metropolis m

Kunst en uitbuiting – een vervolgverhaal
Andreas Siekmann en Max Jorge Hinderer over The Potosí Principle

In de reizende tentoonstelling The Potosí Principle staat de problematische verhouding tussen kunst en economische uitbuiting centraal. De curatoren Andreas Siekmann en Max Jorge Hinderer brengen een twintigtal zeventiende- en achttiende-eeuwse schilderijen uit de kolonialistische periode van Bolivia samen met werk van hedendaagse kunstenaars als Matthijs de Bruijne en Harun Farocki.

De stad Potosí ligt in Bolivia. In de zestiende en zeventiende eeuw was ze net zo groot en machtig als Londen in die dagen. Nu is ze volstrekt onbekend. Bijna niemand weet dat daar ongelofelijke hoeveelheden zilver werden gedolven en naar Europa geëxporteerd. Volgens de overlevering had er van al het zilver een brug naar Spanje gebouwd kunnen worden – en een tweede ernaast van de botten van de in de mijnen verongelukte dwangarbeiders. Met ‘het Potosí principe’ wordt de schaamteloze uitbuiting en de verrijking bedoeld, dat aan de basis van het hedendaagse kapitalisme ligt. De kunstenaars Alice Creischer, Andreas Siekmann en de Boliviaan Max Jorge Hinderer stelden een tentoonstelling over het Potosí-principe samen, waarin twintig zeventiende- en achttiende-eeuwse koloniale schilderijen worden getoond die destijds vervaardigd zijn door lokale kunstenaars in opdracht van Europese heersers. Kunstenaars als Matthijs de Bruijne, Harun Farocki en Maria Galindo is gevraagd er in hun werk op te reageren, aan de hand van ervaringen in metropolen waar het Potosí-principe tegenwoordig duidelijk zichtbaar is, zoals Dubai, Peking, Londen en Moskou.

Gésine Borchert

Waarom weten we zo weinig over Potosí?

Andreas Siekmann

‘Het kolonialisme mag dan officieel voorbij zijn, in de hoofden van de mensen is dat niet zo, ook niet bij de machthebbers. Wie weet nog dat Europa in de zestiende en zeventiende eeuw van het zogenaamde Potosí-zilver leefde? Het Potosí-geld was de “oerdollar”. Het zilver werd gebruikt voor de Europese munten waardoor de arbeidsverhoudingen voor het eerst kapitaliseerden: de industrialisatie van de agrarische sector leidde tot onteigening van landbouwgrond, ontvolking van het platteland, zwervende groepen. Lokale kunstenaars werden verplicht om religieuze motieven te schilderen met als doel de verspreiding van een christelijke moraal. Deze productie, die nauw verbonden is met Potosí, vormde een ware industrie – per jaar werden er duizenden schilderijen gemaakt. In Europa is er hoogstens in etnologische musea iets over terug te vinden. In Bolivia daarentegen vormt ze de basis voor de nationale identiteit.’

Gésine Borchert

Wat is het idee achter jullie project?

Max Jorge Hinderer

‘Ongeveer twintig van deze stukken zullen voor het eerst in Europa tentoongesteld worden, in combinatie met het werk van hedendaagse kunstenaars. Het Potosí-principe representeert voor ons de wederzijdse verhouding tussen de glans van het culturele oppervlak en de verderfelijke economische productiemethode binnen het kapitalisme, die op uitbuiting is gebaseerd. Ons motto luidt: identiteit wordt niet alleen door etnologische afkomst bepaald. Al in de zestiende eeuw werden wereldwijd niet alleen zilver, maar ook mensen en schilderijen getransporteerd, die zorgden voor culturele en economische uitwisseling.’

Gésine Borchert

Welke inzichten verschaffen deze oude schilderijen?

Max Jorge Hinderer

‘Meestal zien we taferelen van hemel en hel volgens de christelijke traditie. De koloniale kunst laat niet zien hoe de machtrelaties werkelijk waren. Je moet de beelden lezen in negatief: de afwezigheid van bepaalde motieven geeft aan wat er werd verdrongen – dat is voor ons een politiek statement. Deze schilderkunst is destijds ingezet om een zekere culturele hegemonie tot stand te brengen. Wij stellen dat de tegenwoordige ideologische functie van kunst daar parallel aan loopt.’

Gésine Borchert

Welke inzichten verschaffen deze oude schilderijen?

Andreas Siekmann

‘Zoals in Dubai. Dat is een emiraat, een feodale staat waarin de sharia geldt. Daar wordt een kunstmarkt gecreëerd en westerse musea neergezet. Kunst wordt ondergeschikt gemaakt aan een soort nation branding, een pseudo-identiteit. In de koloniale periode ging het precies zo.’

Gésine Borchert

En dan heffen jullie het moralistische vingertje?

