metropolis m

De dynamische installaties van Laura Lima laten niemand ongemoeid, mens noch dier, toeschouwer noch acteur. In september opent in het Bonnefantenmuseum in Maastricht een tentoonstelling met werk van de Brazilliaanse kunstenaar naar aanleiding van de toekenning van de BACA-award aan haar eerder dit jaar. Een gesprek met de kunstenaar over haar participatieve kunst, die allerlei sociale codes ter discussie stelt.

‘Het eerste wat me in Maastricht opviel was de relaxedheid van de mensen’, vertelt Laura Lima (1971) me tijdens een skypegesprek. ‘De fijngevoeligheid en rust waarmee mensen door het museum bewegen, ook buiten op straat. Het is kenmerkend voor plekken die minder druk en hectisch zijn. Maastricht is een beetje het Bahia van Nederland, dacht ik meteen.’

Menselijk gedrag en sociale dynamiek spelen een centrale rol in Lima’s kunst. Haar werk houdt het midden tussen performance, sculptuur en installatie. Zelf omschrijft ze haar werk het liefst als scenario’s of instructies. Het zijn dynamische, theatrale situaties die door mensen en dieren geactiveerd moeten worden. Het werk eist een betrokkenheid die de mogelijkheid van analytische of kritische distantie opheft. De kunst komt letterlijk tot leven, waarmee ze het functioneren van musea en kunstinstituten en de verwachtingen van tentoonstellingsbezoekers subtiel op de proef stelt.

Levende dingen

In het begin van de jaren negentig, kort na haar academietijd, begon Lima te werken met mensen en dieren. Voor een van haar eerste tentoonstellingen bracht ze een koe van een boerderij uit de bergen buiten Rio de Janeiro naar het strand van Copacabana. De decontextualisering in Cow/Vaca (1994) werkt niet alleen als compositie, maar ook als aanjager van onverwachte reacties uit de omgeving. Lima vertelt hoe de koe de aandacht trok van een voorbijlopende hond, en de twee beesten in een voor ons onbegrijpelijke dialoog verwikkeld raakten.

Lima’s werk wordt vanwege haar interesse in performatieve en dynamische situaties vaak in verband gebracht met de welbekende ‘proposities’ van Hélio Oiticica, Lygia Clark en Lygia Pape en met de prominente Braziliaanse traditie van het neoconcretisme. De ‘propositie’ wordt vaak uitgelegd als een poging van de kunstenaars om actief contact te leggen met het publiek. Maar voor Lima is dit interactiemodel net zo goed verbonden met de bredere context van het Braziliaanse kunstinstituut, dat voortdurend op zoek is naar financiële middelen en politiek draagvlak. ‘Als je met Braziliaanse musea werkt, is alles wat je doet eigenlijk een propositie waarvan de uitkomst uitermate onzeker is.’ Ze voegt daaraan toe: ‘Eind jaren zestig waren de proposities en het neoconcretisme een reactie op de Braziliaanse dictatuur. Het was een poging tot het benaderen van een gevoel van persoonlijke vrijheid. Ikzelf ben actief in de wereld van na 1989 en geloof niet dat je dit gevoel van vrijheid als zodanig kunt opwekken. Ik ben meer geïnteresseerd in wat er zich buiten de persoonlijke ervaring afspeelt – de sociale relaties, de betekenis van het individu als deelnemer van de samenleving.’

Eind jaren tachtig, aan het begin van haar carrière, was Lima onder de indruk van de underground performance-scène in Rio de Janeiro. Kunstenaars als Márcia X en Alex Hamburger begaven zich in die tijd van politieke omwentelingen met beladen performances in de publieke ruimte, buiten het gevestigde kunstcircuit. Deze werken inspireerden Lima om het levende lichaam zelf als materiaal te gaan zien. Ze besloot ook zelf levende lichamen centraal te gaan stellen in museale installaties.

Vlees

Man = Flesh/Woman = Flesh (1994-heden) is de overkoepelende naam voor een serie werken waar het eerder beschreven werk Cow/Vaca ook deel van uitmaakt. In deze werken zoekt Lima steeds opnieuw de spanning van de ontmoeting tussen het publiek en de levende performer die zowel mens als dier kan zijn. Zonderlinge performers hebben zich in de tentoonstellingsruimte ingekwartierd. Ze zijn geobsedeerd bezig met bepaalde handelingen, slapen of luieren. Ze zijn fysiek met elkaar verbonden of dragen protheses, waardoor hun bewegingen worden beïnvloed. In sommige performances zijn ze ingekapseld in een architectonische installatie. Als dieren in een dierentuin bewegen ze zich dan loom en zwaar door hun bijzondere habitat, gadegeslagen door het publiek.

