‘Ik houd niet van retrospectieven’
‘Ik houd niet van retrospectieven’
Interview met Udo Kittelman
Sinds begin dit jaar is hij directeur van de Berlijnse Nationalgalerie, een positie die hem maakt tot chef maakt van liefst zes collecties, waaronder die van de Alte en Neue Nationalgalerie en die van het Hamburger Bahnhof. Udo Kittelman (1958), een voormalig opticien, is oud-directeur van het Frankfurter Museum für Moderne Kunst (MMK). Wat zijn zijn plannen?
U bent nu negen maanden aan het werk in Berlijn. Wat zijn uw eerste indrukken als museumdirecteur?
‘De taken waarvoor ik hier in Berlijn aangesteld ben zijn heel divers en omvangrijk, vooral omdat ik voor het eerst in mijn leven beleid moet ontwikkelen voor liefst zes instellingen in samenhang met elkaar. [Naast de Alte en Neue Nationalgalerie en Hamburger Bahnhof, ook Museum Berggruen, Sammlung Scharf-Gerstenberg en Friedrichswerdersche Kirche -red.]. Alleen al het feit dat deze verzamelingen zich wijden aan kunst van de 19e tot en met de 21e eeuw is een spannende uitdaging, omdat het mijn streven is voor de musea een gezamenlijk perspectief en positionering te ontwikkelen. Ook al kun je niet stellen dat leiding geven aan zes instellingen ook zes maal zoveel werk is als bij één, elk museum heeft wel zo zijn eigen noden. Dat betekent dat ik voortdurend op en neer moet schakelen, ook in mijn denken hierover.’
U staat vooral bekend als curator hedendaagse kunst. Nu moet u zich ineens ook verantwoorden voor kunst uit de negentiende eeuw. Hoe gaat u met deze nieuwe opgave om?
‘Heel onbevangen. Uiteindelijk gaat het toch om een en dezelfde zaak: de kunst. De kunst heeft zich door de eeuwen heen steeds met dezelfde thema’s beziggehouden, alleen haar esthetische formuleringen zijn natuurlijk in de loop van de tijd sterk veranderd. Zo bezien staat de negentiende eeuw niet verder van me af dan de jongste kunst, ook al ben ik geen echte specialist van de negentiende eeuw.’
Hoe zal uw werk als directeur uw manier van denken en werken als curator beïnvloeden?
‘Mijn manier van denken zal daardoor zeker niet veranderen want die is gebaseerd op overtuigingen en ervaringen die voor mij als curator beslissend waren en in de toekomst ook zullen blijven. Wat het werkveld betreft, ik heb door de grote en rijke verzamelingen van de beide Nationalgaleries natuurlijk wel meer vrijheid dan wat ik in Frankfurt gewend was.’
U heeft gezegd dat u zich vooral op de eigen collecties gaat richten, klopt dat?
‘De belangrijkste opgave van een museum is, zo heb ik altijd begrepen, het perspectief op het museum telkens opnieuw te overdenken en uit te dragen. Als het de kennis van kunst dient, is het goed als het oude en het nieuwe met elkaar een dialoog aangaan. Wat ik misschien nog wel belangrijker vindt is over de geijkte grenzen van de kunst heen te kijken. In de tentoonstelling Die Kunst ist Super!, die op 5 september is geopend in de Hamburger Bahnhof, wordt dit uitgangspunt in de praktijk gebracht. Hier zijn bijvoorbeeld voor de eerste keer, buiten een natuurwetenschappelijke context om, de spectaculaire insectenmodellen van Alfred Keller uit de jaren dertig en vijftig te zien, die behoren tot de verzameling van de Berlijnse musea voor Natuurkunde.’
Waar komt de titel Die Kunst ist Super! vandaan?
‘Dat is heel simpel: momenteel vallen er niet zoveel grootheden te ontdekken in de maatschappij. Ons huidige tijdperk zou je niet als “super” beschrijven en men gelooft ook niet in een grandioze toekomst. Overal heerst twijfel die het ons niet gemakkelijk maakt superlatieven te formuleren. De kunst zou ik dit adjectief wel willen geven, juist in vergelijking met andere dingen. De kunst die we het in Hamburger Bahnhof tonen, en die bijna uitsluitend uit onze collecties afkomstig is, zou ik zeker als “super”en “eersterangs” betitelen. En anders moet iemand mij maar overtuigen van het tegendeel.’
Kan een presentatie van de eigen collectie net zo succesvol zijn als een thematentoonstelling?
‘Ik denk dat je de beide typen tentoonstellingen niet tegen elkaar uit moet spelen. Het zijn allebei belangrijke ijkpunten van een kunstmuseum, waarbij de collectie van het museum, zoals ik altijd heb betoogd, het draagvlak is. Wanneer er zulke fantastische collecties aanwezig zijn als hier, dan ben je wel aan je stand verplicht hier je steeds weer toe te verhouden en het onder wisselende criteria en zichtwijzen te presenteren. Waarom zou het niet lukken het publiek hiervoor te interesseren? Ik ben er vast van overtuigd dat de musea zich in de toekomst meer gaan wijden aan het tonen van de eigen collectie. Thema- en solotentoonstellingen kunnen de collectie bijvoorbeeld van een inhoudelijke context voorzien, door ergens speciale aandacht op te richten. Op die manier maakt het publiek vaak voor het eerst kennis met de verzameling. Tegelijkertijd maakt dit soort tentoonstellingen het mogelijk de programmatische positionering van het museum zichtbaar te maken.’
