Kunst als instrument – Singapore, censuur en educatie
Singapore is een extreem streng geleide stadsstaat, waar ook kunstenaars fors aan banden worden gelegd en vanwege hun kunst in de gevangenis kunnen belanden. Niettemin investeert de overheid fors in kunstinstellingen. De laatste en meest prestigieuze aanwinst is de enorme National Gallery Singapore. Loes van Beuningen ging er kijken en sprak met de jonge directeur Eugene Tan over de missie van zijn museum.
Nog geen tien minuten aangekomen met het vliegtuig in Singapore maak ik kennis met het Singaporese regime. Het papiertje waarop ik moest aangeven wie ik was, waar ik zou verblijven en voor hoe lang, had ik volgens de chagrijnige medewerker van de Singaporese immigratieautoriteiten niet goed ingevuld. Ik zou logeren bij een familielid dat in de stadsstaat woont, maar ik kende het adres niet uit mijn hoofd en had dus niets ingevuld. Dat was onacceptabel. Mijn doopnamen had ik ook niet ingevuld, want er was niet genoeg plek op het papiertje. Ook onaanvaardbaar. Het had niet veel gescheeld of ik was diezelfde dag nog op het vliegtuig terug gezet.
Het is een van de vele anekdotes over een land dat een democratie heet te zijn, maar in de praktijk al sinds zijn onafhankelijkheid door één partij wordt geleid, onder een extreem streng regime dat elke vorm van toeval of willekeur heeft buitengesloten. Ook de Singaporese kunstwereld wordt hevig gecontroleerd en gecensureerd. Hoe kan het dat juist kunst, die vaak subversief of op zijn minst kritisch wil zijn, door de overheid met veel geld wordt gestimuleerd?
De kiem voor het huidige kunstbeleid is in 1991 gelegd toen er op initiatief van de overheid naar Brits voorbeeld een National Arts Council is opgericht ter ondersteuning van de kunsten. Het eerste resultaat werd in 1996 zichtbaar met de oprichting van het aan hedendaagse kunst gewijde Singapore Art Museum. In 2003 volgde de oprichting van Esplanade – Theatres on the Bay, een grootschalig centrum voor kunst en theater. Sinds 2006 wordt bovendien de Biënnale van Singapore gehouden, die in oktober dit jaar zijn vijfde editie zal beleven. En in 2012 werd Gillman Barracks geopend, een door de overheid opgezet kunstencluster met zeventien kunstgaleries en de Centre for Contemporary Art, geleid door Ute Meta Bauer.
In 2012 maakte het ministerie voor economische ontwikkeling bekend de komende vijf jaar nog eens 274 miljoen Singaporese dollar uit te trekken voor kunst en cultuur.1 De verbouwing van de in november vorig jaar geopende National Gallery Singapore, de nieuwste aanwinst die zo’n tien jaar van voorbereiding nodig had en het vijftigjarig jubileum van Singapore als onafhankelijk land moet vieren, kostte nog eens 532 miljoen.2
Singapore is zich ervan bewust dat het als een moderne stad, met wolkenkrabbers, winkelcentra en meer dan vijf miljoen inwoners, onder wie zo’n 600.000 expats3, moet concurreren met de grote metropolen van deze wereld. Met zijn enorme kunstbudget erkent het niet alleen het belang van de kunsten voor de ontwikkeling van het land, door de sociale cohesie tussen de verschillende bevolkingsgroepen te stimuleren bijvoorbeeld, maar ook voor het toerisme en het verbeteren van de internationale relaties. Kunst wordt er ingezet als instrument.
In Singapore krijgen bijna alle kunstorganisaties, van de prestigieuze nationale instituten tot de kleine alternatieve ruimtes als Substation, het leeuwendeel van hun budget gefinancierd door de overheid. Ook kunstenaars zijn voor een groot deel afhankelijk van subsidies, beurzen en docentschappen die mogelijk worden gemaakt door de overheid. Dat schept verplichtingen, vooral voor kunstenaars die moeten zien te overleven in de op drie na duurste stad van de wereld, waar de huur voor een gemiddeld appartement van 45 vierkante meter tussen de twee- en drieduizend Singaporese dollar per maand ligt en de kosten van het levensonderhoud relatief hoog zijn.4 Om je weldoener te bekritiseren moet je sterk in je schoenen staan. Helemaal, als je weet dat kritiek ingrijpende gevolgen kan hebben.