De redenering ‘mens is vlees’ suggereert een cartesiaanse dialectiek, maar het werk van Lima toont juist het tegenovergestelde. Een voorbeeld is Puxalor / Puller, een ander werk uit de serie Man = Flesh/Woman = Flesh. De naakte performer draagt een tuig met leren banden om zijn schouders. De banden doorkruisen de galerieruimte naar buiten, waar ze verbonden zijn met elementen uit het landschap, zoals bomen of onderdelen van het gebouw. Als een soort supermens zet de performer al zijn lichaamskracht in om het landschap de galerieruimte binnen te trekken, of omgekeerd de architectonische fundamenten van het instituut omver te werpen. Op basis van kracht zal de performer deze taak nooit volbrengen, alleen door de mentale en fysieke inspanning krijgt het kunstwerk zijn vorm.

‘Werken met levende wezens gaat over de onmogelijkheid om dingen volledig te kunnen controleren’, zegt Lima. ‘In wezen zie ik geen verschil tussen mensen en dieren en dit wil ik met mijn werken zichtbaar maken. Tegelijkertijd wil ik ook de machtsverhoudingen onderzoeken. Wat betekent het om dieren als performers in te zetten? Je kunt ze immers geen instructies geven. Het is een oefening in dingen loslaten.’

Voor het werk Escape (2008) veranderde Lima haar galerie A Gentil Carioca in Rio de Janeiro (waar ze samen met Márcio Botner en Ernesto Neto mede-eigenaar van is) in een enorme vogelkooi met daarin tientallen kleurrijke vogels. ‘Ik heb kopieën van zeventiende-eeuwse landschapsschilderijen laten maken en deze tussen de vogels gehangen. Het landschapsschilderij is een uiting van de manier waarop mensen de natuur willen inkaderen en domineren.’ Als bezoeker van de tentoonstelling stap je een wereld binnen waar je een vreemdeling bent. De vogelkooi verbeeldt tegelijkertijd onze omlijste visie op de natuur. Lima liet echter een gat in de kooi achter waardoorheen de vogels konden vluchten om een nieuwe habitat te vinden in het stedelijke ecosysteem buiten de galerie.

Carnaval

Gala Chickens and Gala Coop (2004) is een kippenren met kippen, getooid met felgekleurde nepveren. De sobere dieren stralen van opzichtige elegantie en hun gedrag wordt zichtbaar beïnvloed door de nieuwe opsmuk. Lima beschrijft de kerngedachte van dit werk en vele andere werken als ‘ornamentele filosofie’. ‘Deze term beschrijft voor mij de rijkheid van vermaak, het feestelijke en soms absurdistische ornaat, en de uitbundige viering met bijbehorende versiering.’ Lima looft het ornament als aanzet om de controle te verliezen. ‘Ik zie het bijvoorbeeld terug in het theatrale van barok, dat je een wereld in laat stappen die je niet rationeel kunt overzien.’

Het kostuum is een terugkerend element dat haar werk verbindt met gedragspatronen. Door de jaren heen ontwikkelde ze verschillende variaties van Costumes (2001-2007), kledingstukken van vinyl die door het publiek kunnen worden gedragen. De tentoonstellingsruimte is ingericht als een winkel. Medewerkers staan klaar om de bezoekers te helpen de kledingstukken aan te trekken. De kostuums voldoen op geen enkele manier aan de praktische voorwaarden die wij aan onze kleding stellen. Ze esthetiseren bepaalde lichaamsdelen, decoreren het lijf met volumineuze gezwellen, verbinden ledenmaten met elkaar waardoor ze enerzijds handelingen verhinderen, maar anderzijds ook nieuwe bewegingen teweegbrengen. In het Portugees betekent ‘costumes’ zowel ‘kostuum’ als ‘gewoonte’. Net als bij Gala Chickens zijn de ornamentele kledingstukken een vehikel waaruit nieuwe gedragscodes ontstaan, die gaandeweg de tentoonstellingsbezoekers transformeren tot een leger van mystieke mutanten.

Lima benadrukt hoezeer onze culturele identiteit verbonden is met formele en uiterlijke aspecten. Costumes ontpopt zich als nieuw sociaal scenario. Het werk is sterk verbonden met één van de bekendste Braziliaanse culturele tradities – het carnaval. ‘Tijdens carnaval worden de sociale hiërarchieën van het alledaagse leven – hun plechtigheden, vroomheden en etiquette, alsmede alle pasklare waarheden – ontheiligd en omvergeworpen door de stemmen en energieën die normaal gesproken onderdrukt blijven’, schreef de filosoof Mikhail Bakhtin. Lima’s werk wijst ons op het belang van subversieve, absurdistische en uitbundige uitingen, die de status quo van onze communicatie, onze gewoontes en onze sociale waardes omver kunnen werpen. De curator Victoria Noorthoorn stelde in een onlangs verschenen catalogus over de kunstenaar dat het werk ‘een aanklacht’ is tegen ‘de hedendaagse manie van normalisatie’.

