metropolis m

Op Zuid in Rotterdam schiet het ene na het andere kunstenaarsinitiatief uit de grond. Ook Museum Boijmans Van Beuningen is onder de indruk van de dynamiek in het stadsdeel en heeft aangekondigd er een dependance te openen, in de periode dat het hoofdgebouw in het centrum dicht is vanwege een grondige renovatie. Manus Groenen, zelf woonachtig in Rotterdam, doet verslag van de artistieke ontwikkelingen van deze lang als achterstandsgebied gedefinieerde wijk.

Vijf jaar geleden waren de omvang en intensiteit van de problemen in ‘achterstandswijk’ Rotterdam-Zuid nijpend genoeg om een Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) op te zetten. Er wordt sindsdien vooruitgang geboekt, maar er blijven nog altijd genoeg sociaaleconomische problemen achter de voordeuren bestaan. Toch is het gebied al een tijd veilig te noemen. De negatieve bijklank die met ‘wonen op Zuid’ gepaard gaat, is inmiddels onterecht. ‘De vooroordelen erover zijn minstens zo groot als de problemen’, zei Sjarel Ex, directeur van Museum Boijmans Van Beuningen recentelijk. Zuid lijkt bezig met een inhaalslag. De eerste bakfietsmoeders, koffiebars en rolkoffers zijn al gesignaleerd en een aantal grote vastgoedprojecten staat op de planning: de gentrificatie vindt voor je ogen plaats. Ook de interesse vanuit de kunstwereld neemt toe. Sculpture International Rotterdam onderzoekt de mogelijkheden om in de lente van 2019 een triënnale in Rotterdam-Zuid te organiseren en Museum Boijmans Van Beuningen heeft na een eerder uitstapje naar de in Zuid gelegen RDM Onderzeebootloods plannen aangekondigd om een locatie te openen aan het Zuidplein.

Het pand van Museum Boijmans Van Beuningen in het Rotterdamse museumkwartier ondergaat vanaf volgend jaar een noodzakelijke renovatie, waardoor het drie tot vijf jaar gesloten zal blijven. Aangezien het nieuwe publieke depot tegen die tijd nog niet voltooid zal zijn, zal de collectie elders ondergebracht moeten worden. De topstukken gaan daarom op visite bij de ‘buren’; de andere musea in de stad, en voor het overige deel van de collectie wordt een andere locatie gezocht. Daarvoor heeft het museum momenteel het Rotterdamse Zuidplein op het oog. Op de derde en vierde verdieping van het voormalige V&D-pand moet een nieuwe dependance van het museum verrijzen: een ruimte van vierduizend vierkante meter en het dak, waarop mogelijk ook een deel van het programma zal plaatsvinden. Het project heeft als werktitel Boijmans op Zuid; geheel volgens de Rotterdamse zegswijze. 

Het museum is echter geen pionier. Vooral de wijk Charlois herbergt al zo’n dertig jaar veel culturele activiteit, met dank aan het werk van stichting Nieuwe Ateliers Charlois (NAC). Tot op de dag van vandaag dragen zij zorg voor beschikbare ruimtes, lage huren en een hechte artistieke gemeenschap die veel kunstenaars naar Zuid trekken. Er wordt zelfs gefluisterd dat Charlois de hoogste kunstenaarsdichtheid van Nederland kent. Jannie Hommes is betrokken bij NAC, maar bood ook met de recent gesloten Galerie Hommes elf jaar lang een podium aan kunstenaars uit de buurt. Ze richt haar pijlen momenteel op andere projecten, zoals South Explorer, die de zichtbaarheid van alle activiteit in de buurt (‘toch voor velen een onontdekt pareltje’) vergroot. Tijdens dit halfjaarlijkse evenement kan het publiek kennismaken met oudgedienden uit de wijk, zoals stichting B.a.d (opgericht in 1987), gevestigd in een oud badhuis, en woon- en werkcomplex ‘t O-tje (opgericht in 2007), maar ook met de nieuwste aanwas, waar kunstenaars naast werken en wonen ook steeds meer kunst zijn gaan tonen. Zo openden in een paar jaar tijd een aantal nieuwe presentatieplekken hun deuren: Rib (2015), Peach (2015), ONONO (2016) en Shimmer (2018).  

Eén van de artistieke centra in Zuid is de Wolphaertstraat. Op de derde verdieping van het pand op nummer 41 zijn de ateliers van Cihad Caner, Raluca Croitoru, Daniel Fogarty, Tracy Hanna en Clara J:son Borg gehuisvest. Onder de noemer ONONO programmeren zij in een gemeenschappelijke ruimte tentoonstellingen, screenings en andere culturele activiteiten. Het appartement is niet meer geschikt voor bewoning, maar heeft de huiselijke sfeer behouden. ‘Mensen verwachten een kunstruimte, maar wanneer ze binnenkomen is het gewoon een woonkamer’, aldus Clara J:son Borg. ‘Het is net zozeer een sociale ruimte als een tentoonstellingsplek.’ Raluca Croitoru: ‘We hebben de intentie om de ruimte te gebruiken om mensen met elkaar te verbinden. Wanneer iemand iets wil tonen of iets wil uitproberen, dan willen we diegene helpen.’ Ze bieden bijvoorbeeld een presentatiemogelijkheid aan kunstenaars uit hun directe omgeving, zoals de tentoonstelling Wereldontvanger van Niels Bekkema. Een aantal muren zal moeten sneuvelen om een soort skilift die sculpturen door het pand verplaatst aan te leggen. Het uitgeleefde gebouw biedt die mogelijkheid. Plekken als ONONO zijn door hun flexibiliteit in staat om experimenteel werk te faciliteren en te tonen. Ze zijn daarmee een belangrijk laboratorium voor de praktijk van jonge kunstenaars.

