Innovatie in India
Innovatie in India
Interview over DoorsEast met John Thackara
Sinds 1993 staat Doors of Perception met zijn beroemde conferenties aan het front van nieuwe ontwikkelingen in design en innovatie, waarbij de nadruk ligt op het ontwerp van informatie- en communicatietechnologie. De afgelopen jaren heeft de interesse van Doors zich in toenemende mate verplaatst naar India. Begin december vond in Bangalore de tweede DoorsEast plaats. Voor hij naar India vertrok, had Arie Altena een kort interview met John Thackara, designcriticus en grote aanjager van Doors of Perception.
In je redactioneel voor DoorsEast schrijf je dat India ons veel te leren heeft over ‘shared models of communication’, en over het gebruik van en het betalen voor netwerken en diensten. Wat bedoel je daarmee?
‘Susantha Goonatalike schrijft in een fascinerend boek, Toward a Global Science, Mining Civilizational Knowledge, dat de Zuidoost-Aziatische traditie, zoals het boeddhisme, veel vruchtbare ideeën en sterke metaforen biedt om na te denken over tijd en systemen. Dat is zo’n beetje de theoretische achtergrond van DoorsEast. Maar voor ons ligt de nadruk vooral op het pragmatische, op verhalen over design. Wij zullen in Bangalore verschillende scenario’s vergelijken waarin gebruik gemaakt wordt van onder andere gelokaliseerde informatie (GIS, GPS), unit-to-unit zendverbindingen, audio-messaging, tekst-naar-spraak, WiFi en andere innovatieve ideeën. Daaronder ook instrumenten en methodes die lokale kennis in kaart brengen. In India zijn veel nieuwe manieren voor het gebruik van netwerken en diensten bedacht. India is een land waarin mensen niet altijd als een kostenfactor in het productieproces worden beschouwd, zoals in het Westen (wat P.M., de auteur van bolo bolo, een boekje waarin een betere maatschappijvorm beschreven wordt, mis-ontwikkelde landen noemt). En India, waar een vijfde van de wereldbevolking woont, is een goede plek om uit te zoeken hoe je diensten moet ontwikkelen waarvan meer in plaats van minder mensen gebruik maken.
Een voorbeeld is het gebruik van mobiele telefoons voor riksja-rijders, onderzocht door het Center for Knowledge Societies (CKS). De manier waarop technologie gebruikt wordt is het resultaat van de sociale relaties van de gebruiker. CKS brengt die relaties in kaart met gebruik van video, cartografie en diagrammen. In veel Indiase steden onderhouden riksja-chauffeurs nauwe relaties met hun vaste klanten, bijvoorbeeld een forens die vlakbij hen woont. Ze vormen ook soms carpools voor schoolkinderen, zetten hen af bij school, of bij huis, terwijl hun ouders werken. Sommige van de riksja- chauffeurs wisselen hun mobiele nummers uit met hun vaste klanten en kunnen zo extra diensten verlenen zoals een op- en afhaalrooster, of het thuisbezorgen van boodschappen. Een enkeling biedt de klanten zelfs het gratis gebruik van de eigen mobiele telefoon. In Bangalore worden de riksja-chauffeurs vaak gezien als een gevaar op de weg, als oplichters en milieuvervuilers, maar door hun gebruik van de mobiele telefoon lijkt er verandering in dit beeld te komen.
Een ander project dat we hopen te ontwikkelen heeft te maken met melk. Tachtig miljoen vrouwen in India bezitten een of twee koeien. Ze houden vaak melk over. Negentig procent van de Indiase melkproductie wordt niet gepasteuriseerd en kan dus niet verhandeld worden. De melkcoöperatie Amul bereikt tien procent van de dorpen in India en voorziet hen van kennis en expertise. Amul is klaar om het internet te gaan gebruiken om uit te breiden. Zij willen ook hun fysieke netwerk gebruiken om kennis door te geven. In sommige streken ondersteunen ze al de gezondheidszorg en het onderwijs op een lokaal niveau. Betere communicatie, die meelift op de fysieke distributie van goederen (zoals melk) in vrachtwagens en treinen, kan de distributie van kennis intensiveren.’
We weten dat India goede programmeurs voortbrengt, maar wat is in het algemeen de situatie met betrekking tot internet en mobiele telefonie? Is er bijvoorbeeld een weblogscene?
‘Mijn ervaring is dat buiten de bedrijfswereld zo’n beetje alles wat wij kennen, zoals bloggen, ook daar gebeurt. Maar vaak weet je er niets van. Sommige dingen in India zijn vreemd en wellicht een grap ten koste van de gebruiker. Ik las een artikel van Ashlee Vance in The Standard dat je je voor 51 roepies (1 euro) kunt abonneren op een dienst van BPL-mobile ‘om de lange rijen voor de tempel te vermijden door Ganesh een SMS te sturen’. Het wekt de schijn dat het nogal veel tijd kost om op een spiritueel niveau in contact te treden met de godheid, tenzij je abonnee bent bij BPL-mobile. Alleen dan kun je namelijk SMS-gebed sturen die tijdens het jaarlijkse festival in een populaire tempel in Bombay wordt gereciteerd.’
Wat is het belang van het lokale? Kun je inderdaad alleen dan diensten goed ontwikkelen wanneer je in nauw contact staat met de lokale context?
‘De designtheoreticus Ezio Manzini hoopt dat India direct kan doorstoten naar geavanceerde en duurzame systemen van productie en consumptie. De rest zal volgen. Hij noemt dit de kikvors-hypothese. Duurzame productie hangt voor een groot deel af van diensten en producten die lokaal gemaakt en geleverd worden. Mobiele telefonie, e-mail en chatrooms kunnen de relaties tussen mensen versterken en hen toegang geven tot interesse- of werkgemeenschappen op buurtniveau.’
Je zegt ergens dat goede technologie mensen meer bij hun leven en elkaar betrekt. Kun je daar een voorbeeld van geven?
‘Tijdens de eerste DoorsEast hebben we een workshop gedaan met de Self Employed Womens Association (Sewa). Sewa helpt de economische en sociale positie van werkende vrouwen, van kleermaaksters en vuilnisverzamelaars tot handkarrijders en rollers van wierookstokjes, te verbeteren. Veel van die vrouwen verdienen ontzettend weinig, terwijl ze wel de broodwinners van een familie zijn. Sewa probeert ervoor te zorgen dat deze vrouwen meer voor zichzelf overhouden door de directe communicatie tussen hen onderling en met hun klanten te verbeteren. Het ontwerpen van nieuwe diensten en infrastructuren, met behulp van ICT, kan daarvoor zorgen.’
Wat moet er veranderen in onze omgang met technologie?
‘We bevinden ons in een overgang naar een post-spectaculaire, post-massacultuur. Onze steden zullen vanaf nu beoordeeld worden op hun capaciteit om samenwerking, ontmoetingen, intimiteit en werk te koesteren. We moeten media beschouwen als middelen om iets te doen, vooral het verbinden van mensen, en niet als doel op zichzelf.’
Hoe verhoudt DoorsEast zich tot het onderzoek dat gedaan wordt door de mensen rond Sarai en het Raqs Media Collective in India?
‘We zijn op de hoogte van het werk van Sarai, maar hebben tot nu toe nog niet samengewerkt. We leggen een parallel traject af. Bij ons ligt de nadruk meer op het ontwerpen van diensten voor ICT-platforms. Onze workshops gebruiken de kennis van gerealiseerde projecten als basis om nieuwe manier van leven te ontwikkelen waarbij ICT-diensten een ondersteunende rol spelen. Wij werken meer samen met ontwerpers van diensten en lokale gemeenschappen dan met mediatheoretici en activisten. Dat is een onderscheid met Sarai en het Raqs Media Collective.’
Wat heeft Doors geleerd in de uitwisseling met India?
‘Ik zie ‘media’ nu in de Indiase context, in de context van een vierduizend jaar oude cultuur met dertig officiële talen, 1800 dialecten, 700.000 dorpen en een miljard mensen. Onze volgende stap is uitvinden wat van die kennis in het Westen toe te passen is.’
Kun je je een DoorsSouth voorstellen, bijvoorbeeld eentje in Kenia, waar men ook een verschillende omgang met tijd en waarde kent?
‘Dat zou fascinerend zijn. Als je eenmaal begint te kijken dan blijken er oneindig veel alternatieven voor je eigen denkwijze te bestaan. In zekere zin ben ik het wel eens met de visie van P.M. in bolo bolo dat we in een mis-ontwikkelde maatschappij leven en niet in een geavanceerde. Dat betekent niet dat Afrikaanse of Indiase culturen beter zijn. Onze contexten verschillen weliswaar dramatisch, maar we staan in Europa en India voor hetzelfde innovatiedilemma: het uitvinden van de nieuwe behoeftes waarop nieuwe technologie, die hoe dan ook komt, het antwoord kan zijn. DoorsEast gaat daarom over innovatie en de creatie van waarde door samen te werken, in vele richtingen.’
DoorsEast 2003, Bangalore
DoorsEast 2003, Bangalore
11 en 12 december 2003
11 en 12 december 2003
Arie Altena
schrijft over kunst en technologie, werkt voor V2_ Lab voor de instabiele media en Sonic Acts