gemeenschappelijk project, waarvan het handboek de weerslag vormt. Tekst en beeldmateriaal illustreren de speurtocht naar appartement 18b. Deze woning, gelegen nabij de vorige locatie van Casco in Utrecht, fungeerde als thuisbasis voor de GDR. Door een onderkomen te creëren buiten het bestaande kantoor werden de grenzen van Casco’s eigen structuur en werkwijze op concrete wijze opgerekt en onderzocht. Ook de verdere GDR-deelprojecten werden gekenmerkt door een poging de ‘eigen’, private sfeer als een gemeenschappelijke ruimte te exploreren. Zo werd een GDR-bibliotheek geïnstalleerd die voortkwam uit Chois persoonlijke boekenkast, aangevuld met boeken en films van gasten, deelnemers en medewerkers. Er werden read-ins georganiseerd, die plaats hadden in willekeurige woonhuizen. Kunstenaar Ruth Buchanan deed onderzoek naar het bekende Utrechtse Rietveld Schröderhuis (1924). Gebaseerd op haar ontdekking dat het modernistische architectonische manifest sterk getekend is door de intieme relatie tussen architect Gerrit Rietveld en opdrachtgever Truus Schröder-Schräder, hield Buchanan een performance waarin ze haar eigen familieverhaal en de rol van hun huis uit de doeken deed binnen de vier muren van het Rietveldhuis.

Voor de lezer van het handboek illustreren gedocumenteerde werken als die van Buchanan vooral de inhoudelijke motivaties voor de revolutie. Je raakt daarentegen directer betrokken bij de GDR-problematiek in de transcriptie van een gelivestreamde discussie, waarin over de scheidslijn tussen de private en publieke ruimte wordt gesproken in de woonkamer van een van de participanten. De spreektaal blijft in de omzetting behouden. De ongemakkelijkheid die voortkomt uit de setting is ook onderwerp van gesprek, want is zij niet tekenend voor de huidige invasie van het publieke in de private sfeer door de toegenomen digitalisering? De gegroeide informatievoorziening waarin dat resulteert staat eveneens aan de basis van wat theoreticus Simon Sheikh in de discussie de fragmentarische wijze noemt waarop vandaag tot een esthetisch en politiek oordeel wordt gekomen. Vanwege de gefragmenteerde blik kunnen we niet langer spreken van een publiek, maar van een post-publiek, aldus Sheikh.

Ongeacht, of misschien wel dankzij die versnipperde blik is de Grand Domestic Revolution uit op het smeden van nieuwe vormen van collectiviteit. Zo schuimde kunstenaar Wietske Maas in samenwerking met, onder anderen, een lokale Chinese kruidenkenner, dokters en apothekers de Utrechtse binnenstad af op zoek naar eetbare planten en kruiden. Ze produceerde vervolgens een fermentatiemiddel op honingbasis dat veelvoorkomende ziekten moest genezen. Zijn collectieve vormen van kennisproductie mogelijk in de toekomst, vroeg zij zich af. Het zijn vragen over de productieve kracht van het collectief die wellicht herinneren aan werken als van kunstenaar Jeanne van Heeswijk, die in haar Public Faculties Series (2008-2012) conversaties op straat organiseerde om zo de publieke ruimte door gezamenlijke actie opnieuw te definiëren.

De initiatieven van Casco volgen een omgekeerd pad. Zij beogen een herdefinitie van de private ruimte. Maar zowel Van Heeswijk als Casco zinnen op wat filosoof Félix Guattari in 1975 ‘moleculaire revoluties’ noemde: radicale wendingen die parallel lopen aan de algemene politieke crisis en zich ontwikkelen in relatief onbekende gebieden. Net als Guattari waarschuwt kunstenaar Mierle Laderman Ukeles in het Manifesto for Maintenance Art (1969) voor de neiging in bestaande, verticaal georganiseerde gedragspatronen te vervallen. Ukeles’ manifest, gereproduceerd in het GDR-handboek, zet aan tot een heroverweging van institutionele structuren waarin verdelingen van taken gebaseerd op gender nog altijd gehandhaafd zijn, ook al wordt de feministische slogan ‘the personal is political’ er hoog in het vaandel gevoerd. Het zijn de historische voorbeelden die het meest inspireren. Geplaatst naast hedendaagse voorbeelden als de studie van professor Sarah van Walsum over het moeilijk te reguleren huishoudelijk werk van illegale immigranten in Nederland, geven zij aan hoezeer een verzet tegen machtsstructuren, waarin minderheden niet worden (h)erkend, nog altijd relevant is. Het Grand Domestic Revolution Handbook bevat een imposante bundeling materiaal dat tot denken en actie aanzet. Of, in de woorden van Casco zelf: the Grand Domestic Revolution GOES ON!

Binna Choi, Maiko Tanaka (eds.), Grand Domestic Revolution Handbook, Casco – Office for Art, Design and Theory, Amsterdam/Valiz, 2014.

Ilse van Rijn

is kunsthistoricus

Recente artikelen