metropolis m

Liquidacion.org verkoopt alles
Interview met Matthijs de Bruijne

Als derde in een serie presentaties van jonge kunstenaars presenteert het Van Abbemuseum deze winter liquidacion.org van Matthijs de Bruijne (1967). Een reeks projecten over het faillisement van Argentinië en het ontwaken van een alternatieve handelsgeest.

Matthijs de Bruijne ontwikkelde de afgelopen jaren een aantal projecten waarin hij door middel van ruil in contact probeerde te komen met de lokale bevolking die hij tijdens zijn verblijven in het buitenland ontmoette. Zo probeerde hij tijdens een bezoek aan Kopenhagen in 1999 tientallen Denen over te halen een persoonlijk eigendom te ruilen voor één van zijn cd’s met geluiden uit Amsterdam. In 2000 ontvingen tien Portugezen een doos met door De Bruijne verzamelde impressies van Lissabon, met het verzoek zijn ‘incomplete indruk’ van hun hoofdstad aan te vullen met iets wat hij over het hoofd had gezien. Met het doel een nieuw ruilproject op te zetten, vertrok De Bruijne in 2001 naar Argentinië met een stapel foto’s van Nederland: geen architectonische highlights, maar doorsnee locaties die in vrijwel iedere stedelijke infrastructuur zouden kunnen voorkomen. De opzet was de Argentijnen te vragen om hem, in ruil voor een foto van de Nederlandse locatie, naar een equivalent in hun land te brengen. Bij aankomst bleek de staat echter failliet en het dagelijkse leven volledig ontwricht. In de context van totale werkeloosheid, sluiting van banken, straatrellen, schietpartijen en een massale volksopstand leek een kunstproject misplaatst. De Bruijne liet zijn plan varen en gaf zich over aan de gebeurtenissen. ‘Wat ik doe, bepaal ik al lang niet meer zelf. De situatie dicteert.’1

Eind 2002 vertrok hij wederom naar Argentinië om toch te proberen een relevant uitwisselingsproject te realiseren in de maatschappelijke chaos. Om de paradox van geëngageerde kunst te radicaliseren, zocht hij contact met de zwaarstgetroffenen: de cartoneros, genoemd naar hun voornaamste bron van inkomsten, karton. Dagelijks struint deze groep in het centrum van Buenos Aires de straten af naar alles wat recyclebaar is. De Bruijne documenteerde de sporen van hun broodwinning en werd al snel hun sales agent. Hij ontwierp een strakke postorderwebsite waar de objet-trouvées en dromen van de cartoneros besteld konden worden. ‘De Argentijnse regeringen hebben de afgelopen jaren bijna alles verkocht wat er was. Liquidacion.org verkoopt wat over is!!!’2 Na de sobere presentatie op de website, is het liquidacion-project in Journal#3 uitgewerkt in twee dia-installaties, geluid, video, lichtbakken en een krant. Er is een diaserie van de voorwerpen die op de website te koop zijn, met korte teksten erbij over de vinder en de prijs. Dan volgt een diaserie van half weggescheurde posters, die doen denken aan de postercollages die Nouveaux Réalistes als Rotella en De la Villeglé begin jaren zestig presenteerden als prille kritiek op de consumptiemaatschappij.3 Hier blijken het echter schuttingen in Buenos Aires te zijn, waar de affiches vanaf zijn gescheurd om het papier door te verkopen. De dromen van de cartoneros zijn te beluisteren als soundtrack bij een beeldloze tekstvideo. Tot slot is er de ‘krant’, met achtergronden van de problemen en foto’s van de leefomgeving van de cartoneros. Het geheel levert een gespannen driehoeksverhouding op tussen kunstenaar, publiek en cartoneros, waarbij de bezoeker de wat ongemakkelijke positie van kunstconsument inneemt.

Siebren de Haan

Liquidacion.org gaat onomwonden in op een politiek-maatschappelijke crisis. Hoe verhoudt het project zich tot de actuele situatie in Argentinië? Brengt werken in een dergelijke situatie extra verantwoordelijkheden met zich mee voor jou als maker?

Matthijs de Bruijne

‘Ik vertrok zonder concreet plan en wilde langere tijd in het land blijven om een concept te ontwikkelen dat werkelijk ingaat op de Argentijnse situatie. Daarom heb ik ook de taal geleerd. Dat kost tijd. Veel kunstenaars nemen die tijd niet. Kunstenaars die hun werk een politiek tintje geven door in te spelen op een actueel probleem, maar slechts oppervlakkig refereren en geen standpunt innemen, vind ik te gewiekst. Ik vind het belangrijk om kleur te bekennen. Argentinië is mede door het neoliberale dogma terechtgekomen in een ongekende economische crisis, die het maatschappelijke leven op alle niveaus heeft aangetast. Zo werkten grote delen van het telefoonnet lange tijd niet, omdat de telefoonkabels waren gestript van het koperdraad, dat vervolgens verkocht kon worden. Reclame op straat was er nauwelijks, omdat posters toch direct om hun papierwaarde van de muur werden getrokken. Nog steeds zijn er treinen zonder ramen, want veel aluminium profielen waarin de ruiten vastzaten, zijn losgehaald en verhandeld. De wortels van het Argentijnse faillissement liggen in de jaren tachtig, toen president Menem meeging in de liberale ramkoers van Thatcher en Reagan. Hij heeft kritiekloos uitgevoerd wat het IMF wilde en dat was privatiseren. Wat maar even kon, werd verzelfstandigd en dit ging gepaard met enorme corruptie. Bedrijven werden tegen bodemprijzen verkocht onder voorwaarden waarvan je dacht: dat kan gewoon niet waar zijn. Het gevolg is dat de Argentijnen geen industrie meer bezitten. Alle nutsbedrijven zijn in buitenlandse handen; de grond in het zuiden is grotendeels verkocht, samen met de waterbronnen en delfstoffen. Daar komt het idee vandaan: Wat is er nu nog over? Dan gaan we het huisvuil maar verkopen.’

