metropolis m

In de kunstwereld, waar bijna alles een marktwaarde heeft, staat het behoud van kunstwerken centraal. Toch zijn er tal van voorbeelden van kunstwerken, die na verloop van tijd, om wat voor reden dan ook, zijn verdwenen. Het kan gaan om werken die uit vergankelijke materialen bestonden, of die door de kunstenaar zelf vernietigd zijn. Kunst kan zoek zijn geraakt of zijn verdwenen na diefstal, vandalisme, moedwillig iconoclasme, natuurrampen of de tragische gevolgen van een oorlog. Wat dan overblijft, zijn de verhalen en af en toe foto’s van de verloren geraakte kunst, die zich laten lezen als een mysterie uit een detectiveroman.

Binnen en buiten de kunstwereld wordt hier met verhoogde interesse naar gekeken. De media smullen van verhalen over gestolen of vernielde kunstwerken. Denk aan de indexen van gestolen kunst die zijn opgesteld door de FBI, of aan de recente, weerzinwekkende vernielingen van antieke sculpturen door IS-strijders in Irak. Of neem de geschiedenis van de creatieve ‘restauratie’ van het negentiende-eeuwse fresco Ecce homo van Elías García Martínez door Cecilia Giménez. Het door de amateur schilder onherkenbaar ‘gerestaureerde’ werk kreeg de bijnaam ‘Beast Jesus’ en werd een ware internethype, die het kleine Spaanse dorpje Borja geen windeieren heeft gelegd. Er komen nog altijd horden toeristen op af.

In de kunstwereld wordt er de laatste tijd ook veel aandacht besteed aan verloren geraakte, dan wel vernietigde kunst. Het Tate lanceerde in 2012 de website Gallery of Lost Art, waarin tien verschillende categorieën van gestolen, vernietigde, niet gerealiseerde en verdwenen kunst werden opgenomen. De website gaf het idee van een soort onopgeloste cold cases, en verdween – hoe ironisch – zelf na een jaar van het web. Het onderzoek leeft nu enkel voort in boekvorm. In New York richtte de kunstenaar Elka Krajewska The Salvage Art Institute op, dat zich bezighoudt met een inventarisatie van verloren kunst, in samenwerking met een verzekeringsmaatschappij. Een Nederlandse tegenhanger van het Salvage Art Institute is Stichting Onterfd Goed, een organisatie die zich ontfermd over afgestoten museale collecties door er nieuwe zichtbaarheid aan te geven.

Het zijn symptomen van een wereld die geobsedeerd is door verlies. Het gehele leven wordt momenteel gemusealiseerd, opgeslagen, bewaard. Dat blijkt echter geen garantie op behoud te geven. Veel van wat in collecties en verzamelingen wordt opgeslagen, verdwijnt voorgoed uit zicht, als het überhaupt op enig moment al zichtbaar is geweest. En zo zijn er, met de groei aan archieven en musea, ook steeds meer organisaties die zich inzetten om dat wat gemusealiseerd maar onzichtbaar is weer voor het voetlicht te krijgen. Twee jaar geleden gebeurde dat op grote schaal tijdens The Encyclopaedic Palace, de centrale tentoonstelling op de Biënnale van Venetië. Op initiatief van curator Massimiliano Gioni bood de tentoonstelling een correctie op het gangbare museumwezen, door dwars daartegenin de tot dan onzichtbare buitenstaander te tonen: outsiderkunst. Niet toevallig waren het allemaal verbeeldingen van het totaal aan beschikbare kennis op de wereld, het complete archief als een voorstelbaar geachte kennisutopie. Er zijn meer van dit soort reconstructies op het gangbare museumbeleid, ook in Nederland. Bijvoorbeeld de DWDD-tentoonstelling liet BN’ers schatgraven in de depots van musea, zoeken naar vergeten meesterwerken.

Ook onder kunstenaars zijn er schatdelvers te vinden die opkomen voor dat wat uit het zicht is verdwenen of compleet is vernietigd. De kunstenaar Pierre Bismuth heeft onlangs een crowdfunding gestart om zijn zoektocht te financieren naar een rots van hars (met de naam Rocky II) gemaakt door Ed Rusha in 1979 ergens in een woestijn in Californië. Niemand weet of het kunstwerk echt bestaan heeft, of nog bestaat, en de enige die het weet, Rusha, wil het niet zeggen.

Wat verklaart deze interesse? Er heerst kennelijk angst onder kunstenaars en het publiek voor het feit dat kunst niet voor eeuwig is. Niets is meer waardevast. Zelfs een museum biedt slechts uitstel van executie. In plaats van dat tegen te gaan, spelen sommige kunstenaars zelf met dit idee. Zoals de kunstenaar Patrick Brill, beter bekend als Bob en Roberta Smith, die recent in MoMA PS1 onder de naam Art Amnesty iedereen heeft uitgenodigd om een eigen kunstwerk in te dienen op voorwaarde dat de werken na vertoning onmiddellijk weggegooid of vernietigd konden worden.

De film Les statues meurent aussi (Sculpturen gaan ook dood) van Chris Marker en Alain Resnais (1952) begint met de woorden; ‘When men are dead, they enter into History. When statues are death, they enter into art. This botany of death is what we call culture. That’s because the society of statues is mortal. One day, their faces of stone crumble and fall to earth. A civilization leaves behind itself these mutilated traces, like the pebbles dropped by Petit Poucet.’ In lijn met deze woorden kun je stellen dat de herwaardering van verloren kunstwerken ook de acceptatie van het lot van kunst betekent, en van ons, van de mensheid. De omarming van verloren kunst dient op die manier als een bezegeling ervan. Opdat we maar niet vergeten dat we vergeten.

Julia Geerlings

Recente artikelen