metropolis m

De kunstscene in Jerevan in Armenië is klein en arm. Afgezien van enkele grote privémusea is er nauwelijks enige infrastructuur voor de kunstenaars. De overheid doet hoegenaamd niets. Kunstenaars zijn van elkaar afhankelijk bij het organiseren van tentoonstellingen.

Jaren geleden heb ik eens een Armeense vriend van een vriend ontmoet in een Londense pub. Tot dan was Armenië voor mij niet meer dan de naam van een land dat ergens tussen Oost-Europa en Rusland lag. Mijn nieuwsgierigheid werd aangewakkerd toen ik me in de historische rijkdom en de politieke complexiteit van het land begon te verdiepen. Ik nam me voor het land eens te bezoeken.

De bijdrage van Armenië aan de Biënnale van Venetië in 2015 deed mijn interesse verder groeien. Het paviljoen herdacht de honderdste verjaardag van de genocide. De presentatie Armenity ontving de Gouden Leeuw voor het beste nationale paviljoen. Curator Adelina Cüberyan von Fürstenberg (geboren in Istanbul, woont en werkt in Zwitserland, Italië, Frankrijk en Brazilië) richtte zich op de diaspora, met werk van Armeense kunstenaars uit onder andere Syrië, Canada, Duitsland, Italië, Finland, Brazilië, België en het Verenigd Koninkrijk.

In april vloog ik via Moskou naar de Armeense hoofdstad Jerevan. Bij aankomst leek de overweldigende aanwezigheid van uit de Sovjettijd stammende architectuur de hele structuur van de stad te bepalen; van het grote, imposante centrale plein dat wordt geflankeerd door enorme openbare gebouwen tot de eindeloos eenvormige, bouwvallige sociale woonblokken. In Jerevan zijn verschillende grote culturele instellingen te vinden, zoals het Nationaal Museum, de Matenadaran (ook wel Mesrop Mashtots-instituut voor oude handschriften genoemd), het Museum voor Moderne Kunst, het Naregatsi Kunstinstituut, het Martiros Sarian Museum enzovoorts. Iets minder mainstream maar het interessants is het Sergei Paradjonov Museum waar diens werk uit de Sovjetperiode wordt gepresenteerd. Het wordt getoond op de plek waar Paradjanov vroeger woonde en behelst niet alleen zijn films maar ook tekeningen, poppen, collages en libretto’s, die hij maakte tijdens zijn jaren in de gevangenis.

Het Cafesjian Kunstmuseum opende in 2009 zijn deuren en bevindt zich bovenaan de bijzondere, maar opzichtige Cascade. Deze enorme stenen trap lijkt op een hedendaagse piramide die een beeldentuin verbindt met de top van de heuvel waar een Sovjetstandbeeld staat. Van bovenaf heeft men een prachtig uitzicht over de stad. De voltooiing van de Cascade (die werd ontworpen in de jaren dertig) werd gefinancierd door de inmiddels overleden Armeens-Amerikaanse zakenman Gerard Cafesjian, in ruil voor toestemming om er een gebouw voor zijn privécollectie neer te mogen zetten. Het Cafesjian Kunstmuseum heeft de Armeense kunstscene ontegenzeggelijk een boost gegeven. Het publiek kreeg de mogelijkheid om werk te zien dat buiten Armenië is gemaakt, iets dat zeldzaam was tijdens de Sovjetperiode. Het museum wordt compleet gefinancierd door Cafesjians kunststichting en draagt duidelijk de stempel van zijn smaak, maar zonder deze financiële steun zou de toekomst van de plek onzeker zijn.

Iedereen die in de kunstwereld werkt, kent het probleem van het tekort aan financiële ondersteuning, maar in Armenië krijgt dit probleem nieuwe betekenis. Met de slechte economie en met een regering die ogenschijnlijk weinig of geen waarde hecht aan hedendaagse kunst moet het handjevol kunstorganisaties en -initiatieven hard vechten om te kunnen overleven. Het aantal commerciële galeries in Jerevan is laag en ze richten zich allemaal op de verkoop van kunst die tegemoet komt aan de lokale smaak (religieuze, figuratieve en soms modernistische schilderijen en beeldhouwwerken). Hedendaagse kunstenaars die meer avant-gardistisch werk maken kunnen niet rekenen op ondersteuning vanuit de commerciële sector.

