Lesia Topolnyk ‘Hoe we allen met elkaar zijn verbonden’
Oekraïense architect Lesia Topolnyk onderzoekt de geopolitieke gelaagdheid van ruimtes, gebouwen en land om de complexe implicaties ervan bloot te leggen. Ter gelegenheid van haar nominatie voor de Prix de Rome ontrafelt ze de vele lagen van het dorp Hrabove, waar MH17 neerkwam, van tien kilometer in de lucht tot diep onder de grond. Vincent van Velsen gaat met Topolnyk in gesprek over het verleggen van de grenzen van de architectuur, het kijken voorbij de grenzen op het land en ons bewustzijn van menselijkheid als fundament van onze verbonden leefwereld.
Op je website staat een uitgebreide opsomming aan disciplines die je inzet in je praktijk: ‘architectuur, politiek, technologie en design’, toegespitst op een brede interpretatie van het architecturale veld ‘om zijn potentie te onderzoeken binnen onze geheel geconstrueerde realiteit’. Jouw praktijk en dan vooral de visuele kant ervan, doet mij ook denken aan de onderzoeksgedreven praktijk van OMA/AMO, MVRDV en de daaraan gelieerde Why Factory. Hoe verhoudt jij je tot de discipline architectuur?
‘Voor mezelf is het heel duidelijk dat ik een architect ben. Als je naar de geschiedenis van de discipline kijkt, zie je dat architecten veel verschillende dingen wisten én deden – hoewel we de recente decennia lijken vast te houden aan een aantal limiterende aspecten. Ontwerp, bijvoorbeeld, is voor mij een gemeenschappelijke taal om de collectieve ruimte aan te spreken en daarin zichtbaar te maken wat onzichtbaar was. Om vorm te geven aan het immateriële en interactie te creëren tussen verschillende domeinen.
Ik ben van mening dat als je relevante onderwerpen op een juiste manier wil benaderen, het van belang is voorbij de grenzen van disciplines te denken en verschillende onderzoeksgebieden te doorgronden: de ene dag is dit bijvoorbeeld politicologie en de volgende dag geologie. Uiteindelijk ben je een vormgever, een designer van ruimte; en die fysieke ruimte wordt gevormd door veelal abstracte en zeer uiteenlopende factoren. Als architect heb ik mijn eigen persoonlijke filter die samen met de opgedane kennis uiteindelijk vorm krijgt in relatie tot ruimtelijkheid.’
Binnen de onderwerpen die je aanspreekt lijken conflict en politiek de verbindende factor. Al voordat de oorlog in Oekraïne begon, was je bezig met ruimtelijkheid in relatie tot de Krim, Sebastopol en MH17. In je project UnUnited Nations Headquarters (2018) ontwikkel je bijvoorbeeld een conceptuele, neutrale ruimte waarin politieke tegenstanders de dialoog kunnen aangaan, waarin onenigheid grond biedt voor discussie. In je ontwerp zijn abstracte politiek en het diplomatieke proces de uitgangspunten voor een gebouw dat voornamelijk uit wandelgangen bestaat: want dat is waar het gebeurt. Hoe benader je conflict in relatie tot ruimtelijkheid?
‘Mijn doorlopende onderzoek krijgt vorm in verschillende projecten en richt zich vooral op de methodiek en betekenis van politieke instituties. Dat gaat ook over de politieke arena. Enerzijds heeft dit een filosofische kant, anderzijds gaat het over de fysieke ruimtes waarin politiek wordt bedreven. Het gebouw is dan niet het belangrijkste aspect, maar slechts de facilitator van een interactie die er echt toe doet. Dat was ook mijn conclusie met UnUnited Nations Headquarters.
