metropolis m

Informele economie
Een beknopt overzicht

In de kunstwereld is veel aandacht voor informele economieën. Nadat Witte de With deze zomer al The End of Money presenteerde en in Stroom een dependance van Time/Bank van e-flux is gevestigd, opent SMBA de tentoonstelling Informality, met een selectie internationale kunstenaars die het thema van verschillende kanten belichten. Een korte verkenning van het onderwerp.

Smokkel en zwarte markt

De informele economie omvat alle vormen van werk en economische activiteit die niet geregistreerd zijn en die zich onttrekken aan toezicht van de overheid (en belastingdienst). De informele economie is omvangrijk. In sommige landen (met name in Afrika, ten zuiden van de Sahara) maakt zij tot wel 90% van de totale economie uit. In Nederland is ze door het vele toezicht aanzienlijk kleiner, maar nog steeds substantieel. Informele economieën zijn vaak uit noodzaak geboren: omdat de staat corrupt is, het geld niets (meer) waard is door extreme inflatie, of omdat de bureaucratie van zo’n niveau is dat je er via officiële weg niet doorheen komt. Maar er wordt ook vrijwillig of als politieke daad informeel gehandeld, als tegengif voor het kapitalisme of als verzet tegen onderdrukkende regimes. En natuurlijk is het soms ook gewoon makkelijker om iets via informele weg te doen. De meest voorkomende vormen van informele economie zijn smokkel en de zwarte markt.

Gift

De interesse van de kunstwereld voor informele economieën is niet nieuw. Het Situationisme en relational aesthetics zijn bijvoorbeeld sterk beïnvloed door De Gift (oorspronkelijke titel Essai sur le don, 1924) van de Franse socioloog Marcel Mauss. The Gift wordt steevast aangehaald wanneer informele economieën worden besproken. Mauss analyseerde de geefcultuur van verschillende stammen en primitieve samenlevingen en bestreed het naïeve idee dat er zoiets bestaat als onbaatzuchtig geven of ruilen. Mauss beschrijft hoe geven impliciet een tegenprestatie behelst, hoe we altijd iets terug verwachten, hopen dat mensen beter van ons zullen denken, hoe we onze status hopen te verbeteren, willen tonen dat we rijk zijn of op Gods gratie hopen. Mauss geloofde dat geven, ruilen en delen het sociale weefsel waren waarop samenlevingen zich organiseren en orde bewaren. Hij betreurde dat het kapitalisme de geefcultuur deels kapot had gemaakt. Het hechte systeem van direct geven, hand om hand ruilen en de persoonlijke dienst en wederdienst is in het kapitalisme vervangen door een systeem van productie en consumptie waarbij maker en koper elkaar niet meer ontmoeten. Sporen van een geefcultuur en wederkerigheid vindt Mauss nog wel in de kunsten of bijvoorbeeld in het systeem van sociale zekerheid. Hij bepleit dat we, net als oude samenlevingen, weer de vreugde terugvinden van het publieke geven. Een beter moment om Mauss te herlezen is er bijna niet.

Potlatch

Veel kunstenaars (met Rirkrit Tiravanija als meest voor de hand liggende voorbeeld) omarmen het idee van ‘de potlatch’, dat Mauss uitgebreid behandelt. Ze maken het onderdeel van hun kunstpraktijk of gebruiken het als voorbeeld. De potlatch was een verbroederend en genereus ritueel onder Noord-Amerikaanse indianen, waarbij rivaliserende stammen samen aten en elkaar cadeaus gaven (zoals vrouwen en slaven). Het was ook een zeer competitief en vaak wreed gebeuren, waarbij de rivaliserende stam ertoe verplicht werd om het aangeboden festijn (inclusief slachten en vermoorden) de volgende keer dubbel en dik over te doen. Tit for tat.