De Armenia Center for Contemporary and Experiment Arts (ACCEA) is de grootste hedendaagse kunstruimte in het land, maar wordt geheel privaat gefinancierd. Sonia en Edward Balassanian richtten het ACCEA in 1992 op ter stimulering van de dynamische en experimentele kunstscene. De instelling opereert als een platform voor kunstenaars, schrijvers en curators, dat ze gelegenheid biedt om werk te maken en om in contact te komen met het internationale speelveld. De onopvallende entree, die verstopt zit achter marktkraampjes waar kant, tapijten en goedkoop antiek verkocht worden, ontdoet de instelling van het prestige dat veel van de openbare complexen in Jerevan uitstralen. Er worden per jaar ongeveer tien solo- en groepstentoonstellingen georganiseerd door een klein maar energiek team.

Het Armenian Institute of Contemporary Arts (AICA) is een andere organisatie die een belangrijke rol speelt in het behoud en de ontwikkeling van een progressieve kunstscene in Armenië. Oprichter Nazareth Karoyan maakte in de jaren zeventig deel uit van het subversieve Armeense kunstcollectief Black Square. AICA is gevestigd in een kleine ruimte aan de rand van de stad, gelegen aan een stoffige weg naast eenvoudige huizen. Het is enigszins vervallen maar heeft meer charme dan de imposante Sovjetwoonblokken die overal in de stad te vinden zijn. AICA is ‘een instituut voor onderwijs, onderzoek en productie’, en beheert de Critical and Curatorial Studies school, de enige experimentele kunstopleiding in Armenië. Met de actieve betrokkenheid van theoretici, curators, schrijvers en kunstenaars richt het zich op zowel de theoretische als de praktische aspecten van de kunstproductie. Het speelt een belangrijke rol in de bloei van de culturele economie van Armenië.

Aan het eind van mijn verblijf in Jerevan ontmoet ik de criticus, onderzoeker en curator Susanna Gyulamiryan, een actieve speler in de Armeense kunstwereld. In 2007 richtte ze Art and Cultural Studies Laboratory (ACSL) op. ACSL speelt ook een zeer activerende rol in de hedendaagse kunstpraktijk, met onderzoeksprojecten, evenementen en tentoonstellingen. Het residencyprogramma Art Commune, opgericht in 2008, nodigt internationale kunstenaars uit om zich onder te dompelen in de culturele, sociale en politieke omgeving van Armenië. Gyulamiryan legt uit hoe de rol van de hedendaagse kunst in Armenië voortdurend wordt bevraagd en hoe het ernaar streeft om de reeks van eindeloze sociale onrechtvaardigheden, zowel in heden als verleden, te bevechten.

Veel Armeense kunstenaars en curators delen elkaars zorgen bij hun pogingen het hoofd te bieden aan de problemen in dit land. Zoals het kunstenaarscollectief Art Laboratory, dat provocerende evenementen organiseert waarbij het subversieve theoretische denken in de praktijk wordt gebracht. Wat opvalt aan de activiteiten van Art Laboratory is dat ze zijn gebaseerd op het principe van ‘symmetrische verantwoordelijkheid’; een poging om de subjectiviteit van kunstenaars te overbruggen door elkaar te helpen, in plaats van de gebruikelijke wederzijdse uitsluiting en rivaliteit. De leden van de groep gebruiken bij het werk niet hun eigen naam en benadrukken juist de collectieve inspanningen.

Er zijn nog een paar andere actieve kleine en onafhankelijke kunstprojecten, zoals Studio 20 en Suburb Cultural Center, die elk een zeer open karakter hebben. Ook AJZ is het vermelden waard. Het werd in eerste instantie opgericht met het doel om de artistieke en tentoonstellingspraktijk ruimte te geven, die de afgelopen vijftien jaar heeft plaatsgemaakt voor mainstreamentertainment – op het moment van schrijven lijkt AJZ echter alweer te zijn gestopt. Zonder voldoende financiële steun is de ontwikkeling of het behoud van een artistieke praktijk in Armenië lastig. De frequente opkomst van nieuwe initiatieven is echter een duidelijk teken van de veerkrachtige onderstroom van kunstenaars en curators die vechten om bij te dragen aan de hedendaagse cultuur en die werk maken dat ertoe doet.

 

Uit het Engels vertaald door Loes van Beuningen

 

http://www.cmf.am

http://aica.am

http://studio20.am

http://suburb.am

http://ajzspace.org

Alice Ladenburg

is kunstenaar

Recente artikelen