Ook Peach werd opgericht vanuit de behoefte om het heft in eigen hand te nemen en een platform te bieden voor het tonen van werk dat nog nergens een geschikte plek heeft kunnen vinden. Het appartement van oprichter Ghislain Amar is gelegen aan de rand van de wijk Carnisse. Het appartement fungeert niet alleen als expositieruimte, maar ook gewoon als woning. ‘Er is een lange geschiedenis van door kunstenaars gerunde tentoonstellingsruimtes in woningen. Ik was meer daarin geïnteresseerd dan in het open van een galerie. Er is nu sprake van confrontatie in een privéruimte. Er is meer context voor de kunstwerken.’ Karakteristiek voor Peach is een bepaalde huiselijke intimiteit. Sinds kort heeft Amar het programma van zijn leefruimte verplaatst naar een schuur in de tuin. Hij legt daar de laatste hand aan een bar die doet denken aan een bruin huiskamercafé, die de sociale en ruimtelijke context zal vormen voor de komende tentoonstellingen. Tijdens een aantal evenementen is de bar open en wordt er werk getoond van kunstenaars als Jaakko Pallasvuo en Jacky Connolly. Historisch besef van soortgelijke curatorische modellen gaat bij Peach gepaard met een oprechte behoefte aan betere presentatiemethodes voor een nieuwe generatie kunstenaars. Het is dan ook te gemakkelijk om dit soort experimenten te zien als een herhaling van zetten.

Eloise Sweetman en Jason Hendrik Hansma van Shimmer, de jongste aanwinst in Rotterdam-Zuid, zijn zich ook bewust van de traditie waarin ze zich bewegen, maar stuwen deze op een eigenzinnige en eigentijdse wijze voort. Sweetman en Hansma maken sinds een aantal maanden een programma in een strakke, witte ruimte op de tweede verdieping van het voormalige RET-gebouw aan de Waalhaven. Tentoonstellingen bij Shimmer kennen geen begin en einde, maar vloeien in elkaar over. Er zijn slechts verschillende momenten in een voortdurende presentatie. Shimmer laat zich sterk leiden door de praktijken die ze tonen en de mensen die ze ontvangen. ‘De reden dat we het werk van bepaalde kunstenaars tentoonstellen, is dat we hun praktijken bewonderen en van hen willen leren. Dat leren vloeit direct door naar ons curatorische werk en het bepaalt op een bepaalde manier wie we zijn.’ Van de wijze waarop ze zorgen voor publiek, kunst en kunstenaars tot aan de manier waarop het programma gedocumenteerd en gecommuniceerd wordt, in alle lagen van de organisatie weigeren ze zich vast te leggen in een vaste manier van werken. ‘We willen dat de ruimte steeds beter in staat is om allerlei lichamen op een zorgzame wijze een plek te bieden de komende maanden en jaren’, aldus Jason Hendrik Hansma. Sweetman wijst op een foto van de recente performance van Malin Arnell: ‘Dit is een goed voorbeeld van wat we willen zijn als organisatie. Je ziet de haven op de achtergrond, een erg intieme interactie met kunst. Er is een gesprek gaande en de zak op de grond zegt good neighbor.’ 

Sjarel Ex spreekt over Boijmans op Zuid als een interessante leerperiode waarin het museum kan experimenteren met hedendaagse kunst en design en waarin het wil proberen een nieuw, jong en divers publiek te bereiken. Mogelijk krijgen kunstenaars zelfs volledig de touwtjes in handen. Het museum heeft aangegeven goed te willen onderzoeken wat er momenteel al plaatsvindt aan grassrootcreativiteit in Rotterdam-Zuid. De kleine initiatieven die er de laatste jaren ontpopt zijn, hebben een gevoel voor gemeenschap, vriendschap en intimiteit dat jaloersmakend moet zijn voor een instituut als Museum Boijmans Van Beuningen. Daarnaast zijn ze ook nog eens flexibel qua ruimte, tijd en programmering om de kunst die getoond wordt echt sturend te laten zijn voor alle facetten van de organisatie. De vraag is in hoeverre het museum hierin kan en wil meegaan om daadwerkelijk een proeftuin te zijn voor het instituut van de toekomst. Inspiratie is in Rotterdam-Zuid in ieder geval ruimschoots aanwezig.

Manus Groenen

is freelance kunstcriticus en docent kunsttheorie aan de Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg

Manus Groenen

is freelance criticus, coördinator en docent kunsttheorie aan Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg

Recente artikelen