metropolis m

Korakrit Arunanondchai is momenteel niet weg te denken uit het internationale tentoonstellingscircuit. Geen biënnale of hij doet eraan mee. Zoals ook aan de Biënnale van Venetië waar Nathalie Hartjes onder de indruk raakte van No History in a Room Filled with People with Funny Names (5 ).

De wrange betutteling die spreekt uit de titel No History in A Room Filled with People with Funny Names is er een die zogenaamd per ongeluk gepaard gaat met de marginalisering van groepen die buiten de witte of westerse norm vallen. Korakrit Arunanondchai, woonachtig in New York maar van Thaise afkomst, legt de vinger op de zere plek: het is makkelijk iemands relevantie weg te wuiven als we struikelen over de klanken in hun naam. De witte suprematistische strategie tegen gezichtsverlies is de naam simpelweg tot grap te verklaren, om zo de eigen onwetendheid te maskeren. 

Deze ‘funny names’ vormen nu zes jaar de inleiding voor werk van Arunanondchai waarin hij verschillende complexe afhankelijkheidsrelaties aftast. Het is een uitgesproken tactiele verzameling werken en video-installaties, waarmee de kunstenaar een poging doet om afstanden te overbruggen tussen tradities, geografieën, rituelen, het geestenrijk en het wereldse, het virtuele en het tastbare, machthebbers en hun onderdanen. Persoonlijke en geopolitieke gebeurtenissen vormen de ankerpunten in gelaagde installaties waarin machtsrelaties op de proef worden gesteld en mensen bovenal toenadering tot elkaar zoeken. 

Het vijfde werk in deze serie wordt voorafgegaan met de woorden ‘No History’. In tegenstelling tot een gesuggereerde afwezige geschiedenis, duidt Arunanondchai op geschiedenissen waarvan de overdracht zich niet door middel van het geschreven woord maar in het mythische domein van de orale traditie plaatsvindt; een plek met de potentie nieuwe verhalen op te wekken. Het is een belangrijk element, als je je realiseert dat in het actuele Thailand overheidscensuur op het geschreven of het woord in de media aan de orde van de dag is. 

Het ankerpunt in deze vertelling is het drama dat zich voltrok toen er vorig jaar twaalf Thaise jongens vast kwamen te zitten in een grot, als gevolg van de opwellende ondergrondse rivieren ten tijde van het regenseizoen. De gebeurtenis groeide uit tot een mediaspektakel waarbij ‘weldoeners’ vanuit allerlei hoeken de kans schoon zagen hun goedheid te profileren in aanloop naar de aankomende verkiezingen. Religieuze leiders, het Amerikaanse leger en ook de door ethische schandalen geplaagde tech-icoon Elon Musk grepen de gelegenheid aan om bij de publieke opinie een wit voetje te halen. 

De film ontvouwt zich over drie schermen als een rivier die zich afsplitst in verschillende stromen. Elk beeld heeft aantoonbare relaties tot de andere vertakkingen maar Arunanondchai vermijdt een beeldsynchroniciteit die al te illustratief is. Het is aan de kijker om de ruimte in het midden te vinden. De film is combineert op weelderige wijze beelden die intiem, documentair en filmisch zijn. We zien Arunanondchais grootmoeder die in een staat van vergevorderde dementie houvast vindt in een knuffelkonijn, welke ook weer verschijnt in de handen van zijn grootvader, die we volgen terwijl hij oude fotoalbums doorbladert. De zorg voor het konijn wordt visceraal met beelden van een operatie door dierenarts Susan Brown. Een groep mannen oefent een ritueel uit met reusachtige konijnen, terwijl we leren dat Thailand de plek is waar deze dieren voor het eerst gedomesticeerd zijn. Nieuwsfragmenten van de reddingsactie van de Thaise jongens door Amerikaanse militairen worden gemonteerd tussen opnames van de glooiende landschappen van Thailand. Daarbovenop is de film versneden met scènes waarin performancekunstenaar boychild in groene bodypaint de gedaante van de Nāga aanneemt, die gunstig gestemd moet worden om de jongens van rampspoed te voorkomen. 

Groene lasers vormen een leidraad in de film: het is het indringende licht waarmee de reddingsbrigade in het donker de afstanden tot de hulpbehoevende jongens afmeten, de verbinding naar de bovenwereld die hun leven kan redden; maar ook het spookachtige licht van de Nāga, zoals die als onverklaarbaar natuurverschijnsel in de moerassen van Thailand wordt gevonden. Het spookachtige groene laserlicht duikt ook op in de performance van boychild waar het doet denken aan een nachtclub, de lijfelijkheid van de beelden roept associaties op met de clubscene..

De reddingsactie van de Thaise jongens verbindt Arunanondchai subtiel met de grote maar de onderbelichte impact van de Amerikaanse legerstationering bij het bevechten van de communistische buurlanden ‒ twee verhalen over de zich ongevraagd aanbiedende hulpverlener versus de zogenaamd hulpbehoevende. Arunanondchai wisselt daarnaast doelmatig het bovennatuurlijke af met het banale. Wanneer dierenarts Brown een urn met de as van onze huisdieren omkeert en ons meeneemt in de herinneringen aan haar overleden honden, katten en fretten, wordt dan niet een potentieel diepgaande verbinding gelegd met andere ruimten en tijden, een ruimte tussen het aardse en het wereldse in? 

Ergens op driekwart van de film priemen de lasers vanaf de bovenkant van de drie schermen opeens de ruimte in, waar ze gezamenlijk een altaar voor de watergeest Naga verlichten, die daar staat te midden van het publiek, dat zich plots in een gemeenschappelijk ritueel weet geplaatst. Arunanondchais afspiegeling van de interventie probeert de afhankelijkheid in een ander licht te zien, een die wederzijds is en een poging tot verzoening biedt. 

Nathalie Hartjes 

is directeur Showroom Mama, Rotterdam

Nathalie Hartjes

is directeur MAMA

Recente artikelen