Zoals we de afgelopen jaren steeds vaker merken, is het onzichtbare – denk aan Covid-19, de diplomatie tussen Europa en Rusland en het tanende geloof in democratie – van grote invloed op onze fysieke ruimte. Het heeft een aanwezigheid die onze leefruimte en levens beïnvloedt. Conflict is daarbij altijd aanwezig, mede omdat het zo bepalend is geweest in mijn eigen leven – ik kom uit het oosten van Oekraïne. Ik kwam bijvoorbeeld naar Nederland op hetzelfde moment dat de MH17 vliegramp plaatsvond. Dat komt nu ook terug in het project dat ik ontwikkel voor de Prix de Rome.’
Je komt uit Oekraïne en studeerde af aan de Academie van Bouwkunst in 2018, won de Archiprix International én Nederland in 2019 en kreeg ondersteuning van het Stimuleringsfonds in 2020. Nu ben je genomineerd voor de Prix de Rome met No Innocent Landscape, een project dat ingaat op de geologische gelaagdheid, ecologische betekenis, politieke relevantie en globale vernetwerking van het dorp Hrabove, waar de MH17 neerkwam. Deze gelaagdheid is het beginpunt van je onderzoek, dat ook een belangrijke politieke component kent, te meer met de Russische invasie in Oekraïne. Kun je iets over het project vertellen?
‘Het begin van de oorlog in Oekraïne was voor mij persoonlijk vergelijkbaar met de MH17-ramp: binnen een enkele dag spatte mijn wereld uit elkaar. In een klap veranderde alles, ook mijn begrip van de wereld. Het thema van de Prix de Rome, Healing Sites, is daarmee verworden tot een zoektocht naar een manier om de brokstukken van mijn eigen wereldbeeld te reconstrueren in een nieuw narratief. Het heeft een sterke emotionele waarde. Wat doe je als alles om je heen faalt en welke architectuur is er dan nog relevant? Wat betekent het om architect te zijn in deze realiteit? Welke agency kan architectuur dan nog claimen binnen haar traditionele grenzen? Zowel voor de professionele discipline als voor mijn persoonlijke ervaring van de wereld moest ik een nieuwe methodologie ontwikkelen om met deze nieuwe realiteit aan de slag te kunnen.
Het beginpunt van het project is de plek waar MH17 neerkwam. Om te onderzoeken wat er was gebeurd kon men niet uitgaan van menselijke verslaglegging: het materiaal dat men aantrof was het enige bewijs en moest het verhaal vertellen. Uit de brokstukken hebben ze de MH17-ramp gereconstrueerd, als een explosie in reverse. Op die manier hebben ze de oorzaak en tijdlijn kunnen achterhalen. No Innocent Landscape gebruikt een gelijksoortige werkwijze. Waar het bij MH17 onder meer ging om samples van aarde, radar data en delen van een raket, heb ik gekeken naar de stratificatie en globale verbindingen van een politiek conflict in de regio. De regio Donetsk staat bekend om zijn mijnen. Het dorp Hrabove is ontstaan door de aanwezigheid van bepaalde grondstoffen. Ik heb de geologische gelaagdheid onderzocht, waarbij uiteindelijk ook de lagen boven de grond tot aan tien kilometer hoogte – omdat het vliegtuig vanaf die hoogte naar beneden kwam – onderdeel werden van de lokale stratificatie. Grond en lucht werden onderdeel van dezelfde gelaagdheid.
De ondergrondse mijnen kunnen worden gezien als een symbolisch onzichtbaar netwerk aan verbindingen. Ze verbinden onder meer drie overheden: die van Donetsk, Luhansk en Kyiv. Als een van de drie faalt lopen de mijnen vol met water, wat een domino-effect aan vervuiling teweegbrengt. Door dit gebied stroomt de rivier Seversky Donets, die ook Rusland toevoegt aan het netwerk aan verbindingen, welke uitmondt in de Zee van Azov en daarmee in de Zwarte Zee. Bij een politiek falen kunnen de giftige stoffen uit de mijnen uiteindelijk in zee terechtkomen met implicaties en consequenties voor alle omliggende landen. Door de mens getrokken grenzen doen er dan niet toe: iedereen is met elkaar verbonden. Juist omdat zoveel factoren een rol spelen zijn dit soort problemen niet zomaar even eenvoudig op te lossen, te voorkomen of verhelpen. Voor een andere benadering van het geheel zocht ik naar een nieuw axioma, zoals dat in de wiskunde gebruikt wordt, om bestaande verbindingen te omzeilen of overtreffen en nieuwe relaties te leggen die tot oplossingen zouden kunnen leiden.