Siebren de Haan

In het project treed je op als bemiddelaar voor armlastigen. Hoe belangrijk is het voor jou dat de cartoneros er economisch op vooruit gaan?

Matthijs de Bruijne

‘Veel van mijn werk is gebaseerd op het beginsel van ‘wederkerigheid’, zoals de socioloog Marcel Mauss dat noemt.4 Daarom kan ik niet zomaar een zak geld aan de cartoneros geven. Want wat zouden zij mij terug moeten geven? Wat mij tijdens het project duidelijk werd, is dat armoede een economisch product is waarmee winst gemaakt wordt. Hoe goed bedoeld de vele documentaires over armoede ook zijn, de slachtoffers houden er niets aan over. Cartoneros zijn inmiddels wereldberoemd, maar nog altijd even arm. Op een bepaald moment constateerden zij zelfs dat de papierprijs zakte als er weer over hen bericht werd. Ik geloofde het eerst ook niet, maar steeds als weer iemand een documentaire had gemaakt, ging inderdaad de prijs van papier naar beneden. Daarom besloten de cartoneras dat televisieploegen in het vervolg moesten betalen om te mogen filmen. Ik heb hen voorgerekend hoeveel zo’n productie kost. Hierdoor beseften ze hoeveel geld er omging als er over hen werd bericht. Journalisten willen doorgaans niet betalen, want zij vinden dat ze objectief zijn. Ik vind dat flauwekul. Je profiteert van iets af wat waarde heeft en wilt er niet voor betalen. Eén van mijn belangrijkste uitgangspunten was, dat de mensen met wie ik werk er iets aan over zouden houden. Het verkoopconcept komt hier vandaan. Maar ook de omgang met beeldmateriaal. De cartoneros bezitten het copyright van de afbeeldingen die ik van hun leefomgeving toon en ontvangen dus de beeldrechtvergoedingen. Het gaat mij om het ruilaspect: dat armoede een verhandelbare waar is.’

Siebren de Haan

In het project lijkt er sprake van een economisering van alle relaties. De objecten en dromen fungeren als ‘aflaten’, waarmee kunstpubliek de erfzonde van rijk-geboren-zijn kan afkopen. Jij gebruikt als kunstenaar de armoede van deze kartonrapers voor je eigen artistieke pretenties. Dat koop je af door te zorgen dat zij er financieel op vooruit gaan. Hoe zie jij je positie ten opzichte van publiek en cartoneros?

Matthijs de Bruijne

‘Het is een complex ruilproject, waarin ik tussenpersoon ben. De cartoneros vroegen mij vaak waarom ik er niets aan overhoud. Dan legde ik uit dat ik op een indirecte manier hun verhalen verkoop, doordat ik het project als mijn kunstwerk kan presenteren en dan weer geld kan loskrijgen voor nieuwe projecten. Wat betreft de kopers: ik speel natuurlijk in op de sociale gevoelens van het publiek. Maar tegelijkertijd weet ik drommels goed dat iemand die een object van liquidacion.org koopt ook grote pakketten aandelen van Shell kan hebben, één van de vele multinationals die ten zuiden van Buenos Aires slinks de milieuwetgeving omzeilt, waardoor de levensverwachting van de mensen daar met tien jaar afneemt. Tijdens het maken van de website moest ik kiezen of ik alleen de voorwerpen zou presenteren of ook mijn dagboekaantekeningen. Uiteindelijk heb ik voor dit laatste gekozen om de lokale omstandigheden overdrachtelijk te maken. Ik wilde dat het meer zou zijn dan een conceptuele grap, een eendimensionale winkel. De verkoopprijs van de objecten is lager dan een kunstwerk, maar hoger dan de gangbare marktwaarde.’

Siebren de Haan

Het gevolg van die hybride aanpak is dat de nadruk minder op het verkopen ligt en wordt het dus meer een symbolische handel?

Matthijs de Bruijne

‘De ‘hulp’ die de cartoneros van liquidacion.org krijgen is heel direct. Als een voorwerp verkocht is, hoeft iemand twee weken niet te werken of kan hij een ander huis neerzetten. Toch heeft het verkopen inderdaad meer een symbolische waarde. Evenals het kopen zelf ook een symbolische actie is. Hoewel ik denk, terugkomend op de aflaat, dat die dagboekteksten het schuldgevoel van potentiële kopers juist aanwakkeren. Men gaat daardoor meer kopen. De verkoop is voor mij echter geen doel op zich, meer een handige bijkomstigheid. Ik wil met het project vooral zichtbaar maken hoe de realiteit nu is. Wat in Argentinië gebeurt, vindt ook in Zuid-Afrika plaats, in Indonesië en op heel veel andere plekken waar arm en rijk mengen. Onze welvaart is daaraan gekoppeld.’

Siebren de Haan

Recente artikelen