Lucy Stein
Lucy Stein
Lucy Stein (Oxford, 1979) schildert de vrouwen en meisjes van onze samenleving. Vorig jaar konden we ze op een tentoonstelling van haar werk in het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam zien in alle soorten en maten, zoals de Britse art woman, de girly girl, de strakke zakenvrouw en de Betty Boop. De vrouwen en kindvrouwtjes lijken nietsvermoedend uit een onschuldig en vrolijk gekleurd universum van komedies, stripverhalen en cartoons te zijn gehuppeld.
Dat Stein gefascineerd is door de hedendaagse westerse wereld van uiterlijk vertoon en hedonisme mag blijken uit de talloze attributen die overal in haar werken opduiken: hippe mobieltjes, sportschoenen van bekende merken, modieuze asymmetrische kapsels en niet in de laatste plaats valium en andere tabletten. Het karikaturale karakter van haar schilderijen wordt nog eens benadrukt door de manier waarop ze met de verf omgaat. De doeken zijn wild in alle kleuren van de regenboog geschilderd en de verf is vaak pasteus opgebracht. Dat roept de herinnering op aan expressionistische schilders uit het begin van de vorige eeuw als Ernst Ludwig Kirchner en vooral Emil Nolde.
Is de wereld die hier wordt afgebeeld wel echt zo vrolijk? De bescheiden tentoonstelling met nieuw werk van Lucy Stein in Galerie Martin van Zomeren laat zien dat we daar in ieder geval gerede twijfels bij mogen hebben. Ze zegt er zelf het volgende over: ‘Ik beschrijf mijn werk soms als “boulimia schilderijen”, die ongetwijfeld zijn ontstaan uit een aanvankelijk weinig onderbouwde fascinatie voor afstoting. De jaren die ik besteedde aan het door het toilet spoelen van artistieke energie, zijn voor mij in dat opzicht even belangrijk geweest als de jaren die ik heb besteed aan mezelf verfijnen op de kunstacademie.’
Op een van de wat forsere doeken staart een kindvrouwtje, geflankeerd door een mooi meisje in merkkleding, ons met gigantische ogen aan, stijf van de speed. En op een klein werkje, geschilderd met foeilelijke fluorescerende roze verf, zien we alleen een bos met haar en twee opgetrokken benen. Het hoofd is niet zichtbaar, want ineengedoken. Is het meisje zwaar gedeprimeerd, intens angstig, of heeft ze er gewoon even geen zin meer in?
De werken van Stein in Galerie Martin van Zomeren maken vooral duidelijk dat achter de vrolijke wereld van meidenplezier, trendy disco’s en luxueuze zwemparadijzen ook een wereld schuilgaat van hypocrisie, tomeloze consumptiezucht, verveling en depressies. Toch worden de schilderijen nooit echt venijnig of moraliserend, daarvoor zijn ze te lichtvoetig en dubbelzinnig van aard. Dat blijkt ook hun belangrijkste kracht te zijn. Ze vormen een amusant, ironisch commentaar op de lege iconen van deze tijd. Lucy Stein spot met ons, maar daarmee ook met zichzelf.
Martijn Verhoeven