In het streng geleide Singapore zijn afbeeldingen van seks problematisch en kan het zwartmaken van een persoon of bevolkingsgroep en direct, specifiek commentaar op overheidsfunctionarissen ervoor zorgen dat je werk uit een tentoonstelling wordt verwijderd, of zelfs wordt verboden, en dat je je toekomstige financiering kwijtspeelt. Er staat drie maanden gevangenisstraf op het tonen van ‘obsceen’ erotisch materiaal, zelfs binnen de context van een tentoonstellingsruimte. En graffitikunstenaars worden gestraft met negen maanden celstraf en stokslagen voor vandalisme.
Investeren in onderzoek en educatie
In deze op zijn minst apart te noemen context, rijst de vraag wat de rol en de waarde van het Nationale Museum is? Ik vroeg het Eugene Tan, sinds 2013 directeur van de instelling, die gestudeerd heeft in het Verenigd Koninkrijk en verschillende posities heeft bekleed binnen de internationale kunstwereld (hij was ook al eens te gast in Nederland). Wat denkt hij te bereiken met de National Gallery? Tan stelt dat het museum ‘de kunst in Singapore en Zuidoost-Azië wil herdefiniëren en het begrip ervan in een mondiale context wil plaatsen’. Het is een van de grootste publieke collecties van Zuidoost-Aziatische kunst in de wereld, met meer dan tienduizend werken. Het museum organiseert naast de permanente collectiepresentaties speciale tentoonstellingen waarin moderne en hedendaagse kunst uit Zuidoost-Azië wordt getoond in relatie tot kunst uit andere delen van de wereld.
In oktober zal de National Gallery een tentoonstelling presenteren in samenwerking met het Tate Britain, Artist & Empire, over de kunstproductie tijdens de koloniale periode in Singapore onder Brits bewind. Maar de eerste grote tentoonstelling, Reframing Modernism, opent in april en is samengesteld in samenwerking met het Parijse Centre Pompidou. Onderzocht wordt hoe het Europese modernisme invloed heeft gehad op de Aziatische kunst sinds de negentiende eeuw. Maar, zegt Tan, ‘de condities waarin de westerse en Aziatische werken werden gemaakt waren, en zijn nog steeds, compleet anders’.
Een rondgang langs de vaste collectie van de National Gallery laat zien dat de werken niet wezenlijk afwijken van de westerse tegenhangers. Impressionisme, expressionisme en minimalisme; de meeste bekende modernistische kunststromingen komen langs, maar dan als stijl toegepast door Aziatische kunstenaars zo’n tien jaar later dan de avant-gardisten in Europa. Tan legt uit: ‘De Zuidoost-Aziatische kunst is een specifieke mix tussen Chinese en Europese tradities. De Europese invloed is via Chinese migrantkunstenaars naar Singapore gekomen. Zij werden opgeleid in de Chinese kunsttraditie maar waren op de hoogte van de Europese kunst via reizen of via kunstkranten en uitwisselingen met Europese kunstenaars.’
Tijdens een bezoek aan de National Gallery valt verder de chronologische collectieopstelling en de kunstbemiddeling die een prominente plaats inneemt. Er is zelfs een Centre for Art Education, speciaal gericht op kinderen en scholen. Tan legt duidelijk uit tijdens ons gesprek, waarbij ook een persdame aanwezig is en waarin hij zich duidelijk weerhoudt van kritiek, hoe het museum een rol speelt in de opvoeding van een publiek dat pas sinds kort met kunst geconfronteerd wordt. Er wordt daarom veel aandacht besteed aan kennisoverdracht. Ik vraag Tan waarom hij is teruggekeerd naar Singapore. Hij vertelt dat Singapore ten tijde van zijn thuiskomst niet een plek was waar veel gebeurde op het gebied van kunst, maar waar wel nog veel mogelijk was. Met de National Gallery wil hij aan het nieuwe kunstklimaat bijdragen. Er mogen dan strenge normen zijn, in vergelijking met veel andere landen in de regio staat Singapore nog open voor hedendaagse kunst. Tan verheugt zich met name op de directe samenwerking met kunstenaars. Voor binnenkort staat er een project met Danh Vo gepland, op het dakterras.
1 http://thepeakmagazine.com.sg/2015/01/is-singapore-an-arts-hub-yet-2/
2 Cheow Xinyi, ‘Construction for art gallery to start next month’, TODAY (22.12.2010) p. 4
3 http://www.bbc.com/capital/story/20150311-why-expats-call-this-utopia
4 http://www.mercer.com/newsroom/cost-of-living-survey.html
Meer info: www.nationalgallery.sg
Loes van Beuningen
is kunsthistoricus