In de tentoonstelling toon ik mijn onderzoek en zoektocht naar een nieuw axioma middels tekeningen, sculpturale objecten en een film die ik samen met Dorothée Meddens maakte. Bezoekers betreden een andere realiteit; een installatie die fungeert als totaalervaring. Het is net zoals het vliegtuig dat werd gereconstrueerd uit uiteenlopende bewijslast om het onbekende te onthullen: No Innocent Landscape is geconstrueerd uit beschadigde objecten, guilty landscapes, een uit elkaar gespatte realiteit en vergane dromen die samen een nieuw verhaal creëren.’
En welke inzichten biedt de presentatie, wat is dit verhaal?
‘De behoefte aan energie vormt de basis van veel interactie en conflict, en kent grote politieke invloed voorbij de directe lokale betekenis. Hiermee bedoel ik dat het Westen afhankelijk is van Rusland voor fossiele brandstoffen. Dat heeft invloed op de politieke interactie tussen de twee. Maar als je naar de toekomst kijkt, zie je dat het Westen de ambitie heeft om op “groene energie” over te stappen. Daarmee ontstaat een nieuwe behoefte aan andere metalen. Deze bevinden zich ergens anders, waardoor die plekken aan relevantie winnen en opeens aandacht krijgen: ze worden op verschillende manieren “aandachtspunten”. Oeganda is zo’n plek, omdat ze veel van die metalen hebben. Portugal en Servië hebben deze grondstoffen ook, maar die willen ze daar niet winnen omdat dat te veel vervuiling oplevert. De EU doet Servië dan bijvoorbeeld een aanbod voor versnelling van een EU-lidmaatschap als Europa hun lithium mag ontginnen. Dat heeft weer invloed op de verhouding tot de politiek aldaar, met onder meer de invloed van Rusland en ook het conflict met Kosovo, wat weer invloed heeft op de erkenning van dat land als autonome natie. Tegelijk is ook in de Donetsk regio een grote voorraad lithium gevonden. Een oorlog gaat dan niet alleen over zeggenschap over het land, maar meer nog over wat er onder de grond aanwezig is.
Kortom, als we overgaan op groene energie ontstaan er weer nieuwe conflicten en nieuwe vormen van kolonialisme. Wij als mensen gaan ervan uit dat we de dingen om ons heen kunnen controleren, maar de afgelopen tijd en ook dit voorbeeld laten zien hoe we allemaal met elkaar verbonden zijn en hoeveel factoren invloed hebben op politiek, relaties en gebeurtenissen. Soms denken we dat een conflict aan de andere kant van de wereld niets met ons te maken heeft en geen invloed heeft op onze dagelijkse ervaringen. Ik hoop dat ik met No Innocent Landscape middels poëzie, fictie en wetenschap inzicht kan bieden in hoe we allen met elkaar verbonden zijn en dat ik mensen bewust kan maken en kan betrekken bij onze gezamenlijk leefwereld.’
De Prix de Rome is uitgereikt op 1 december 2022. Anderen genomineerden voor de Prix de Rome Architectuur 2022 zijn Arna Mačkić, Dividual (Andrea Bit en Maciej Wieczorkowski), en Studio KIWI (Kim Kool en Willemijn van Manen).
De presentatie van de vier projecten, ingericht rondom het centrale thema Healing Sites, is nog t/m 9.4.2023 te zien bij Het Nieuwe Instituut in Rotterdam.
Vincent van Velsen
is redacteur Metropolis M en conservator Stedelijk Museum Amsterdam