metropolis m

Katrina Palmer profileert zich als een beeldhouwer zonder gematerialiseerde sculptuur. Haar objecten vormen zich in de ruimte van de geest, op grond van geluiden, gesproken en geschreven verhalen, woorden en observaties. In Engeland geldt de laatbloeier als een van de grote talenten van haar generatie.

 

The Weight of Data, onderdeel van Tate Britains serie Art Now, toont het werk van de vier opkomende, in Groot-Brittannië werkende kunstenaars Eloise Hawser, Katrina Palmer, Charlotte Prodger en Yuri Pattison, wier werk zich tussen het virtuele en het fysieke ophoudt. Palmer, geboren in 1967, is de oudste van deze nieuwe lichting kunstenaars en ging pas als dertiger naar de kunstacademie. Haar werk is geworteld in de taal; een originele benadering van de beeldhouwkunst, die haar ongewone carrière weerspiegelt.

Palmer studeerde literatuur en filosofie voordat ze zo’n tien jaar bij uitgeverij Penguin werkte. Tijdens die periode nam ze beeldhouwles en boetseerde ze kleine figuren en objecten van klei. Een van haar docenten moedigde haar aan om zich aan te melden voor de kunstacademie met haar kleiwerken als portfolio. Ze werd aangenomen op Central Saint Martins, volgde een master beeldhouwkunst aan de Royal College of Art en voltooide een PhD onder begeleiding van Keith Wilson en Elizabeth Price. Price selecteerde Palmer voor ArtReviews Future Greats in 2013 en bleek een vooruitziende blik te hebben: Palmers kunstcarrière nam een enorme vlucht dat jaar met groeps- en solotentoonstellingen, waaronder bij Chisenhale Gallery en MOT International. Ook werd ze gekozen uit 1500 voorstellen voor de prestigieuze open call van Artangel en BBC Radio 4.

Daarmee won ze een residency op het eiland Portland in Dorset. Het verblijf resulteerde in drie projecten; The Loss Adjusters, een installatie en wandelroute met audio op het eiland van 28 april tot 30 augustus, The Quarryman’s Daughters, een uitzending op 5 mei op BBC Radio 4, en End Matter, een boek met zwart-witfoto’s en teksten gemaakt tijdens de residency dat uitgegeven wordt door Book Works. Book Works gaf ook haar eerdere fictiewerken The Dark Object (2010) en The Fabricator’s Tale (2014) uit, verzamelingen korte verhalen en teksten waarvan sommige zijn opgenomen en live zijn voorgelezen door Palmer. End Matter moet niet gezien worden als een afzonderlijke uitgave. Het maakt deel uit van het project voor Artangel en BBC Radio 4, samen met de installatie, de wandelroute en de radio-uitzending.

De dreigende aard van het project is te danken aan de omgeving van Portland, een griezelig landschap, uitgehouwen en gevormd door generaties van steenhouwers. Op het eiland stond een justitiële jeugdinrichting waarvan de gevangenen in de steengroeves werkten. Portland is ook een schiereiland dat middels een onoverbrugbare landengte verbonden is met de fossielrijke kust van Dorset. Het vreemde, uitgeholde landschap, met zijn leegtes, negatieve ruimte, materialiteit en textuur, past perfect bij de sculpturale interesses van de kunstenaar.

De beste manier om het werk van Palmer te ervaren is uiteraard in situ. De bezoekers die tussen eind april en eind augustus op Portland waren kregen een kaart van de wandeling, een MP3-speler en instructies over waar te beginnen met het afspelen van de drie afzonderlijke tracks, elk tussen de tien en dertien minuten lang. De tracks bevatten verhalende fragmenten van de tekst geschreven door Palmer tijdens haar residency in Portland, voorgelezen door professionele acteurs en de kunstenaar zelf en vergezeld door een soundtrack van geluidsopnames uit het landschap, melodramatische muziek en zingende steenhouwers. Veel van deze geluiden gingen echter verloren door de wind en de pure opwinding over de wandeling, die bezoekers vanuit een muffe, slecht verlichte en minimaal ingericht kantoorruimte in Easton High Street meenam naar de open velden bezaaid met keien en naar smalle paden die langs ontmantelde steengroeven en een kerkhof lopen. Dit alles vakkundig verweven in het verhaal.

Voor Palmer is schrijven een vorm van maken. Hoewel ze tijdens haar bachelor en master nog dingen maakte op traditionele wijze, ontwikkelde ze tijdens haar studie aan de Royal College of Art een nieuwe manier van werken waarbij beeldhouwkunst een op taal gebaseerd onderzoek wordt. Zo schreef ze voor haar masterscriptie een gewelddadig stripverhaal waarin Slavoj Žižek een rol speelt, die ook terugkomt als figuur in The Dark Object. Addison Cole, de protagonist van het verhaal en de enige student aan The School of Sculpture Without Objects, is opgesloten in diens atelier om ‘een ruimte te scheppen waarin geschreven kan worden of een ruimte te schrijven waarin iets geschapen kan worden’. Ook overdenkt Addison ‘de relatie tussen sculptuur en fictie in het werk van kunstenaars als Ilja Kabakov, Elmgreen en Dragset, die architectonische structuren en fantasierijke werelden hebben gebouwd met objecten om scenario’s, verhalen en karakteriseringen uit te werken’.(1)

Palmers kunstpraktijk, waarin verhalen worden gepresenteerd binnen complexe installaties, is niet alleen verwant met die van Kabakov en het Scandinavische kunstenaarsduo, maar ook met Mike Nelsons ruimtelijke weergave van storytelling. ‘Er zit een duisterheid in zijn werk die ik erg waardeer’, zegt Palmer over diens werk. Lawrence Weiners gebruik van taal als sculpturaal medium kan ook gezien worden als voorloper. Remainder (2006) van Tom McCarthy is Palmers favoriete novelle en ligt het dichtst bij haar werk. De verteller, die tijdelijk geheugenverlies heeft opgelopen door een mysterieus ongeluk, houdt zich bezig met zorgvuldige re-enactments van herinneringen van scènes en interieurs uit zijn verleden. Palmer interpreteert ze als ‘sculpturale installaties in de vorm van een novelle’.

End Matter zinspeelt op een andere publicatie van Book Work, The Stumbling Block, Its Index (1990) van Brian Catling, een collega van Palmer op de Ruskin School of Art in Oxford waar ze lesgeeft. Het boek bestaat enkel uit diens index, als een prozagedicht dat probeert een ongrijpbaar object te beschrijven met een aantal definities. End Matter bestaat volledig uit postscriptums, nawoorden, appendices, addenda en dergelijke. Deze kanttekeningen zijn als de negatieve ruimte uit de beeldhouwkunst binnen een boek.

Archiefmateriaal en bureaucraten bevolken Palmers verhalen. The Dark Object gaat over Palmers ervaringen en ingewikkelde relatie met academies. Het bevat hoofdstukken als ‘Mission Statement’, ‘Abstract’, ‘Internal Memorandum’, ‘The Diagram’ en drie verschillende versies van ‘Rooms and Furnishings Inspectation Report’. De hoofdpersoon in The Fabricator’s Tale verzamelt op een obsessieve manier informatie over zijn prooi om haar te beheersen. Het personage in het verhaal Reality Flickers verzamelt afval en schrijft daar hele pagina’s vol over. Reality Flickers: Writing of Imagined Objects is ook de titel van Palmers doctoraalscriptie waarin ze het idee onderzoekt dat sculptuur uit het dagelijks leven kan worden gehaald; een gewone stoel wordt een kunstwerk op het moment dat het in een galerie wordt gepresenteerd.

Palmer is geïnteresseerd in hoe men het beeld van objecten in de geest krijgt en behoudt; dat is voor haar een sculpturale activiteit. Haar installaties voorzien echter ook in ontmoetingen met werkelijke objecten. Voor de boekpresentatie die in oktober 2014 in Flat Time House werd gehouden bouwde ze een muur in de tentoonstellingsruimte. In de muur zat een kleine gleuf waardoor bezoekers een tafel en stoelen konden zien tijdens het luisteren naar fragmenten uit het verhaal die werden voorgelezen door de auteur. Deze gekunstelde opzet werd ontworpen om de bezoekers het gevoel te geven indringers van een privéruimte te zijn.

Nauwgezet onderzoek ligt aan de basis van Palmers manier van werken als kunstenaar: ‘Ik zet breed in en breng veel tijd door met zoeken totdat ik overstelpt word met informatie, totdat ik iets vind dat als een katalysator en een springplank kan dienen voor een verhaal.’ In het geval van de commissie door Artangel en BBC Radio 4 vond Palmer een startpunt voor haar project in de lege kantoorruimte die ze aantrof in de hoofdstraat van Easton waar voorheen huisverzekeringsmakelaars gebruik van maakten. Ze betrok het appartement boven de ruimte en begon haar onderzoek. Toen ze op loss adjustment expense stuitte, een verzekeringstak die ingewikkelde schadeclaims onderzoekt, viel alles op zijn plek.

Het eerste deel van de audiotour The Loss Adjusters vindt plaats in het grauwe voormalige verzekeringskantoor waarboven Palmer heeft gewoond en waar ze het grootste deel van haar werk voor het project heeft voltooid. Het geeft inzicht in de collectieve mores en motivaties van dit spookachtige broederschap, die verder worden uitgewerkt in de introductie van End Matter. ‘De manier waarop ze loss adjustment interpreteerden is aanvankelijk bureaucratisch. Van de meer ervaren schade-experts wordt echter verwacht dat ze hun bevindingen uitwerken, om het referentiekader uit te breiden naar de para-academische arena. Vanaf dat punt wagen ze zich aan quasi-metafysische speculatie.’(2) Een team van vijf betrokken schade-experts, man en vrouw, verzamelt bewijs en probeert om, zowel conceptueel als fysiek, de schade die door het aanhoudende uithakken van Portlandsteen is geleden aan te pakken. De steen is namelijk geliefd bij architecten uit het gehele land, maar vooral uit de hoofdstad, waar de mooiste gebouwen met de grijs-witte kalksteen uit Portland zijn opgebouwd.

Katrina Palmer
The Henri Moore Foundation, Leeds
10.10 t/m 21.2.2016

(1) Katrina Palmer, The Dark Object, Londen: Book Works, 2010, p. 11

(2) Katrina Palmer, End Matter, Londen: Artangel/Book Works, 2015, p. 6

Agnieszka Gratza

Recente artikelen