Barter

Ruilhandel of barter is een andere component van de informele economie waar ook kunstenaars vaak gebruik van maken. Zo zijn er bijvoorbeeld ruilsystemen specifiek gericht op de kunstwereld. Het Belgische Truc Troc maakt al jaren ruilen met kunstenaars mogelijk. Op de website worden succesvolle deals gepubliceerd. Meest recent? Een schilderij van Eric Adam tegen een week in een penthouse in Knokke. Behalve dat het praktisch is, kan ruilen ook de inzet zijn van kunstprojecten, als een manier om bijvoorbeeld persoonlijke verhalen en objecten te verzamelen. Nest in Den Haag organiseerde laatst Fitax 500, een kunstbeurs. Matthijs de Bruine en José Antonio Vega Macotela, beiden te zien in Informality, verzamelen persoonlijke verhalen, objecten en kunstwerken in ruil voor respectievelijk een cd en wisselende wederdiensten. Ben Kinmont, recent bij het Amsterdamse Kunstverein te zien, waste voor je af in ruil voor je verhaal. En dat is maar een fractie van de vele manieren waarop ruilen wordt gebruikt door kunstenaars. Buiten de kunstwereld ruilen we simpelweg ‘onder ons’ of doen we dat georganiseerd via de wereldwijde LETS (Local Exchange Trade System) ruilkringen.

Autarkie

Atelier Van Lieshout stichtte in 2001 zijn eigen staat: AVL – Ville. De gemeenschap was zelfvoorzienend, had een eigen grondwet en er was zelfs eigen geld in de maak. Na negen maanden riep de gemeente Rotterdam het project een halt toe. AVL – Ville was autarkisch, zelfvoorzienend en regelde de zaakjes buiten de staat of andere formele structuren om. Autarkie is het streven om, al dan niet in economische zin, zo min mogelijk afhankelijk te zijn van anderen. De grens tussen legaal en illegaal is vaak erg dun in het informele circuit. Zo is het autarkische Sealand, een minuscule natie op een marineplatform in de zee bij Engeland, de plek bij uitstek waarlangs illegale activiteiten (belastingontduiking, louche online praktijken) kunnen worden gekanaliseerd.

Druk je eigen geld

Zelfredzaamheid en minder afhankelijk worden van een wankel economisch systeem kan ook door alternatieve of complementaire valuta uit te brengen. In Nederland zijn er alternatieve valuta zoals de Qoin of de niet langer actieve Bijlmer Euro en de Gelre. Internationaal heb je bijvoorbeeld de Bitcoin die uit de open source community voortkomt. De kunstwereld heeft sinds kort een eigen Time/Bank [zie Metropolis M No1–2011] waarbij tijd als valuta wordt gebruikt. Kunstenaars als Dadara met zijn Exchanghibition Bank of WolfRam met zijn project No-Euro-Bank parodiëren onze ideeën van waarde en geld. Het NRC publiceerde onlangs een overzicht van de voordelen van alternatieve munteenheden (minder uitbuiting, gelijkwaardiger, schoner), zoals de Amerikaanse BerkShares en Ithaca Hours. Zelf valuta introduceren is uiteraard niet nieuw. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) zouden meer dan 7.000 valuta in omloop zijn geweest, bij gebrek aan een betrouwbare nationale munt. Van de kapper en bakker tot bedrijven en overheden: iedereen had zijn eigen waardesysteem.

Online

Het internet heeft zelfredzaamheid en informaliteit een enorme boost gegeven. Online gemeenschappen hebben veel formele functies overgenomen. Via user forums zoeken steeds meer mensen naar antwoorden op hun vragen en leunen daarmee eerder op gebruikers dan op officiële instanties. Als de warmteketel in je huis aangeeft dat er een ionisatiestoring is, zoek je op wat dat is en hoe anderen het hebben opgelost. Na tien minuten blijkt dat jouw type ketel gevoelig is voor hoe de stekker in het stopcontact zit. Even de stekker omdraaien en er is weer warm water. Gratis, snel, zonder de vertragende lagen van de bureaucratie en het formele circuit. Richard Barbrook, die wordt omschreven als ‘criticus van de neoliberale cyber-elite’, ziet echter meer mogelijkheden voor het internet dan bovengenoemd voorbeeld, dat zich afspeelt op het niveau van consumenten en gebruikers. Hij beschouwt het internet als een platform voor een oprechte geefeconomie, als de plek waar het nooit gerealiseerde ideaal van het ‘anarchocommunisme’ (dat de afschaffing van staat, markt, geld, privébezit en kapitalisme voorstaat) zich kan voltrekken.

Maaike Lauwaert is programmamaker beeldende kunst bij Stroom Den Haag en schrijft over hedendaagse kunst

Informality: Kunst, economie, precariteitSMBA, Amsterdam

14 augustus t/m 2 oktober

Maaike Lauwaert

Recente artikelen