metropolis m

`De huidige forse bezuinigingen op kunst zouden geen al te grote verrassing hoeven te zijn, beweren sommige analytici. De trend was al lang duidelijk, aangezien het neoliberalisme nu eenmaal geen uitvinding van gisteren is. Al decennia wordt het publieke belang afgebroken ten gunste van private interesses. De commercialisering van het publieke bestaan heeft inmiddels zo’n omvang bereikt dat langzamerhand het hele leven is onderworpen aan het regime van de winstmaximalisatie, in het belang van wat in oud-linkse kringen ‘het kapitaal’ heet.

Tegelijk vond er ook een andere ontwikkeling plaats: de immaterialisering van de arbeid. De mens die een eeuw lang een halve machine aan de lopende band was, heeft plaatsgemaakt voor de mens die creatief en communicatief is. Dat is een vorm van emancipatie, een positieve ontwikkeling, ware het niet dat het kapitalisme ook dit domein in bezit heeft genomen. Het immateriële en creatieve is een markt geworden. De kunst plukt er nu de zure vruchten van.

We leven in een tijd waarin het hele menselijke bestaan bezig is ‘precarious’ te worden, zo doceerde Joost de Bloois onlangs in een lezing bij een tentoonstelling in SMBA. Zekerheden zijn verdwenen, van iedereen wordt grote flexibiliteit geëist. De tijd van de baan (c.q. baas) voor het leven is voorbij. Iedereen moet veelvuldig wisselen van werkgever, inclusief overigens de werkgever zelf, die evengoed ondergeschikt is aan de economische dynamiek van vandaag. Het aanpassingsvermogen dat met de aanstaande bezuinigingsronde van kunst wordt gevraagd, verschilt in dat opzicht weinig van dat van de postbode, die met de privatisering en inkrimping van de postsector zijn fulltimebaan voor het leven kwijt is en er een baantje bij moet zoeken. Of dat van de politicus en ambtenaar, die bezig zijn zichzelf weg te bezuinigen. Niemand wordt gespaard.

Toch, zo stelde De Bloois in de lezing, is kunst niet helemaal hetzelfde als het post sorteren. Kunst kan zich in gunstige zin onderscheiden, door het nieuwe werkregime van binnenuit te veranderen. De Bloois spreekt over de ‘knowhow’ van kunst: zij weet hoe in dit creatieve, kennisgerichte domein te bewegen en het te verbeteren. Het is niet dat De Bloois er veel van verwacht, gezien de marginale positie van kunst binnen de maatschappij, maar ze heeft geen andere keus. Om te beginnen zou kunst er meer van doordrongen moeten raken hoe politiek zij zelf is, in haar productie en distributie van informatie. De Bloois volgt daarin de bevindingen van de Italiaans post-autonomie beweging, met denkers als Antonio Negri en Paolo Virno, die al tientallen jaren geleden, in een denken dat deels op marxisme en deels op structuralisme was gebaseerd, betoogden dat kunst zich bewust moet zijn van haar rol in wat zij de ‘sociale fabriek’ noemde.

Dat besef van de eigen politieke positie moet niet leiden tot verzet, in de ogen van De Bloois. Het ‘precariaat’ moet werken aan de vergroting van het besef van de eigen politieke relevantie. Het klinkt een beetje als de SER, het Nederlandse overleg van werkgevers, werknemers en de politiek, waar de redelijkheid van de gemeenschappelijke polder prevaleert boven individuele belangen. Heel concreet wordt De Bloois niet, als het gaat over wat we ons bij de modus operandi van die toekomstige machtsbasis van kunst moeten voorstellen. Als voorbeeld kan gelden het succes van de actievoerende schoonmakers vorig jaar. Zij hebben iedereen weten te overtuigen van hun belang.

Op meer fronten wordt nagedacht over de positie van kunst in een veranderende maatschappij. In het huidige en de komende nummers zullen we aandacht besteden aan meerdere standpunten in beschouwende en activerende bijdragen, prikkelende analyses en inspirerende voorbeelden. ‘Pre-precaire’ methodes blijken daarbij hun effectiviteit nog lang niet kwijt. Ik las The Politics of Nonviolent Action van de Amerikaanse politicoloog Gene Sharp uit 1973, het hoogtepunt van de anti-Vietnam beweging. Sharp heeft alle vormen van geweldloos actievoeren geduldig geïnventariseerd in tientallen categorieën en getoetst op hun politieke en maatschappelijke dimensie. De meeste methodes, van sitdown-protesten tot brieven schrijven aan politiek verantwoordelijken, lijken veertig jaar later nog even relevant, ook in de huidige ‘precaire’ tijden. Er zijn genoeg politieke beslissingen om tegen te ageren.

Domeniek Ruyters

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen