Koninklijke routes
Koninklijke routes
Een interview met Sven Augustijnen
Onlangs presenteerde hij nog een krant, perfect gepresenteerd in de stijl van de Belgische krant De Tijd. De redactie sprak er schande van toen ze het katern ’s ochtend aantroffen in hun eigen krant, als was het een door hen gemaakte bijlage. Sven Augustijnen neemt een loopje met de waarheid, door zijn ficties voortdurend als documentaire te presenteren. En als het een keer geen fictie is wat wordt verteld, is het een handleiding om zelf dief te worden. Een gesprek met een hardnekkige leugenaar die zichzelf van geen kwaad bewust is.
Bedankt voor de uitnodiging voor het interview. En wat een toeval! Onze koning Albert II was vandaag op bezoek in jullie land! Ik kwam te weten dat Litouwen honderd jaar geleden ook een koninkrijk was en dat het groot was, van de Oostzee tot de Zwarte Zee! Het is waarschijnlijk niet bevorderlijk voor mijn carrière maar ik verdiep me momenteel heel erg in de geschiedenis van de Belgische Koninklijke familie. Daar is bijvoorbeeld Leopold I om mee te beginnen, de grondlegger van de dynastie, en met name zijn begrafenis was erg interessant. Of liever gezegd zijn begrafenissen. Eerst wilde hij bij zijn eerste vrouw, prinses Charlotte, begraven worden in de Saint Windsor kapel maar dat werd niet toegestaan vanwege zijn protestantse overtuiging en zijn relaties met de vrijmetselarij. Toen ze uiteindelijk besloten om hem in de oude kerk OLV van Laken te begraven ontzegde de katholieke geestelijkheid het stoffelijk overschot van de koning toegang tot de kerk. Hij had dus geen uiteindelijke bestemming. Ten slotte werd een compromis gevonden: er werd een opening in de muur gemaakt en de kist werd in de Koninklijke crypte van de kerk geschoven zodat hij niet door de hele kerk hoefde te worden gedragen. Later maakte men van buitenaf een ingang voor de Koninklijke crypte en vandaag de dag kun je er nog steeds op die manier komen zonder de kerk in te hoeven gaan. Maar laat ik stoppen, misschien heb jij ook interessante verhalen te vertellen over jullie koning voordat ik probeer om antwoord te geven op je vragen.’
Helaas werd onze koning Mindaugas vermoord voordat jullie eerste koning was geboren en omdat hij degene was die Litouwen had gekerstend waren er nog geen kerken om hem na zijn dood in onder te brengen. Maar er is een nationale feestdag op 6 juli. Laat me nu de eerste vraag stellen: heb je Jack Burnhams boek Beyond Modern Sculpture gelezen? Hij stelt dat we ons in een veranderingsproces bevinden van een op het object naar een systeem georiënteerde kunst.1
‘Ik heb dat boek niet gelezen. Misschien is er die verandering gaande en houdt ook de kunst zich daarmee bezig, maar mensen die bij de kunsthandel betrokken zijn houden het liever bij een object. Op de een of andere manier geeft dat hun een houvast. In laatste instantie geloven we dat een stuk hout of een doek veel meer is dan zijn materiële waarde. Zonder object zou de confrontatie met het feit dat er sprake is van een zekere mate van betovering of bekoring hun geloof vernietigen. Ik maakte bijvoorbeeld kort geleden een krant die PANORAMA heette en ik kreeg als commentaar waarom ik het niet op beter papier drukte omdat het nu lijkt of je er aardappelen op moet schillen.’ 2
Komt het in België veel voor dat aardappels op kranten worden geschild? Ik vind het een heel Broodthaersachtig beeld.
‘Ja, dat is heel normaal in België. Waarschijnlijk deed Broodthaers het ook. Per slot van rekening gebruikte hij heel algemeen gangbare en alledaagse Belgische gewoonten in zijn werk. We kunnen niet aan onze context of aard ontsnappen en waarom zouden we ook? Er is toch niets mis met het schillen van aardappels op een krant? Laat me het ontstaan van de krant PANORAMA verklaren. Ik woon vlakbij het Europarlement en het Wiertz Museum waarover Broodthaers schreef. Waarom zou ik op zoek gaan naar een fantastisch verhaal als ik er om de hoek een kan vinden? De krant vertelt hoe een handvol projectontwikkelaars een mythe creëerden over het bouwen van een Internationaal Congrescentrum in Brussel, dat als bij toeval vlakbij de Brusselse gebouw van het Europarlement zou worden gerealiseerd. Het kreeg de status van een gigantische parlementaire infrastructuur die op perfecte wijze tegemoet kwam aan de behoeften van het Europarlement. Dwars tegen alle Europese verdragen en overeenkomsten tussen de regeringen van Luxemburg, Frankrijk en België in werd driekwart van de activiteiten van het Europarlement binnen die infrastructuur ondergebracht en werd Brussel vervolgens de hoofdstad van Europa.’
Denk je niet dat de etnische schizofrenie van Brussel een perfecte afspiegeling is van de stand van zaken in Europa en dat de door winst bepaalde agenda van projectontwikkelaars dit alleen nog maar benadrukt (samen met wat Deleuze heeft geschreven over kapitalisme en schizofrenie)? Tussen twee haakjes, heb jij ooit werk gemaakt onder een andere naam? Kun je je voorstellen dat je werk van een andere kunstenaar maakt?
‘Brussel heeft op veel manieren gefungeerd als metafoor voor de stand van zaken in Europa en doet dat nog steeds. Een ervan is Manneke Pis, die meer dan 700 kostuums heeft! Wat betreft het maken van werk onder een andere naam: ik heb een keer subsidie aangevraagd onder de naam van een andere kunstenaar. Of dat nu toeval is of niet, achteraf zou je kunnen zeggen dat die kunstenaar geconstrueerd was in het domein van de etnische schizofrenie van Brussel waar je het over hebt. Toentertijd gaf ik de kunstenaar de identiteit van een “flamand franconisé”. Zijn overgrootvader was een Vlaamse arbeider die om economische redenen naar Brussel verhuisde zoals velen deden aan het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Frans spreken was voor hen een kwestie van overleven. En in de loop van de eeuw verleerden ze helaas hun moedertaal. Op grond van zijn Vlaamse afkomst en naam vroeg hij een paar subsidies aan.
En kreeg hij die?
‘Nee.’
Hoe werd jouw krant ontvangen door professionele journalisten? Als mijn informatie klopt werd hij gedrukt door en ingestoken bij DE TIJD, het equivalent van de Financial Times in België in een oplage van 50.000 exemplaren. Dezelfde hoeveelheid in het Frans en Engels werd gedistribueerd in het Europarlement en de Europese Commissie. Wat voor impact had dat?
‘Wat vaststaat is dat de redactie en de journalisten van DE TIJD spoedvergaderingen hielden op de dag waarop de krant uitkwam. Toen ze ’s ochtends op kantoor kwamen vonden ze in hun geliefde krant een heel nieuw katern waar ze niets van wisten. Zoals altijd in dit soort verhalen probeerden ze een zondebok te vinden maar zonder succes want de verantwoordelijke persoon maakte deel uit van de redactie. Dus besloten ze om het onder het tapijt te vegen. Ondertussen werd de krant ieder uur genoemd op het plaatselijke televisienieuws. Men raadde het publiek aan om de krant te kopen vanwege de interessante informatie over Brussel, de hoofdstad van Europa. De televisiejournalist maakte geen onderscheid tussen mijn bijdrage en de rest van de krant, waarschijnlijk omdat de lay-out precies hetzelfde was. Later, tijdens de nasleep van mijn krant, zocht een professionele journalist contact met de krant om door te vragen. Men kreeg als antwoord dat de rechten van het verhaal exclusief waren.’
Betekent dat dat je hoge vergoedingen ontving om je gedeisd te houden?
‘Geen commentaar.’
Kunnen jouw werken eigenlijk in een andere situatie door iemand anders opnieuw worden gemaakt?
‘Jij was toch degene die vroeg hoe je er zeker van kon zijn dat mijn film L’École des Pickpockets niet uit de zak van een andere kunstenaar gestolen was? Waarom zou het dan niet andersom kunnen?’
Ja, ik vroeg me inderdaad af hoe iemand er op grond van de thematiek van L’Ecole des Pickpockets (2000) – een film van 48 minuten en een ‘handleiding’ voor het stelen van allerlei waardevolle spullen uit iemands zak – zeker van kon zijn dat die niet uit de zak van een andere kunstenaar gestolen was en jij alleen degene was die hem onder jouw naam liet zien. Wat vonden de zakkenrollers die zichzelf speelden in de film trouwens van jouw werk?
‘Ik had ze uitgenodigd voor de première maar ze konden niet komen want ze hadden het te druk… Het publiek was er in ieder geval van overtuigd dat het met professionals te maken had. Toen de film afgelopen was, was het heel interessant om mensen de bioscoop uit te zien snellen. Hun hilariteit veranderde behoorlijk snel in kwetsbaarheid omdat de filmvertoning plaatsvond in een auditorium in een van de meest obscure metrostations van Brussel.’
Of het nu gaat over de choreografie van het zakkenrollen of over de onzichtbare kaart van de Koninklijke tuinen in Brussel die cruisers kennen (Le Guide du Parc, 2001), jouw werk houdt zich altijd bezig met de ongeschreven en onofficiële kennis die als een parallel universum bestaat aan het leven van alledag. Gewoonlijk manifesteert hij zich in onzichtbare structuren en daden en is alleen bekend bij een kleine groep insiders. Hoe kwam je daar voor het eerst in terecht?
‘Een van de plekken waar je in Brussel met zakkenrollers te maken kunt krijgen is de Beursschouwburg, het belangrijkste theater van Brussel. Dan word je zowel op straat als in de vleugels van het theater beroofd – ik spreek uit ervaring. Het is zeer verbazend als je denkt aan de zin die de meesterzakkenroller een paar keer uitspreekt in de video: “C’est toute une comédie” (Het is allemaal theater). Schijnbaar kunnen parallelle universa over elkaar heen bestaan, niet alleen in materiële zin maar ook in de uitwisseling van ideeën. Een vergelijkbare gedachte kun je hebben over Le Guide du Parc 3. De “mise en scene” in de Koninklijke tuinen zoals we die zien in de video speelt zich af in het park tussen het Belgische Parlement en het Koninklijk Paleis. De premier loopt gewoon door de tuin als hij zijn ontslag gaat aanbieden aan de koning. Omdat ik verderop in de stad woon loop ik ook door de tuin als ik naar de binnenstad loop of het Paleis voor Schone Kunsten bezoek dat zich aan de rand van het park bevindt. Het is dus een kwestie van dagelijks observeren en dan infiltreren door camouflage, empathie of andere strategieën die je uitvindt.’
Zijn er strategieën waarover je liever niet wilt praten?
‘Een andere strategie is recht op je doel afgaan. Afwijkend gedrag of een afwijkende route nemen kan ook genoeg zijn. Soms is het gewoon een zaak van geen slapende honden wakker maken of heel veel geduld hebben en wachten op het juiste moment om tot handelen over te gaan. In het algemeen kunnen we zeggen dat mensen heel graag meedoen, iets creëren is fantastisch om te doen.’
Lucy E. Smith, die in Brooklyn redacteur van Magazine is, schrijft over de idee van de onzichtbaarheid van kunst en kunstenaar in jouw werk en beweert dat L’École des Pickpockets je geen miraculeuze techniek van de handen à la Houdini bijbrengt maar meer complexe concepten over het “oplossen en verdampen van de kunstenaar met revolutie als doel”. Wat vind je daarvan?
‘Ik denk steeds na over deze zin en vooral over het laatste deel ervan. Met name omdat ik op dit moment onderzoek doe naar Marx in Brussel. Het was 1848, in Parijs was de Februarirevolutie aan de gang en koning Leopold I trad bijna af onder druk van het feit dat er in België ook een revolutie dreigde. De koning won wat tijd voor zijn regering door te zeggen dat hij aftreden zou overwegen. De liberalisten die aan de macht waren joegen er intussen snel een wet doorheen die de stembelasting tot een minimum terugbracht, wat een van de belangrijkste eisen van de oppositie was. En Marx werd het land uitgezet omdat hij zijn belofte om zijn activiteiten als journalist te op te geven niet was nagekomen. Dus geen revolutie in België. Ze waren bang voor weer een buitenlandse bezetting. Tenslotte had de revolutie van 1830 geleid tot de stichting van de monarchie en van België. Dat over het oplossen en verdampen van de kunstenaar is duidelijk, maar wat betekent het woord revolutie en waartoe leidt het, speciaal in een Belgische context of in het algemeen in een kunstcontext? Je moet er ook rekening mee houden dat onze geliefde valleien in de achttiende eeuw het decor van de contrareformatie waren.’
Misschien kan iedereen koning zijn? Maar ik denk dat Lucy het over verdamping en oplossing in relatie tot revolutie heeft op dezelfde manier als Giorgio Agamben wanneer hij het concept ‘anomie’ introduceert, d.w.z. geatomiseerde, wetteloze gemeenschapsvormen. Daar kun je als wezen oplossen en weer tevoorschijn komen als een ander wezen of als deel van een bundeling van krachten, om in Manuel de Landa’s termen te spreken. Trouwens, Francesco Manacorda, een Italiaanse journalist, brengt deze opvatting interessant genoeg over naar het domein van de kunst: “Leven dat oplost in de kunst is decadent, kunst die oplost in het leven is utopisch avant-gardisme. Maar wat zou een kunst zijn die zich actief inzet om je jouw kritische vermogen om ze van elkaar te onderscheiden te ontnemen?” Wat heeft naar jouw idee de journalist Sven Augustijnen gemeen met de journalist Karl Marx?
‘Op het eerste gezicht zien de voorstellingen die ik maak er heel gewoon uit. In L’Ecole des Pickpcokets zijn de techniek en de verschijningsvorm bijvoorbeeld heel bekend en wat we zien is echt, dat denken we tenminste. Voordat we ons er echt bewust van zijn worden we betoverd en gefascineerd door de zakkenroller en meegenomen in zijn illegale ideologie. Door te sympathiseren schikken we ons daarin. Iets soortgelijks is aan de hand in Le Guide du Parc. Op een heel realistische manier neemt de “gids” ons mee op zijn “wandeling” vol historische en filosofische, poëtische en romantische details. Met een vleugje humor overtuigt hij ons helemaal van de “waarheid” van zijn voorstelling van zaken. De werkelijkheid zou iets anders in elkaar kunnen zitten. We zouden misleid kunnen zijn (of we zouden de termen “dérives” of “détournement” kunnen hanteren zoals de situationisten voorstelden). Misschien vragen we ons af wat er aan de hand is. En dat is interessant omdat de toeschouwer dan de “afbeelding” maakt, hij wordt zich bewust van zichzelf, van het proces van het zien. Hij staat erbuiten. Hier hebben we een parallel met de beschouwer van de anamorfose – hij is een ex-centrische beschouwer. Er kan dus een verband worden gelegd, hoewel de techniek totaal verschillend is. Het gekke is dat het onthullen van de techniek of het mechanisme geen invloed heeft op de effectiviteit ervan. Je wordt betoverd door de kracht van de stem van de protagonist en de magie van het kinetische beeld.’
Is het waar dat jij geen verschil maakt tussen feit en fictie?
‘Is er verschil dan? Moeten we geloven dat er een verschil bestaat? De vraag gaat waarschijnlijk terug tot het onderscheid tussen natuur en cultuur. Kunnen we onszelf onderscheiden van de natuur? Is niet iedere constructie van de menselijke geest een kwestie van verbeelding? Als je het kunt laten gebeuren is het echt, ja? Wat is de oorsprong of de aard van dit interview? Feit of fictie? In den beginne was het woord? Is dat feit of fictie?’
Je beweert dus dat het woord begint met de letter F? De F van fake?
‘Een kwestie van geloof of ongeloof, toch?’
2. De krant PANORAMA werd op 12 oktober 2005 uitgebracht in de financiële krant DE TIJD in de context van de tentoonstelling INFORMATION/TRANSFORMATION, Extra City, Antwerpen. In PANORAMA doet een interview met Etienne Davignon – politiek en economisch voorman in de Belgische en Europese geschiedenis – dienst als de basis voor het weven van een betekenisvol netwerk. Verschillende teksten die het ontstaan van de Europese Unie en de topografische implantatie van zijn instituties in Brussel beschrijft worden in verband gebracht met verhalen over België’s koloniale verleden.
2. De krant PANORAMA werd op 12 oktober 2005 uitgebracht in de financiële krant DE TIJD in de context van de tentoonstelling INFORMATION/TRANSFORMATION, Extra City, Antwerpen. In PANORAMA doet een interview met Etienne Davignon – politiek en economisch voorman in de Belgische en Europese geschiedenis – dienst als de basis voor het weven van een betekenisvol netwerk. Verschillende teksten die het ontstaan van de Europese Unie en de topografische implantatie van zijn instituties in Brussel beschrijft worden in verband gebracht met verhalen over België’s koloniale verleden.
3. Le Guide du Parc (2001, 36 minuten) werd gerealiseerd en voor het eerst vertoond in de context van de Prijs van de jonge Belgische schilderkunst, Paleis voor Schone Kunsten, Brussel. De video kreeg de prijs niet. Michael Tarantino, die lid was van de jury, schreef hierover: ‘Ik begrijp niet wat dit met film te maken heeft. Is het een documentaire of is het een fake? Het kan geen documentaire zijn. Ik geloof niet dat deze dingen op die manier middenin de stad kunnen gebeuren. Het is een fake, het is een schande. Je mag mensen niet laten geloven dat dit soort dingen gebeurt. En die camerabewegingen. Wat is daar de bedoeling van?’ (Michael Tarantino, catalogus, Wiels 2003)
3. Le Guide du Parc (2001, 36 minuten) werd gerealiseerd en voor het eerst vertoond in de context van de Prijs van de jonge Belgische schilderkunst, Paleis voor Schone Kunsten, Brussel. De video kreeg de prijs niet. Michael Tarantino, die lid was van de jury, schreef hierover: ‘Ik begrijp niet wat dit met film te maken heeft. Is het een documentaire of is het een fake? Het kan geen documentaire zijn. Ik geloof niet dat deze dingen op die manier middenin de stad kunnen gebeuren. Het is een fake, het is een schande. Je mag mensen niet laten geloven dat dit soort dingen gebeurt. En die camerabewegingen. Wat is daar de bedoeling van?’ (Michael Tarantino, catalogus, Wiels 2003)
Raimundas Malasauskas