Max Jorge Hinderer

‘We steken niets op, we wijzen op iets concreets. Hoe de kunstproducent zich opstelt ten opzichte van kunst en de voorwaarden daarvan, is een ethische kwestie. We proberen om aan de hand van de actualisering van de koloniale schilderkunst onze tegenwoordige productievoorwaarden opnieuw vorm te geven. Daarnaast ontdekken we fascinerende verhalen, bijvoorbeeld dat er voor het werk in de mijnen arbeiders uit Titicaca werden geronseld. Door op coca te kauwen bleven ze wakker, en stierven minder snel aan methaangas. Filips II, koning van Spanje, dwong de arbeiders dagelijks een portie coca te consumeren, waarover ook nog aan hem belasting moesten betalen.’

Gésine Borchert

En hieraan kun je het accumulatieprincipe van investment banking aflezen?

Andreas Siekmann

‘Wij zijn van mening dat het Potosí-principe geen afgesloten hoofdstuk is, maar zich tot op de dag van vandaag herhaalt. Het is bijvoorbeeld terug te zien in de manier waarop biënnales en andere vormen van kunstproductie bijdragen aan het begrip voor “globalisering”. Zij vormen een soort imagostrategie voor de heersende macht. Maar ons project wil ook laten zien hoe sommige kunst zich daaraan onttrekt, zoals destijds ook bij de koloniale kunst het geval was, ook al weten we hun namen niet.’

Gésine Borchert

En hieraan kun je het accumulatieprincipe van investment banking aflezen?

Max Jorge Hinderer

‘Sinds de zestiende eeuw is er een goed gedocumenteerde kunstgeschiedenis van de schilderkunst in Zuid-Amerika. In tegenstelling tot de Europese werken zijn veel van deze werken niet gesigneerd, ze vertonen een soort één dimensionaliteit, zoals dat in Europa na de Renaissance niet meer voorkwam.’

Gésine Borchert

En hieraan kun je het accumulatieprincipe van investment banking aflezen?

Andreas Siekmann

‘Drukwerk en boeken uit Europa dienden als voorbeeld voor deze schilders. Nederland met haar leidende positie op drukkerijgebied en de financiële macht van het Habsburger systeem speelden daarbij een grote rol.’

Gésine Borchert

Jullie willen een rehabilitatie van de koloniale kunst?

Andreas Siekmann

‘Het gaat niet om rehabilitatie. Het gaat om de erkenning dat de globalisering van destijds zich bezig is te herhalen: welke machtsmechanismen liggen ten grondslag aan de huidige kunstproductie? De tentoonstelling wil de missing links in het Europese bewustzijn laten zien.’

Gésine Borchert

Jullie willen een rehabilitatie van de koloniale kunst?

Max Jorge Hinderer

‘Heel Europa nam deel aan de kolonisatie,vanwege een gezamenlijk economisch belang. Nederlandse uitgeverijen, Duitse mijntechnologie, Engelse banken en het Spaanse leger – ze hebben alles uit het “project Zuid-Amerika” gehaald wat er te halen was.’

Gésine Borchert

Plaatsen jullie je in de context van de ‘postkoloniale tentoonstellingen’, die sinds Catherine David in de mode zijn?

Andreas Siekmann

‘Wij distantiëren ons van de “postkoloniale” discussie, omdat het daarin vaak om het begrip “anders zijn” gaat, waarbij de vraag naar de macht van de verhoudingen vermeden wordt.’

Max Jorge Hinderer

‘Onze kunstenaars reflecteren op hun eigen ervaringen. Er ontstaat een nieuwe relatie tot de koloniale historie, omdat ze wereldwijde processen verduidelijken en de identiteit vormgeven.’

Gésine Borchert

Kunnen jullie een voorbeeld geven?

Andreas Siekmann

‘Matthijs de Bruijne uit Amsterdam heeft voor zijn project 1000 dreams Chinese arbeiders uit de Pearl River delta naar hun dromen gevraagd. Deze dromen gaan een relatie aan met de tekeningen van de Boliviaanse schilder Melchor Maria Mercado. Beide werken zijn tijdens een reis ontstaan. Mercado vertaalde indrukken, gebruiken en feesten van de jonge Boliviaanse republiek. Hij bericht over een bevolking die voor de machthebbers van de creoolse olichargie helemaal niet bestaat. Beide, de feesten en de dromen, volgen een systeem, dat niet commercieel geëxploiteerd wordt. In dergelijke omstandigheid is overleven al een vorm van verzet.’

Gésine Borcherdt is curator en criticus, Berlijn

Gésine Borcherdt is curator en criticus, Berlijn

De tentoonstelling is te zien van 12 mei tot en met 6 september 2010 in Reina Sofia in Madrid en reist vervolgens door naar Berlijn (Haus der Kulturen der Welt) en La Paz (Museo Nacional de Arte und Museo nacional de Etnografía y Folklore).

De tentoonstelling is te zien van 12 mei tot en met 6 september 2010 in Reina Sofia in Madrid en reist vervolgens door naar Berlijn (Haus der Kulturen der Welt) en La Paz (Museo Nacional de Arte und Museo nacional de Etnografía y Folklore).

Vertaald uit het Duits door Irene Dirkes.

Vertaald uit het Duits door Irene Dirkes.

Gésine Borcherdt

Recente artikelen