metropolis m

Ierse kunstenaars vestigen zich na hun opleiding naar steeds vaker in Dublin, terwijl ze voor de crisis vaak naar Engeland of Europa vertrokken. Het komt de kunstscene in de Ierse hoofdstad ten goede, waar het momenteel bulkt van de kunstenaarsinitiatieven.

De sleutel paste opeens niet meer. Toen één van de leden van kunstinitiatief Broadstone Studios in Dublin de voordeur wilde openen, bleek het slot te zijn vervangen. De verhuurder wilde het contract na vijf jaar niet verlengen maar zag blijkbaar geen noodzaak om dit vooraf mede te delen. Huurders krijgen in Dublin na vijf jaar meer rechten waardoor ze ‘hun’ gebouw gemakkelijk nog eens vijf jaar of langer kunnen huren. En dat zag de pandeigenaar niet zitten.

Ook andere kleinere kunstinitiatieven, zoals Monster Truck Gallery and Studios, Ormond Studios, MART en Pallas Projects, hebben het moeilijker nu de overheidssteun deels is teruggedraaid. Ze moeten het grootste deel van hun inkomsten halen uit de verhuur van studio’s. Een aantal richt zich op de kwalitatief betere kunstenaars, maar vooral de kleine initiatieven, die de huuropbrengst het hardste nodig hebben, selecteren niet zo scherp. Bij Pallas is elke kunstenaar welkom en MART stelt zich naast kunstenaars en fotografen, ook open voor designers, filmmakers en ‘creatives’. Het maakt de studio’s laagdrempelig, maar ook kleurloos.

Aan de andere kant is het volgens Mark Cullen en Gavin Murphy van Pallas Projects voor de initiatieven sinds de jaren negentig ook makkelijker is geworden. Er zijn nu eenmaal meer Ierse kunstenaars om mee te werken, omdat ze niet langer direct na het afstuderen naar het buitenland emigreren. Tegelijkertijd heeft het internet grenzen geslecht. Het is nu eenvoudiger dan voorheen om contact te leggen met andere initiatieven. De mensen van Pallas hebben het allemaal meegemaakt: volgend jaar viert het initiatief een feestje ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan. Ter gelegenheid daarvan doen Cullen en Murphy onderzoek naar vergelijkbare Europese initiatieven, in het kader van een publicatie die volgend jaar januari verschijnt bij Onomatopee in Eindhoven. Ondanks dat Pallas is geprofessionaliseerd door onder andere een strakkere organisatie, is het altijd low-key gebleven: het oude schoolgebouw, dat al een aantal jaren als uitvalsbasis dient, is sober ingericht waarbij veel werkruimtes door schotten van elkaar worden gescheiden. En alle beslissingen worden nog steeds door alle betrokken kunstenaars samen genomen. Pallas organiseerde er tentoonstellingen van Amanda Coogan, een performancekunstenaar die ook op de Liverpool Biënnale exposeerde, en toonde in 2014 het project Soundscape, een solo met de ‘multi-speaker’ installatie van Keith Lindsay.

Temple Bar Gallery + Studios bestaat inmiddels dertig jaar. In tegenstelling tot Pallas is TBG+S niet een platform voor en door kunstenaars, maar heeft het zich van anarchistische plek ontwikkeld tot een (gesubsidieerd) bijna-instituut. Het wordt geleid door de kunsthistoricus Cliodhna Shaffrey en is nog steeds gevestigd op het Damrak van Dublin, Temple Bar. De curator Rayne Booth en een ‘curatorial advisory panel’ zijn verantwoordelijk voor de tentoonstellingen in de presentatieruimte aan de straatzijde. Ook gastcuratoren maken hier veel exposities. Dit jaar kreeg het programma het thema ‘expanding the space’ mee. Ten tijde van mijn bezoek exposeerde Aoibheann Greenan er. Haar installatie, met als titel DMC (Dunmurry May-day Conspiracy), begon als een kleurig feestje, maar veranderde hoe langer je er rondkeek in een soort rampplek, met een door een boom doorboord autowrak en protestborden. Eerder werkten ze met kunstenaars als Tacita Dean, Ed Atkins, Marc Bijl en Nathaniel Mellors.

Fire Station Arts & Activism is een initiatief zonder tentoonstellingsruimte, dat op projectbasis opereert. De kern wordt gevormd door de kunstenaars die steeds drie jaar een woon- en werkplek in Fire Station hebben, onder wie Seamus Nolan en Gareth Kennedy. Zoals de naam van het podium al doet vermoeden, heeft FSAA een maatschappelijke focus. Liz Burns cureert, als development manager, het artistieke programma, dat is gericht op geëngageerde site specific en context-specifieke projecten. Fire Station werd opgericht door een aantal activistische kunstenaars die van begin af aan de buurt bij het initiatief wilden betrekken. De beroemde Pool Artur ?mijewski voerde er een project uit. Zijn Two Monuments (2008) bestond uit een aantal workshops die bij Fire Station werden gehouden, een publicatie en een film en was later eveneens te zien op onder meer de Biënnale van Istanbul. Daarnaast heeft FSAA een mentorprogramma opgezet voor beginnende kunstenaars met een beperking: zij worden gekoppeld aan ervaren kunstenaars met de bedoeling dat beiden van elkaars ervaringen leren.

Als je vlakbij Fire Station de rode tramlijn naar het zuiden van Dublin neemt, dan is de laatste halte Rua Red (rua is Iers voor rood). Anders dan de hiervoor genoemde initiatieven werd Rua Red niet uit de grond gestampt door kunstenaars, maar geïnitieerd door de lokale overheid die vond dat de economisch achtergestelde buurt Tallaght wel een culturele injectie kon gebruiken. Het centrum bestaat nu vijf jaar en heeft goede faciliteiten. Er is veel aandacht voor de buurt, in educatieprogramma’s en speciale tentoonstellingsmogelijkheden. In de twee officiële presentatieruimtes ligt de focus vooral op digitale kunst. Paul McAree verzorgde als curator-in-residence de prikkelende tentoonstelling Telling Lies, over onder meer veiligheid, surveillance en privacy. Eerder dit jaar werd er de vijfde editie van het Glitch Festival gehouden, samengesteld door Matthew Nevin en Ciara Scanlan. Wat vooral opvalt bij Rua Red is hoe compact Dublins kunstwereld eigenlijk is: McAree was eerder oprichter van het (tijdelijk?) ter ziele gegane initiatief FLOOD, en Nevin en Scanlan zijn de oprichters en leiders van MART.

Recente artikelen