‘Carnaval toont ons de ironie van geschiedenis en de wijze waarop we aan onze culturele tradities vasthouden. We trekken kostuums aan die refereren aan de oude tradities, die wij zo belangrijk achten dat we ze willen conserveren. Maar tegelijkertijd breken we voortdurend met deze tradities en maken er altijd iets anders van. Ik wil dat musea de Costumes zullen blijven gebruiken, dat mensen de kleding blijven aantrekken tot het kapot gaat, en dan kunnen er kopieën gemaakt worden voor toekomstige generaties. Geschiedenis is niet verbonden met een object. We moeten ons richten op het proces en niet op de plotline.’

Magie

Het ornamentele gaat in filosofisch opzicht over het loslaten van het rationele overzicht en begrip, het berusten in complexiteit en obscuriteit en appreciëren van overdaad en mysterie. The Naked Magician (2008-heden) is letterlijk zo’n installatie die je rationeel niet kunt overzien. De ruimte is ingericht als een atelier, van vloer tot plafond zijn schappen volgeladen met boeken, tekeningen, sculpturen, apparaten en allerlei objecten. Te midden hiervan is een goochelaar geconcentreerd aan het werk, verwikkeld in mondaine handelingen die tegelijkertijd raadselachtig en onnavolgbaar zijn. Maar de goochelaar is, zoals de titel aangeeft, naakt. Dat wil zeggen, zijn maatpak heeft geen mouwen, waarin hij zijn trucs kan verstoppen. Is hij ontmanteld, of zijn we bereid te geloven dat zijn mystieke concentratie hem toegang verschaft tot een magisch universum?

Magie gaat over verwondering en verzet zich tegen de hegemonie van de ratio in onze wereld. In The Naked Magician is de goochelaar een kunstenaar, die zich met beheersing overgeeft aan intuïtieve krachten en zich doelgericht laat meeslepen in een wijsheid zonder logica. Geconfronteerd met de bezielde aanwezigheid van een levende protagonist, laat het publiek zich bij Lima’s werken net zo meeslepen. ‘In mijn werk speel ik met wat het publiek eigenlijk uit een bepaald beeld of omgeving kan halen. De werken zitten vol met alledaagse elementen, maar door de overvloed, rommel en verwarring zie je nooit het hele plaatje. Er zijn altijd een hoop geheimen in mijn werk en we zien uiteindelijk maar fractie van het geheel, dat is waar het mysterie begint.’

Scenario

The Naked Magician kent net als veel van Lima’s recentere werken meerdere versies. Iedere keer als het werk uitgevoerd wordt is het een beetje anders. Lima geeft aan dat het moeilijk is deze werken in instituten te tonen. ‘De werken zijn eigenlijk een scenario, waar organisaties voortdurend op moeten reageren. Ik vraag van het museum om mee te bewegen, de interne logica van de werken te volgen en de controle los te laten. In zekere zin probeer ik het systeem van deze musea en instituties te veranderen.’

Met veel enthousiasme vertelt ze over een project dat ze momenteel ontwikkelt voor Lillith Performance Studio in Malmø. ‘Het is een museum voor abstracte schilderkunst dat volledig zal worden gerund door kinderen: van de selectie van de werken, het aanvragen van bruiklenen, het schrijven van de teksten en beheren van de ruimtes, tot aan het serveren van koffie in het café. Maar het wordt zeker geen kinderparadijs, het is meer Kafkaësk. De kinderen zullen immers alles zelf doen en op hun eigen manier.’ Ze legt uit dat het werk niet zo verschilt van dat met dieren. ‘Onze samenleving kent een duidelijke scheiding tussen het kind-zijn en volwassenheid, en ik wil juist onderzoeken welke keuzes kinderen maken als ze alles zelf kunnen bepalen. Bezoekers zullen uiteindelijk een conventionele tentoonstelling zien, maar wie er oog voor heeft zal het opvallen dat de stijl, de toon en de sfeer anders zijn.’

Ook in Maastricht zal het museum tot leven komen op een manier die we niet gewend zijn. ‘Het wordt een beweeglijke tentoonstelling met heel veel performers. In totaal toon ik vijf werken, waarvan er drie nieuw zijn.’ Bekende elementen uit haar werk keren terug, zoals het kostuum en het landschapsschilderij. ‘Er is een kleermakersatelier waar kostuums voor schilderijen gemaakt zullen worden en een levensgroot landschapsschilderij dat zich voortdurend als een soort Möbiusband langs de wanden van het museum beweegt. Ik ontwikkel ook een aantal rolstoelen met klassiek-modernistische designzittingen, die mensen kunnen gebruiken.’ Uiteindelijk zal Lima ook van het Bonnefantenmuseum niks minder verlangen dan dat het museum zich opnieuw uitvindt, als is het maar tijdelijk.

Laura Lima
Bonnefantenmuseum, Maastricht
27 september t/m februari 2015

Laura Lima Kindermuseum
Lillith Performance Studio Malmø
28 t/m 31 augustus

The Naked Magician
Bonniers Konsthall Stockholm
10 september t/m 30 november

Rieke Vos

is schrijver en curator bij het Teylers Museum

Recente artikelen