Heeft de Nationalgalerie zich dan niet altijd al sterk op de collectie gericht?
‘Ik heb het hier vooral over de musea van moderne en hedendaagse kunst. Die hebben – en dan moet ik ook naar mezelf kijken – zo’n twintig jaar geleden het vertrouwen in de eigen collectie opgezegd. Ik herinner me het debat waarin het museum als mausoleum, als dode bewaarplaats werd bestempeld. Dat mag dan zo zijn, maar sindsdien is er veel gebeurd. Men heeft zich de afgelopen jaren juist te veel gericht op tentoonstellingen, in plaats van het publiek te trekken met de eigen collectie. Terwijl een museum juist een bepaalde betrouwbaarheid en continuïteit moet uitstralen. De tijd is rijp voor het museum om een pas op de plaats te maken. Er is zo veel kunst die de moeite waard is om vaker te bekijken. Daar moet veel meer aandacht aan besteed worden, anders is een museum geen museum meer, maar een kunsthal. Ik zou in onze huidige wereld het instituut museum niet willen missen.’
Toch opende u onlangs in de Neue Nationalgalerie een solotentoonstelling van Thomas Demand.
‘Wat ik al zei: ik vind beide praktijken belangrijk. Maar het is niet nodig om tien tentoonstellingen per jaar te organiseren als vijf volstaan. Het museum moet er dan wel in slagen iets van een eigen handschrift te ontwikkelen. Tot dat genre tentoonstellingen reken ik die van Thomas Demand, die onder de titel Nationalgalerie zijn werk uit de laatste twee decennia, hoofdzakelijk met betrekking tot de jongere en jongste Duitse geschiedenis, bij elkaar gaat brengen.’
In hoeverre onderscheidt deze tentoonstelling zich van het retrospectief dat in 2005 in het MoMA te zien was?
‘Het wordt geen retrospectief. Ik houd niet van retrospectieven. De laatste tijd worden voortdurend retrospectieven georganiseerd voor kunstenaars tussen de 35 en 50, als was het levenswerk al afgesloten. Daar klopt iets toch niet helemaal. Ik zou als vijftigjarige niet al retrospectief beoordeeld willen worden.’
Welke tentoonstellingen volgen er in de komende maanden?
‘In de herfst tonen we in de Alte Nationalgalerie Carl Gustav Carus, een van de grote universeel denkende en werkende persoonlijkheden uit de negentiende eeuw. Hij was kunstenaar, arts en wetenschapper tegelijk en is voor mij een goed voorbeeld van het type creatieve persoonlijkheid dat over de grenzen van de disciplines heen denkt. In dat opzicht heeft de tentoonstelling ook een programmatisch aspect voor mij.’
Als directeur van MMK in Frankfurt heeft u een slechte ervaring gehad met een privéverzamelaar die zijn dankzij het museum in waarde gestegen werk eenvoudigweg weer terugtrok. De Nationalgalerie werkt veel samen met privéverzamelaars? Gaat u daarmee door, ondanks uw slechte ervaring in Frankfurt?
‘Er is niets tegen samenwerken met privéverzamelaars. In Frankfurt heb ik één keer een negatieve ervaring gehad. Deze verzamelaar was duidelijk geen echte kunstliefhebber maar een speculant. Alle verzamelaars die ik tot nu toe in Berlijn heb leren kennen ligt de kunst zeer na aan het hart. De geschiedenis van het museum is niet los te zien van de verzamelaar. Met een dergelijke traditie zal ik echt niet breken.’Gesine Borcherdt is kunstcriticus en curator, Berlijn
Neue Nationalgalerie
Neue Nationalgalerie
Bilderträume. Die Sammlung Ulla und Heiner Pietzsch19 juni t/m 22 november 2009
Bilderträume. Die Sammlung Ulla und Heiner Pietzsch19 juni t/m 22 november 2009
Thomas Demand ‘Nationalgalerie’ 18 september 2009 t/m 17 januari 2010
Thomas Demand ‘Nationalgalerie’ 18 september 2009 t/m 17 januari 2010
Hamburger Bahnhof
Hamburger Bahnhof
Paul Pfeiffer The Saints10 oktober 2009 t/m 28 maart 2010
Paul Pfeiffer The Saints10 oktober 2009 t/m 28 maart 2010
National Gallery Prize for Young Art 2009Keren Cytter, Omer Fast, Annette Kelm, Danh Vo
National Gallery Prize for Young Art 2009Keren Cytter, Omer Fast, Annette Kelm, Danh Vo
11 september 2009 t/m 3 januari 2010
11 september 2009 t/m 3 januari 2010
Die Kunst ist super!5 september 2009 t/m 14 februari 2010
Die Kunst ist super!5 september 2009 t/m 14 februari 2010
Alte Nationalgalerie
Alte Nationalgalerie
Carl Gustav Carus – Natur und Idee 9 oktober 2009 t/m 10 januari 2010
Carl Gustav Carus – Natur und Idee 9 oktober 2009 t/m 10 januari 2010
Gésine Borcherdt